-■35- men is afgestudeerd komt er toch weer geld terug in het fonds,/ Kap i t aal di e- ns t InkomstenV Yolgnummer 551 Overboeking van dje vorige _die_nst__ van ter bel egging bestemd legaat van Cooth. - - - ----- De heer KR0UWE1 behoeft niet te vertellen dat hij als nieuw lid van de Raad voor de eerste maal heeft deelgenomen aan de bestudering van de stukken in verband met de begroting. Het is hem bij deze eerste bestudering opgevallen dat er een legaat van Cooth bestond in deze gemeente. Hij vond dat wel belangrijk en hij heeft er nadere inlich tingen over gevraagd. Het bleek hem dat dik gebaseerd was op een legaat van omstreeks 1900 door een mijnheer van Cooth ter beschikking ge steld. Nu is het zo, dat de Commissie waaraan hij deel uitmaakte, het aardig vond hier meer van te weten en hem verzocht om het testa ment eens nader te bekijken. De betrokken ambtenaar van de secretarie- heeft gezorgd dat hij dit testament kreeg en hij heeft het nader kun nen bestuderen. Hij moet voorop stellen dat het was een schenking van ƒ21000, wat op de dag van vandaag geen belangrijk bedrag is, maar dat men moet bezien naar de tijd dat het gegeven is. Het werd'rond 1900 ge schonken en niet alleen dit, maar bi j elkaar 400.000,— aan verschil lende gemeenten in Brabant, 21.000,noemt hij een belangrijk be drag, dan wel niet in guldens, maar in waarde op dat ogenblik. Yan groot belang acht hij het dat iemand zoveel burgerzin opbrengt met een doel dat precies omschreven is.'Hij schonk dit legaat met name om het volksonderwijs te bevorderen, voor het aanleren van een of an der ambacht. Naar sprekers mening verdient de schenker wel waardering en een betere waardering dacht hij dan de wij ze'waarop de gemeente. Bergen op Zoom op het ogenblik, na'ruim 50 jaar, de rente van het le gaat meent te moeten benutten. Door de heer van Cooth is duidelijk in het legaat aangegeven wat hij voorstond met de legatoring van het be drag en hij heeft zeker niet bedoeld het bedrag zonder meer als: kas geld voor een bepaalde gemeente te laten dienen. Hij" stelt dat het be drag het bedrag moet blijven en de rente bestemd moet worden ter ver betering van een door hem gesteld onderwijsdoel. Het is nu inderdaad zo dat de gemeente 84.000,— bijdraagt voor het Nijverheidsonderwijs, maar spreker zou hier aan willen vast knopen dat 30% van dat bedrag op wettelijke basis moet worden betaald en dat de rest door subsidie van het Rijk wordt aangevuld. Nu is het zo, dat het niet aangaat om de rente van dit bedrag zonder meer te ver waarlozen en zonder meer als kasgeld voor de gemeente te laten dienen. Het is wel zo dat in 1900 door de heer van Cooth niet te voorzien viel dat in^1954 of eerder, deze geschiedenis een wettelijke basis zou'krij gen, Hij heeft er echter in zekere- zin wel rekening'mee gehouden, want hij zegt"Zo de wet een andere constitutie of constellatie zou verkrijgen, zo willen Wij, dat aan het legaat een andere bestemming gegeven kan worden, maar dat nooit of te nimmer de doelstelling ver anderd mag worden". In het rapport staat dat een lid - en dat lid is hij - gaarne zag dat de rente van deze geldeh werd verantwoord. Medegedeeld"is hoe "de verantwoording van deze. gelden- heeft plaats gehad. Spreker ver trouwt volkomen, dat het -administratief in orde is en er geen aanlei ding is te twijfelen aan de bestemming welke dit geld heeft gekregen. Maar hij zou de rente van dit geld zelf willen beleggen, zonder het" als kasgeld te gebruiken. Hij zou willen zien dat deze rente besteed werd, zoals door de heer van Cooth- is bedoeld en dat men niet zeir "Wij geven 30% aan het Nijverheidsonderwijs". Dat staat op wettelijke basis en men is verplicht dit voor dit onderwijs te voldoen. Maar dit is een meeeallér. Spreker vindt dit als gemeente, die een legaat in 1900 aanvaardt, niet elegant en -daarom vraagt hij zich af of in de toekomst mensen met een zelfde - instelling en een zelfde burgerzin .als de heer van Cooth opgebracht heeft, zullen geanimeerd worden'een le-" gaat aan een bepaalde gemeente te geven als het uiteindelijk, zij het na 50 jaar, resulteert in een aanwenden van het geld als kasgeld voor de gemeente.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1954 | | pagina 147