m i 1 bi,-. -4- "zou kunnen zijn en bovendien is de invloed van de Christelijke be- «schaving zo enorm groot geweest, dat er ook in"de Partij van de Ar- «beid nog wel een restje van te vinden zal zijn. Beide stellingen to- «nen aan dat samenwerking ten voordele van onze goede stad in meerde- «re opzichten mogelijk zal zijn. Met de V.V.D. ligt dat uiteraard precies eender en met de heer «Butijn ligt dat nog heel wat gemakkelijker. Ik hoop dan ook zeer dat ten voordele ..van onze goede stad vrucht- «baar kan worden samengewerkt, zoveel dat mogelijk is. Respect voor «elkaar vereist echter ook dat men eerlijk de scheiding der geesten «onderkont en respecteert. Mijnheer de Voorzitter, Ik zal nu gaarne enkele onderwerpen aansnijden voor welker ver zorging in de komende periode veel gedacht en gedaan zal moeten wor- «den. laat ik beginnen met op te merken, dat ik in de korte tijd dat «ik de werkzaamheden van het gemeentebestuur van meer nabij heb mogen «volgen, grote waardering heb gekregen voor de grote toewijding waar- "mede U te werk gaat en voor de resultaten welke ik reeds heb mogen «zien ontstaan. De problemen die u bestormen zijn echter veelvuldig «en lastig. Het is mij duidelijk dat niet alles ineens kan en dat «niet alles naar ieders zin kan. Ik vind het betreurenswaardig dat «nog steeds vele mensen zich bepalen tot critiek zonder meer, zonder "zich te willen realiseren dat U niet alles tegelijk kunt, zonder zich «van vele, hen zelf wellicht niet direct rakende zaken, iets aan te "trekken of er zelfs maar interesse voor te tonen» Ieder mens onder- «vindt gaarne eens positieve belangstelling, deze steunt en stimuleert «en veroorzaakt gemakkelijk een vruchtbare gedachtenwisseling. U hebt «recht op waardering welke zich uit in positieve belangstelling. Alhoewel door de huidige gunstige conjunctuur een z6 ruime werk- «gelegenheid bestaat dat men zelfs in vele gevallen niet ten onrechte «spreekt van een tekort aan handen, zou het volkomen onverantwoord «zijn daaruit de hoop te putten dat het met het vraagstuk, dat zeker «in het middelpunt der belangstelling stond, namelijk de bevordering «der werkgelegenheid, toch niet zo'n vaart zal lopen. Het blijft een «feit dat onze provincie haar rijkste maar ook moeilijkst beheerbare «bezit van tot werken beschikbare handen, elk jaar met 8000 paar ziet «aangroeien, dat in onze gemeente voor 150 h 200 werkers per jaar «neer een arbeidsplaats moet kunnen worden bereid. Ik behoef niet aan «te tonen dat het de industrie is welke de grootste bron voor het ont- staan van nieuwe plaatsen is, zij het zeker dat handel, land- en «tuinbouw, verkeerswezen, vrije beroepen en administratie ook moge- «lijkheden zullen bieden. Deze laatste zijn echter naar hun aard meer «begrensd en ten"dele zeer afhankelijk van de mate waarin industrie «welvaart schept, Helaas moeten wij constateren dat het Gemeentebestuur zich bij «de bevordering van industrievestiging en voor de handhaving van de «werkgelegenheid in de tuinbouwsector voor specifieke en bijzondere "moeilijkheden geplaatst ziet. Bergen op Zoom bevindt zioh 1 miers in «verschillend opzicht in een impasse. Het gemeentelijk grondgebied «biedt onder de huidige omstandigheden feitelijk slechts zeer kleine «mogelijkheden en steeds moet men tot de conclusie komen dat bevorde- «ring van het een sterk gaat ten détrimente van het ander. De kwestie van de tuinbouwgronden, het is eigenlijk een drama, «Een prachtig terrein dat voor een harmonische ontwikkeling van onze "stad als woonstad zo volstrekt geschikt is, kan nog nietaangekocht "en beschikbaar gesteld worden. Ik mag slechts de vurige hoop tot uit- drukking brengen, dat het Ministerie van Oorlog eens het terrein "Kijk in de Pot zal kunnen missen. Het belang van dit terrein komt "mij zo groot voor, dat ik U, Mijnheer de Voorzitter, gaarne met klem «verzoek dé ontwikkeling van deze aangelegenheid met bijzondere zorg "te volgen. Een andere vraag welke bij de gedachten over torreinmoeilijkhe- «den natuurlijkerwijze opkomt issHoe staat het niet de ontwikkelings- «inogelijkheden in ïïoordelijke richting? Men hoort daar de laatste

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1954 | | pagina 74