II ill -13- Wanneer nen tracht een bouwwerk te stichten tot eer en glorie- van de mens, dan kont nen tot calamiteiten. Waarom niet getracht de dingen geestelijk te benaderen? Spreker bedoeltalleen aan te geven dat het element van de Ma ria Ommegang zonder enige twijfel een cultureel evenement is. Wan neer de heer Krouwel dat wil afwijzen doet hij dat niet omdat het geen cultureel element is, maar omdat het een religieus cultureel ele ment is. Watbetreft de subsidie als zodanig, 8500,— vindt men een be trekkelijk hoog bedrag. Maar gezien in de prestaties en in de over weging dat van een grote volksgroep in Bergen op Zoom aan de Maria Ommegang - honderden mensen - meehelpen en er zoveel mensen ns-^r ge trokken worden, waardoor Bergen op hoorn op 15 Augustus tot het cen- trunvan de Provincie wordt genaakt, vindt spreker het niet zo*n vre selijk hoog bedragHij vindt dat in het besteden van 2 ton voor een schilderij van Picasso andere verhoudingen liggen. "Bovendien", zegt de heer Krouwe, "kan dn Maria Ommegang zelf voor wat neer geld zorgen",. Spreker heeft niet in de pot gekeken, hij weet dat er vele mensen zijn die de Maria Ommegang financieel steunen, maar hoeveel dat is weet hij niet. Gesproken is ook over een straat collecte en ook dat het misschien mogelijk is de straten af te zetten. Men_moet echter de Maria Ommegang ook zien als een dank—uiting, Be Maria. Ommegang is herleefd, ze heeft in Bergen op hoorn eeuwen lang bestaan, maar door oorzaken diemisschien te betreuren zijn,in cul tureel opzicht zeker, is uit verloren gegaan. Maar uit de geestelijke druk van de oorlogstijd is de idee ontstaan: Als men er goed af komt iets te doen^ori dank te betuigen en daarvoor de oude Maria Ommegang die vroeger in Bergen op Zoom iets groots moet geweest zijn, te doen herleven. Spreker kan zich voorstellen dat uit die gedachtengang een dunk-- bare burgerij zich heeft voorgesteld dit beslist zelf tf"bftllen. Bat is het principe. Het is geen principe van godsdienst, helemaal niet. Bat speelt zijn rol wel. Spreker gelooft dat hetzelfde principe in de brief naar voren komt, dat de Stichting bedoelt dat men dit als dank gezamenlijk moet doen en men niet van de financiële steun of bedelarij Vc.n anderen moet afhangen. Bctt is tot verleden jaar ook gebeurd. Men wil echter van het10-jarig bestaan iets extra's naken en, zo zégt men, laten we dit jaar wel een beroep doen. Dat onder deze omstan— aigheden de overheid steunt kan spreker niet anders dan juist vinden Wanne er de overheid c.it niet zou moeten steunen vanwege een of andere recenermg, wat moet ae overheid dan wel steunen op cultureel gebied. Dar is eenavraag uie spreker niet op kan lossen. Wanneer' men zegt: De overheid moet allessteunen op cultureel gebied, behalve wanneer o.e religie een rol speelt", dan moet men zich stellen op een niveau c.at spreker niethelemaal materialistisch wil noemen, maar een plan cat in de overtuiging van een christelijke 1evensbesohouwingtotaal onaanvaardbaar is, omdat men dan haalt uit het menselijk leven datge ne wat daaraan eigenlijk zijn waarde en zijn cultuur geeft en dat is alleen maar God. Be heer BROfKMANS wil niet zo diep ingaan op deze zaak als 'de neer Asselbsrgs ge heeft te no et en doen# Spreker is sterk voor deze subsidie. De verhouding waarin de subsidiestaat tot hetgeen door c.e gemeenschap bijeen is gebracht is naar zijn mening erg gunstig Aansluitend aan het betoog van de heer Asselbergs is het misschien interessant te_lezen wat de heer Ratsma, de fractie-voorzitter vab 5e heer Krouwel, bij de begrotingsbehandeling gezegd heeft over de cultu rele taak. Hij peest dan in deze notulen:"Om terug te keren op de culturele taak van de gemeente meent spreker dat het gemeentebestuur op c,e eerste plaats gemeenschapvormend moet werken, door alles te stimuleren wat in de gemeente leeft en de mensen op hoger plan moet brengen en daarbij zo veel mogelijk de burgerij in de schakelen"/ Spreker meent eat als de heer Krouwel deze woorden releveert, hij een ander inzicht zal krijgen, waar hij' toch dezelfde instelling heeft als de heer Ratsma. De heer DE MOOR zegt er uit de aard der zaak niet veel meer over e kunnen zeggen, wa,ar er reeds veel over is gesproken. Men zou het naar zijn mening moeten toejuichen dat de Stichting lieve Yrouwe Gil- ce het heeft aangedurfd zo'n programma op te zetten. Hij vindt het zeer bescheiden in de vraag om subsidie. Jammer vindt hij het d°t het Lieve Yrouwe Gilde, dat toch.eigenlijk leken zijn, door sommige'mede- leien 91 m A ÏW lil! 11 0 li 1.1 11 1

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1954 | | pagina 224