I
36,
streken werden aangevoerdwerden gekeurdmet de kraan te water
gezet en voor zover deze vaartuigen niet warenbemand, van beman
ning voorzien en naar de noodgebieden gezonden.
Uit de noodgebieden werden per vaartuig evacué's, gewonden,
doden, vee, huisraad, etc, aangevoerd, haar de noodgebieden werden
verscheept militairen, burgerarbeiders, personeel Rode Kruis e.d.,
voorts materiaal,zoals draglines, vrachtauto's, spoormateriaal, ge
vulde en lege zandzakken, seintoestellen, medicijnen, brandstoffen,
levensmiddelen, en drinkwater. De organisatie van een en ander
heeft zeer veel ge'öist van dè havenmeester en degenen die hem in
dit verband waren toegevoegd.
Door het personeel van de dienst werd mede hulp verleend
bij het identificeren van aangevoerde doden en het begraven daarvan.
Tenslotte werden aan diverse instanties adviezen en in
lichtingen verstrekt en voor zover mogelijk hulpmateriaal uitge
leend.
toorts werd hulp gegeven aan naburige gemeenten, meer in
het bijzonder aan Halsteren, aan v/elke gemeente eén der technische
ambtenaren gedurende enkele weken werd uitgeleend.
Andere _werkzag^eden_in_de_eepste__dagen__na(__de_watersnood.
Door de storm die 31 Januari 1953 fs avonds opstak werden
de ramen van de nontagewoningeh ingedrukt en waalde de bedekking van
de daken af. Bovendien werden enige bomen ontworteld en dakgoten van
woningen afgerukt.
Om 24 uur werden maatregelen genomen om de ramen met plan
ken dicht te maken en omgevallen bomen op te ruimen; op 2 februari
werden nooddakbedekkingen aangebracht.
Op 1 Februari 24 uur werd door d-e havenmeester gerappor
teerd, dat het water onrustbarend steeg; het water stond toen 4.00 m
hoog. De coupures waren reeds door schotbalken afgesloten en de bewo
ners van de haven van het te verwachten hoog water in kennis gesteld
Op Zondagmorgen 1 februari bleek, dat verschillende dijken
waren doorbroken en de achterliggende polders overstroomd.
Op de wegen en straten in het havenkwartier was wel veek
en wrakhout aangespoeld. Een woning aan de haven is door.het geweld
van het water bouwvallig geworden»
Zodra de stand van het water dit toeliet werd begonnen met
de wegen en straten berijdbaar te maken en noodvoorzieningen te tref
fen. Aangezien in de ondergelopen polders het water tot een hoogte
van 3 m was gestegen, kon niet onmiddellijk met het noodherstel
van de dijken worden begonnen.
Om het water zo vlug mogelijk kwijt te raken werden de
sluizen in de dijken zo spoedig mogelijk opengezet.
Bij de firma Wolf te Veghel werden 20.000 zakken besteld,
teneinde, zodra de dijken bereikbaar zouden zijn, de gaten in de dij
ken met zakken zand te dichten.
Op 3 februari is, nadat de polder droog gelopen was, met
behulp van personeel van de N.V» Holland met het noodherstel van de
dijken en het berijdbaar maken van de weg langs de havendijk begon
nen, welk werk later is voortgezet door de Nederlandse Heide Maat
schappij. Een dragline werdingezet voor het geheel vrij maken van
de v/eg langs "de Holland", opdat de aanvoer van zand en overige ma
terialen ongestoord kon plaats vinden. Puin, zand en modder, die
tijdelijk op de havendijk waren gestort om ruimte te krijgen, werden
opgenomen en afgevoerd. De Nederlandse Heide Maatschappij werkte van
6 tot en met 11 februari 1953. Op de 11e februari 1953 werd het defi
nitieve dijkherstel door N.V. van Splunder's Aannemers Mij. begon
nen.
Ter voorkoming van overstromingen bij eventueel optredende
stormen gedurende de winter 1953-1954 is een alarmeringssysteem ont
worpen; de nodige taken zijn aangewezen en materialen gereed gelegd.