III
—6—
Toen werd de vraag gesteld of de Wethouders ook voor de 5$ in
aanmerking kwamen. Hierover kon de Raad niet beslissen, maar uitein
delijk is toen het voorstel gekomen dat de Voorzitter de aangelegen
heid zou bekijken en met een voorstel zou komen. Dat is gebeurd en
dat houdt verband met de verhoging met 5i<> en met de loonrondes die
er vroeger geweest zijn, waarbij de Wethouders zijn overgeslagen en
voorts-met de meerdere werkzaamheden die thans aan het ambt verbon
den zijn.
Spreker gelooft dat het voorstel van de Voorzitter wel gefun
deerd is. Hij veronderstelt dat de Voorzitter gepolst heeft hoe het
in andere gemeenten is met een ongeveer gelijk zielental en of het
aanvaardbaar zou kunnen wezen. Alles bij elkaar lijkt hem het voor
stel rationeel. Het voorstel Hest is minder rationeel, 30</0 is slechts
een greep uit de lucht. Vifaarom b.v. geen 25^? Spreker meent dat men
ook moet kijken hoe de hogere salarissen komen te liggen tegenover
de salarissen van andere functionarissen in deze gemeente, zoals van
de gemeente-secretaris, de hoofden van de bedrijven enz., de mensen
die een volle dagtaak hebben, hetgeen van de Wethouders niet gezegd
kan worden. Hij gelooft dat deze verhoudingen wel juist zijn wanneer
het salaris op 4800,wordt gebracht en spreker vindt het voor
stel van de Voorzitter dan ook wel aanvaardbaar.
Een andere kwestie is deze. Het is zo, dat alleWethouders ge
lijkelijk gehonoreerd worden en dat lijkt hem scheef. Wanneer men
het werk bekijkt dat er voor de diverse functionarissen aan vast zit,
dan blijkt dat de een meer werk heeft dan de ander. Hij denkt daarbij
aan de Wethouder van sociale zaken. Men is het er allemaal over eens,
dat hij het meeste werk heeft en dat het gewoon zou zijn wanneer men
differentie bracht in de salarissen van de Wethouders, Als dit op
zich zelf juist is, waarom zou men dit dan niet doen Iemand die
meer werkt moet ook meer betaald worden. Dat kan in alle mogelijke
functies.
Spreker gelooft dat als men dit aan Gredeputeerde Staten zou
voorleggen en zou vragen of het niet mogelijk is, ze te overtuigen
zouden zijn dat het nodig was en dat men boven de oude gewoonte «f
de sleur die er in zit uit moet komen. Als men zich afvrhagt hoe dit
moet liggen, dan komt men zijns inziens wel tot een idee. Precies
weet hij niet wat er aan vast zit, maar hij dacht dat dit verschil
wel 1000,zou mogen bedragen, dat sociale zaken hoger ligt dan de
anderen. Als men het op deze manier zou fiksen, gelooft hij dat men
een heel eind verder zou zijn.
De VOORZITTER zegt op de laatste opmerking van de heer Butijn,
namelijk de suggestie om te overwegen of de salarissen van de Wet
houders gedifferentieerd zouden kunnen zijn, weinig te kunnen ant
woorden. De wet kent dit namelijk niet. Of de wet het mogelijk maakt
kan hij op het ogenblik niet beoordelen. Het zou zijns inziens mis
schien ook moeilijk in de practijk uitvoerbaar zijn. Een Wethouder
wordt namelijk niet voor een bepaalde functie benoemd, wanneer hij
door de Raad benoemd wordt. Spreker aarzelt om hierover in elk geval
een oordeel te geven of het in de practijk te verwezenlijken is en
formeel zou kunnen worden vastgesteld.
De heer RATSMA merkt op in de vorige vergadering de stemmen van
zijn fractie niet te hebben gemotiveerd."Misschien was het fout",
zegt hij, "de-spanning er zo lang in te houden, omdat zij een beslis
sende stem hadden". Spreker kan zich niet verenigen met die tegen
stemmers die min of meer denigrerend gesproken hebben over het ambt
van Wethouder. Hij is van mening dat het in een plaats als Bergen op
Zoom van het grootste belang is, dat er een college van Burgemeester
en Wethouders is, dat bekwaam en voortvarend is. Daarom moet naar
zijn mening het salaris niet afgewogen worden uitsluitend naar de
tijd die een Wethouder aan de uitoefening van het ambt besteedt. Hij
zegtsniet uitsluitend de tijd; het komt ook aan op de visie, op het
beleid en het kan onder bepaalde omstandigheden wel zo zijn dat me&
met een Wethouder die een deel van zijn tijd. aan het ambt kan beste
den beter af is dan met een Wethouder die er wel een hele dagtaak aan
heeft. Haar sprekers mening zou de salariëring zo moeten zijn, dat
de functie van Wethouder ook aantrekkelijk is voor die Raadsleden,
die in het gewone maatschappelijk leven gewend zijn leiding te geven
en krachtens die functie een hoger salaris genieten. Spreker wil