II
I
Il l U I
Si
ill
P dp
buiten beschouwing laten of in dit licht bezien het voorstel van de
Burgemeester of van de heer Hest als redelijk zou moeten worden aan
gemerkt. Hij laat dit daa.rom buiten beschouwing, omdat naar zijn me
ning allereerst de vraag beantwoord moet worden of de Gemeenteraad
van Bergen op Zoom, met name deze Gemeenteraad, die wijsheid bezit
dat hij werkelijk de meest bekwame Raadsleden achter die groene tafel
wil hebben. Het spijt hem dat hij die vraag ontkennend moet beant
woorden en dat men uit de gebeurtenissen bij de Wethoudersverkiezing
de conclusie moet trekken, dat de grootste groep uit de Raad niet in
dit opzicht het gemeentebelang laat prevaleren, maar hêt groepsbelang
en misschien de persoonlijke ambities van enkele leden. Wanneer men
die overtuiging heeft en helaas heeft de heer Asselbergs die overtui
ging bij hen niet kunnen wegredeneren, dan zal elke salarisverhoging
van de Wethouders onder de huidige politieke verhoudingen in de Raad
naar zijn mening het gemeentebelang eerder schaden dan goed doen. De
persoonlijke ambities en eerzucht zouden aan het groter worden van het
salaris gelijk worden en de kans dat uit andere groepen de beste Raads
leden gekozen kunnen worden zou verminderen»
Uit deze overwegingen is sprekers fractie van mening dat op dit
bgenblik verhoging van de Wethouderssalarissen niet gewenst is, hoewel
2ij anderzijds van mening zijn, dat het salaris van een der Wethouders,
lie practisch al zijn tijd aan het werk moet geven in deze functie, te
laag is. Zij menen echter dat dit geheel'voor de verantwoording komt
Van alle leden van de groep van lijst één. Het is na rijpe overwegin
gen dat-zij menen dat onder de huidige omstandigheden het gemeentebe
lang het best gediend'is door niet voor verhoging van de Wethouders
salarissen te stemmen.
De heer ASSELBERGS had voor het eerste deel van de redenering"van
le hear Ratsma bijzonder veel waardering. Dat ligt objectief juist»
Hij onderschrijft het standpunt dat het inderdaad niet alleen de tijd
is die men aan de functie kwijt is die bepalend moet zijn voor de groot
te van het salaris, maar dat er ook bij in aanmerking moet genomen
worden de zwaarte van de functie, het inzicht van de man, de visie en
lat men in aanmerking moet nemen dat, wil men de beste man op de beste
plaats krijgen, .men de honorering niet zo laag moet stellen dat men
het voor andere mensen onmogelijk maakt. Daar heeft spreker veel waar-
lering voor. Yoor hetgeen de heer Ratsma er aan heeft toegevoegd,
heeft hij echter minder waardering. Spreker gelooft dan ook dat hij
lat, gedeeltelijk althans, op objectiviteiten zou kunnen weerleggen,
Namelijk met deze redenering. Dat-de heer Ratsma stelt dat de besten
Rit de Raad achter de bestuurstafel moeten zitten, vindt hij een boute
Redenering. Het is bovendien zo, dat het per slot van rekening zeker
in het belang der gemeenteis dat de besten uit de Raad achter de'
groene tafel moeten zitten, maar dat "besten" heeft vele facetten. Het
is niet alleen het beste uit hoofde van intellectuele kwaliteiten,
Klaar ook uit hoofde van andere kwaliteiten, de politieke richting, de
levensbeschouwing, want die moet uiteindelijk in het maatschappelijk
leven een belangrijke rol spelen.
Naar zijn mening heeft de heer Ratsma dan ook deze zaak enigszins
eenzijdig gesteld. Dat is'het wat hij wilde zeggen op wat de heer
Ratsma naar voren heeft gebracht.
Sprekerwilde verder nog even ingaan of aanhaken op datgene wat
le heer Butijn heeft gesteld. Het is misschien een beetje weinig eer
biedig om het zo te stellen. De heer Butijn heeft gestelds"De Burge
meester heeft hierover natuurlijk uitgebreide informaties ingewonnen
en is zo ook tot zijn voorstel gekomen". Maar de leden hebben in de
"vorige vergadering - de heer Butijn heeft dit stuk misschien niet ge
zien - een gecyclostyleerd stuk voor zich gekregen dat van de heer
Hest is uitgegaan, waaruit blijkt dat Breda en den Bosch en men hoort
thans ook Roosendaal en hij heeft gelezen ook Oss - dat zijn van de
8 plaatsen die werden vermeld 4 - het percentage van 30% hebben
genomen. De gemeente Helmond heeft het op A9%> gesteld, In dit licht
bezien is het percentage in het voorstel van de Voorzitter enigszins
Rit de toon gevallen met het percentage 'dat door de Brabantse gemeen
ten in het algemeen wordt toegepast. Spreker weet niet of de Voorzit
ter er nog wat over wil zeggenvoor hem behoeft hij dat niet te doen,
maar voor een volledig objectief oordeeêL meende hij - de Voorzitter
moet hei?, hem ten goede houden - deze opmerking nog te moeten maken.