6—
Mevrouw, Mijne Heren, dit is een verschijnsel dat ik het ergste'
-moet vinden wat er bestaat en dat ons als Gemeenteraad eigenlijk het
"meest van zorg moet vervullen. Hoe moet onzehouding daar tegenover
"zijn? Dit lijkt mij een zeer moeilijke vraag.
D 11 ee.n dit zCr^ gen, dat ik van mening ben dat het gemeen-
"tebestuur zich op het standpunt dient te stellen dat het ten princi-
"pale organisaties, welke van erkend levensbeschouwelijk standpunt
"uit dit kwaad trachten op te heffen, dient te stinüleren en gelde-
"lijk te steunen. Ik bedoel hiermede dus, dat ik meen dat het niet
Ode gemeentelijke overheid zelf is welke de daadwerkelijke activiteit
°P üi gebied moet verrichten, maar zich bepalen moet tot het'verle
unen van faciliteiten. Dit echter op zo groot mogelijke schaal,
Daarnaast, doch in sterk verband daarmede speelt het probleem
'-der krot op ruiming» Moge het kortelings gestarte voorbereidende v/erk
"vruchtbaar zijn en met de realisatie zelf een spoedig begin gemaakt
"worden,
^Een ander probleem wat in de sociale sector speelt houdt ver-
band met de woningbouw. Ik ben bang dat bij alle voortreffelijke
"zorg welke werd en wordt besteed aan het opheffen van het woningte—
"kort oen facet van het woningprobleem enigermate op de achtergrond
"is geraakt. Wij hebben met name in Gageldonk een werkelijk nieuwe
- stad gekregen. Een stad is echter niet alleen een verzameling van
-.woningen, maar een gebied waar dë drang tot het gemeenschapsleven
"van de mens moet worden verzorgd. Dit gezamenlijk wonen vereist ook
-de aanwezigheid van middelen welke in gemeenschappelijke behoeften
-kunnen voorzien. Dus een kerk, dus scholen, dus winkels, dus ont-
spanningsgelegenheid, dus gelegenheid voor het organiseren van ge-
"meenschappelijke activiteit,
Er is een kerk, er zijn scholen en winkels. Maar zijn er genoeg
-scholen Zijn er genoeg winkels Er is geen speelgelegenheid, er
Vis zeer weinig ontspanningsgelegenheid en er is geen gebouw voor het
-houden van bijeenkomsten. Ik zou U, mijnheer de Voorzitter, willen
-vragen de mogelijkheid te willen openen dat deze onmisbare of zeer
"wenselijke zaken worden gerealiseerd. Uiteraard speelt dit probleem
"niet geheel alleen in Gageldonk.
Het woningprobleem zelf. Mijnheer de Voorzitter, bij gelegen-
"heid van de ontstellend lage toewijzing van woningen voor de eerst—
"komende drie jaar is enkele weken geloden veel over dit ook zo enorm
"belangrijke probleem gezegd. Ik blijf vertrouwen dat U er in zult
"slagen mogelijkheid tot het vergroten der toewijzing te vinden.
Uiterst jammer vind ik het dat de particuliere bouw, welke ge
stimuleerd wordt door de zo gunstige hypotheekregeling, door het
"feit dat ook deze bouw ton koste van het contingent moet gaan, weer
"wordt gehinderd, is dit omdat de. Staat nog een subsidie op een der—
"gelijk object verleent? Hot is toch zo, dat men vrij van het contin-
«gent bouwt als men geen aanspraak op doze subsidie maakt Welnu,
"als dat zo is, zou dan de voordelige hypotheekregeling ook kunnen
gelden of geldig genaakt kunnen worden ingeval men afziet men deze
"subsidie
men zeer belangrijke ontwikkeling lijkt mij, dat men meer vrij
-heidgekregen heext om grotere woningen te bouwen. In dit verband
"zou ik zeer gaarne vernemen welke plannen door het gemeentebestuur
-inzake het bóuwen van grotere woningen, waaraan grote behoefte be-
l'staat, heeft,
Een oplossing van het woningprobleem voor bejaarde echtelieden,
-U weet dat dat een bijzondere wens van de gehele Raad is en dat het
-nes hier veelal van twee kanten snijdt. Wat denkt U daarover
Tenslotte zou ik het zeer op prijs stellen naderingelicht te
-'worden omtrent de provinciale woningreserve en hoe men hier nu pre-
"cies in verband met migratie en industrievestigingen mee wil te werk
-gaan en welke de gedragslijn van het gemeentebestuur ten aanzien van
"dit facet zal zijn,
t» j over de woningbouw, wil ik hi or graag even oen on—
erworpje bij ^aanhaken dat met het boüwen in het algemeen te maken
■^heeft^ iiciiiolijk het welstandstoezicht# De wenselijkheid daanvan
