lïlsllilï*. - - -—
34»
deelte langs de oesterputten, melker kruinen zeer smal zijn en waar
op door wandelaars en fietsers een pad was geformeerd door de gras
mat heen, is tot meer dan de halve hoogte weggeslagen en op ver
schillende plaatsen tot op de onderbouw van de dijk doorbroken.
Waar verder de bezetter in het binnentalud mitrailleursnesten had
gegraven, welke weliswaar zo goed mogelijk waren hersteld, was de
homogeniteit van het dijklichaam zodanig verstoord, dat het water
gemakkelijk aantastingspunten vond, evenals daar, waar jaren gele
den eenkabelsleuf ten behoeve van de havenlichten was gegraven en
gedicht.
Voorts hebben alle beschadigingen van de beschermende
grasmat ongetwijfeld het vernielingsproces bevorderd.
he Strooiendijk, een zgn. slaperdijk tussen de G-eertruida-
polder en de Stadspolder, die in 1940 tot 4.25 m H.A.P. werd ver
hoogd, is, nadat de G-eertruidapolder was ingelopen, overspoeld, doch
hierdoor werd weinig beschadigd. De Stadspolder, welke langs alle
zijden inlie*p, heeft volkomen onder water gestaan. Dit heeft de daar
in gevestigde industrieën en bedrijven grote schade berokkend.
Van de gemeente-eigendommen in deze polder leden schades
de bad- en zweminrichting^ waarop hierna wordt teruggekomen;
de dijkloods, welke door het instromende water uit zijn verband en
scheef werd gedrukt en waarvan vele onderdelen zijn vernield;
twee stuks stenen loodsen, staande op het in erfpacht uitgegeven ter
rein de Oestercultuur "de Arbeid", v/elke tot op de fundamenten zijn
verwoest; en de niet bestrate verhardingen langs de Havendijk
Aan de zgn. Zeekant is van de hoge diluviale rand veel
grond weggeslagen. Bovendien is het dijkje gelegen tussen het einde"
van de Borgvlietsedreef en de zeedijk van de Augustapolder bezweken.
Vanwege de hoge ligging van de achter liggende terreinen is hier
slechts een klein gedeelte land ondergelopen,
sluis_van de Zoom_nabii_4e_schee£swerf__van
Aan de buitenzijde van het sluishoofd zijn de verdedigings
werken en veel grond weggeslagen. Bovendien is het ijzeren schei
dingshek met de gemetselde palen vernield.
4.
Zodra door het Metereologisch Instituut te Den Bilt de
waarschuwing van GEVAARLIJK HOOG WATER was doorgegeven, zijn op het
einde van de gedempte haven nabij het nieuwe Spuihuisje de schotbal-
ken in de coupures geplaatst. De bewoners van het niet afgesloten
havengedeelte werden gewaarschuwd, terwijl het nodige leem ter be
schikking werd gesteld om de houten schotten die voor de deuropenin
gen worden geplaatst, waterdicht te maken. De genomen maatregelen
hebben echter wegens de zeer. hoge waterstand niet kunnen beletten,
dat het water over de waterkering, welke reikt tot het peil van
5.00 m H.A.P», de gedempte haven binnen stroomde en dat op het
niet afgesloten gedeelte van. de binnenhaven het zeewater door de
vensters en over de schotten de huizen binnenstroomde. Zodra het
water over de schotbalken liep, zijn ook de bewoners van de gedempte
haven gewaarschuwd. De instroming was hier echter van dien aard dat
de bewoners geen noemenswaardige waterschade hebben geleden.
Doordat de schotbalken uitstekend stand hielden,, kan -worden
gezegd, dat de gedempte haven hierdoor van minstens 1 m waterhoogte
is gevrijwaard.
Door de overstroming dezer schotbalken ontstonden aan de
droge zijde, nadat de bestrating was weggespoeld, in de rijweg diepe
gaten, zodat zelfs een ogenblik voor onderloopsheid van de drempel
moest worden gevreesd. Evenals de dijken bleek de hoogte van de
schotbalken bij deze stormvloed te laag. Een verhoging van tenminste
30 cm, lijkt noodzakelijk. Het meubilair in het havenkantoor bekwam