I! H
I
-23-
Deze beschavingen hebben uitermate grote dingen bereikt, ze
zijn_ vruchtbaar geweest, maar hebben ook vreselijke fouten gemaakt.
Sprekerraat wel wat ver meent hij, wat men hem ten goede moet hou-,
den, hij wil alleen maar zeggen"Waar loopt het uiteindelijk op uit?»
Wanneer men ziet naar de gedragingen, naar de faites et gestes,-,
waarvan hij zonder reserve aanneemt dat ze goed kunnen en zullen
zijn omdat zonder enige twijfel bij vele beoefenaren van de doelstel
lingen van de vereniging "Humanitas" deze op werkelijk ideële gron
den berusten en hij nogmaals wil zeggen overtuigd te zijn dat goed
werk kan worden verricht, gelooft hij toch dat het noodzakelijk is
eerst enige ervaring te hebben opgedaan, alvorens men in Bergen op
Zoomse verhoudingen gezien tot een principiële uitspraak komt en dan
in positieve zin.
De heer KROUWEL zegt dat de heer Asselbergs heeft gesteld dat
hij bij het begin misschien wat te fors opende. Misschien is dat wel
zo. Hij ^kvvam min of meer geladen hier heen, hij wil dat wel beken
nen. Hij is nog slechts een leerling, de heer Asselbergs ook en over
en weer^maakt men nog wel eens fouten. Of het een fout is zal dade
lijk blijken als men tot stemming komt over het voorstel om eon sub
sidie van f 25, te geven. Dan komt inderdaad naar voren of het zo
is als de heer Asselbergs zegt.
Dat sympathiek staan van de heer Asselbergs zou hij als een
soort platonische liefdesverklaring willen beschouwen, maar daar
houdt het verder mee op. De zon gaat nu eenmaal voor niets op, de
rest kost geld, wat men ook doet of wil doen. Men heeft altijd de
portemonnaie nodig.
Als het thans niet gaat en men het initiatief wil opbrengen de
geschiedenis ^opnieuw te bekijken, dan is spreker daar dankbaar voor,
maar hij -blijft op het standpunt staan, hetgeen door de heer Ratsma
ook naar voren is gebracht, dat het een mager iets is. Als men zegt:
"We staan er sympathiek tegenoverren de Raad wil geen 50,of
100,— geven, laat men dan aan "Humanitas" 25,geven. Het is
zo, het werk gaat toch door, de maatschappelijke werker wordt niet
ontslagen, maar gaat ook door. Die 200,-- komen van een andere zij
de wel op tafel, het salaris van de maatschappelijko werker wordt
toch betaald.
Spreker wil nog enige ogenblikken tijd vragen om in te gaan op
hetgeen deheer Asselbergs gesteld heeft, wat de humanistische be
schouwing is en de gronden waarop "Humanitas" haar werk ten uitvoer
legt.
Het valt niet te ontkennen dat steeds meer mensen uit de ker
ken blijven of geen vertrouwen meer hebben in de kerkelijke instel
lingen, Zij achten het de plicht van deze kerken en kerkelijke in
stellingen om te trachten deze mensen weer terug te krijgen, "Maar",
vraagt hij, "hoe stelt men zich dit voor en hoe te handelen met de
ze mensen gedurende die overgangstijd die voor velen wellicht zich
over hun gehele leven uit zal strekken?» Tot nu toe zijn er zo vele
instellingen die opereren op dit terrein en nog steeds zijn er veel
mensen die uit de kerk blijven. Dat weet men van dominees en pas
toors, dat leest men ook in de kranten. «Moet men», zo vraagt hij,
"deze mensen dan aan hun lot overlaten?»- Deze mensen wenden zich in
en met hun moeilijkheden beslist niet tot genoemde instellingen, dat
heeft de practijk afdoende uitgewezen. Dit werk mag volkomen positief
genoemd worden, omdat "Humanitas» juist hen die buiten de kerk zijn
komen te staan wil behoeden voor-het afglijden naar het nihilisme,
door te wijzen op de geestelijke achtergrond van elk leven, op de mo
rele normen welke eenieder binden. Hoewel niet religieus, is zulks
nog niet anti-godsdienstig te'noemen.
"Voor ons staat het vast", zegt spreker, "dat het maatschappe
lijk werk alleen tot bevredigend resultaat kan leiden als het gedra
gen wordt door een levensbeschouwing en dat voor buitenkerkelijken
dit een humanistisch getinte levensbeschouwing moet Zijn".
Dit laatste wil hij even in het kort toelichten.
Kenmerken van het humanisme zijn voor hem de visie op de mens
als drager en schepper van geestelijke en zedelijke waarden, het uit-
i