accommodatie hebben. Spreker zou de wethouder willen vragen of het
hern^bekend is hoeveel het ongeveer zal kosten wanneer men'150 Meter
steiger bouwt, dan zou men tenminste een losplaats hebben.
Door de heer Havermans is min of meer de kwestie aangeroerd van
de haven. Spreker zit thans 26 jaar in de Raad en vanaf'het eerste
jaar speelde de havenkwestie al en die speelt thans nog. Als het van
de oplossing van de havenkwestie af moet- hangen, spreker hoopt niet
dat het zo is, maar dan kan men nog wel 10 jaar of langer moeten
wachten.
De heer RATSMA merkt op dat men een verordening in het leven
wil roepen om in de verzekering te kunnen blijven. Dat is toch naar
zijn mening de bedoeling. Hij weet niet of het Burgemeester en Wet
houders al bekend is hoe het met de verzekering zal staan als men
inderdaad een verordening maakt. Naar zijn mening is het kardinale
punt: Zijn de beschadigingen die vroeger aan de schepen voorkwamen
aan lange schepen geweest, boven de 55 Meter, of kwamen ze aan alle
soort schepen voor. Wanneer het laatste het geval is, dan lijkt het
hem dat ook met deze verordening de verzekering er weinig voor zal
voelen het risico te blijven dragen. Men komt voor de vraag te staan:
Wat dan? Wanneer de verzekering wordt opgezegd, is het dan wel nodig
een verordening te maken?
De VOORZITTER kan op deze vraag van de heer Ratsma antwoorden
dat net meestal kleinere schepen waren die over schade geklaagd heb
ben, Maar het^voorstel van 55 Meter is gebaseerd geweest op het ad
vies van ^de directeur-ingenieur van Waterstaat, die meende dat men
onmogelijk kan vergen van een openbaar lichaam dat het de risico van
een tijhaven aanvaardt voor dergelijk lange schepen. Ook in Zierikzee
is het risico voor dergelijke schepen uitgesloten. Dat is daar even
eens in deverordening gebracht. Burgemeester en Wethouders vanden
deze bepaling logisch en meenden van hun kant het bewijs te geven dat
zij zoveel mogelijk willen medewerken tot het geringer maken van de
risico en om zo lang mogelijk in de verzekering te blijven. Hij wil
eerlijk mededelen dat het gemeentebestuur niet dè garantie heeft dat
deverzekering thans wel gehandhaafd zal blijven. Wanneer men zegt:
Wij willen voor geen enkel risico de garantie aanvaarden^ dan kan
men daar niets aan doen. Dan zal men moeten gaan overwegen of men
het risico gaat uitsluiten of dat men dit op de eigen schouders gaat
nemen.
De heer RATSMA vraagt of daar nog geen antwoord op is.
De VOORZITTER deelt mede dat men zich daarover nog niet heeft
uitgesproken.
De heer HAVERMANS wilde de heer Musters nog mededelen dat, wan
neer men inde Zeelandhaven een muur zou willen zetten, de'kosten
daarvan 1000,h 1500,per strekkende meter belopen. Een muur
van 150 Meter kost dus 225.000,Wanneer men daarmede een behoor
lijke accommodatie kreeg, zouden Burgemeester en Wethouders er niet
aan denken om dit niet uit te voeren, maar wanneer het er om gaat dat
daar 1 of 2 schepen komen te liggen, - hierbij dan ook niet te verge
ten ^dat die schepen ook door de brugsluis moeten kunnen (de brug
heeftgeen brede doorlaat) -f zijn deze kosten thans niet verantwoord.
Een uitgave van 225.000,brengt in deze situatie te hoge lasten
mede.
De heer MUSTERS merkt op dat er dadelijk een voorstel aan de or
de komt om een gymnastieklokaal te bouwen. Dat is hard nodig, maar
het kost ook 80,000,—, en als men het 10 jaar heeft, zullen er
heel wat kosten op gaan komen,
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten,
VI. VOORSTEL TOT:
I. ^I^IDl^KKEN VAN DE VERORDENING 0R DE WOONWAGENS IN DE GE-
II .HET' WIJZIGENDEN AANVOELEN VAN DE POL IT IE-VER ORDENING VOOR DE
3RGEN OP ZOOM MET BETREKKING TOT DE PLAATSDOOR
EN WOONSCHËREN BIcTTËRWÏJE^INMN
(Verzameling 1954, nr. 39)