-10- De heer RATS MA wilde hierbij enkele vragen stellen* Re ruimte voor woonwagens is vrij gering,wWaar zullen de wagens blijven die niet in het woonwagenkamp kunnen worden geplaatst?11, vraagt hij* In de tweede plaats heeft hij in de stukken gezien dat de Com missaris van Politie enkele belangrijke suggesties gedaan heeft ten aanzien van het woonwagenkamp,"panken Burgemeester en Y/ethouders daar in de toekomst op in te gaan en zal de Raad daaromtrent nog na dere voorstellen krijgen?11 De VOORZIIIER deelt qiede dat wat betreft de suggesties van de Commissaris van Politie nopens het onderwijs, het bouwen van een re creatiezaal en het maken van een schuilplaats voor de politie, deze inderdaad nog in behandeling bij het college zijn en overwogen wordt wat eventueel kan worden gedaan. De kosten zijn betrekkelijk hoog. Wat betreft de opmerking dat de ruimte in het kamp vrij gering is, terwijl er waarschijnlijk meer woonwagens zullen komen dan er boxen zijn, deelt spreker mede dat men zal proberen om in de omge ving, vlak bij het kamp, nog enkele wagens te kunnen plaatsen. Maar de moeilijkheid is, zoals meermalen besproken, dat men de wagens niet naar een andere gemeente kan afleiden. Misschien worden de vroonwagen- bewoners daartoe gedwongen, omdat men op andere plaatsen minder ac commodatie heeft, waardoor men hier meer aanloop zal krijgen dan men op het kamp kan verwerken. De heer RATSMA heeft de vraag gesteld in verband met het feit dat,"zoals men weet, de nabuurgemeente niet erg gesteld is op het kamp. Spreker zou het niet helemaal juist vinden, als wagens buiten het kamp moeten verblijven, dat deze dan vlak buiten het kamp zouden staan, omdat dit dan een onsympathieke geschiedenis wordt tegenover deze nabuurgemeente. Hij is van mening dat men zich in die buurt moet beperken tot de wagens die in het kamp zijn. De VOORZITTER deelt mede dat het niet de bedoeling is een onaan gename situatie te scheppen, die waarschijnlijk het gevolg zou zijn van een aanzienlijke uitbreiding buiten het thans klaar gemaakte kamp. De heer HAVERMAH3 wilde toch opmerken dat, wanneer de wagens bui ten het kamp staan, op openbaar terrein, men deze niet kan weren. Men kan niet zeggen dat ze hun biezenmoeten pakken en moeten verdwijnen. In de wet is daarin niet voorzien. Tot heden ziet het kamp er goed uit, het ziet er behoorlijk uit en hij hoopt dat het zo zal blijven" en dat het geen chaos zal worden zoals in de Balsebaan Was ontstaan. De heer RATSMA zegt dat dit antwoord hem frappeert. De woonwa gens kunnen zodoende ook op de Grote Markt staan.' De VOORZITTER zegt dat door de gemeente een plaats moet worden aangewezen. De heer HAVERMANS deelt mede dat men ze in ieder geval ergens moet plaatsen. De gemeente moet een plaats aanwijzen, YYanneer ih het originele kamp te weinig plaats is, zou men moeten kunnen zeggens"Gaat maar ergens anders staan", maar dat kan men niet zeggen. Men kan geen andere plaats aanwijzen,tenzij als tweede kamp; dit b.v. tevens voor de wanbetalers. De heer MHSTERS heeft uit het schrijven van de Commissaris van Politie gelezen dat er meer animo dan plaats zal zijn. Hij vraagt dit speciaal omdat hij nog al eens wat moet horen van de mensen uit Hal steren. Spreker Is erg bang dat, wanneer men geen plaats krijgt op het terrein of daarnaast, men dan bij de buren op zal slaan en dat zou hij erg beroerd vinden. Men heeft het kunnen zien in de Balsebaan dat er overal opgeslagen werd. Spreker gelooft dat men nog niet klaar is nu men een mooi kamp heeft, maar hij hoopt dat er maatregelen genomen zullen worden om de omwonenden zo min mogelijk last te bezorgen. De heer BÏÏTIJH wil, na hetgeen hij er in de vorige vergadering bij de behandeling van de begroting over gezegd heeft, thans niet breedvoerig op ingaan. "U kent mijn visie"', zegt hij. Spreker hoopt dat men het niet al te lucratief voor de ménsen maakt, anders wordt het hier een verzamelbak voor YYest-Brabant. Op de tweede plaats zegt hij de vorige keer reeds te hebben ge vraagd of het geen tijd wordt het tarief dat nog van 1938 is, dus 16 jaar oud, op te trekken tot het huidige indexcijfer^ De mensen kun-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1954 | | pagina 163