„33- Door de heer Hest is een ere-saluut gebracht aan de Raad van Be heer en daar kan spreker het mee eens zijn. Door de heer Jimkes is gesproken over'het verplaatsen van de mu~ ziekkiosk»"Misschien zou het gewenst zijn", zegt spreker, "dat hij op de Harkt op een andere plaats wordt opgesteld". Men zal het zijne inziens 'ook elders eerst moeten beoordelen of de muziek goed tot haar recht komt. De heer VAH DER VELDfN zegt van de Wethouders nog niets "be heb ben gehoord over het nadelige verschil dat aan het echtpaar overkomen is door de zaak verkeerd op te geven. Daar zou hij ook graag antwoord op hebben. Spreker zou er een voorstel van willen maken om de statu ten zodanig te wijzigen dat bepaald wordt dat de Deden van de Raad van Beheer benoemd worden door de Raad en dat de Voorzitter een Lid van de Raad is. De heer VAN" RIESEU merkt op dat hij niet heeft willen beweren dat de heer Benner het Voorzitterschap niet goed heeft waargenomen. Alleen heeft hij de zaak principieel gesteld. Hij is van mening dat de Voorzitter van de Raad van Beheer een Raadslid moet zijn, In het Stichtingsbestuur worden vele zaken afgehandeld door het dagelijks bestuur, waarvan het Stichtingsbestuur naderhand pas kennis krijgt. De Voorzitter wordt dus geacht op de hoogte te zijn van de gang van zaken, het is de man die optreedt, hij is het intermediair tussen Sportparkbestuur en Raad. Vandaar dat hij meent te moeten zeggen:"Iaat de Voorzitter een Raadslid zijn". Dit is een principiële kwestie, zon der aanzien des persoons. Over de persoon van de huidige Voorzitter heeft hij niet dan lof. Op de vraag van de VOORZITTER blijkt dat' het voorstel van de heer van der Velden om de benoeming van de Leden van de Raad van Be heer te doen geschieden door de Raad en de Voorzitter een lid van de Raad te doen zijn, voldoende wordt gesteund. De heer MUSTERS vraagt of het niet beter is: om dit voorstel een maand aan te houden of misschien tot de volgende agenda. Dan kunnen misschien nog nadere mededelingen worden gedaan dienaangaandeOp het ogenblik kan men er- niets over zeggen. Spreker gelooft de heer van der Velden wel, maar'hij wil er toch ook graag anderen over horen. De heer RAÏSMA merkt op dat er in de zin zoals vanavond over de Stichting Sportpark nog nooit is gesproken. Tot nu toe is in deze Raad vrijwel unaniem lof gebracht aan de beheersinstelling van het Sportpark, Men heeft' indertijd de Stichtingsvorm gekozen hetgeen naar zijn mening een gelukkige vorm is om instellingen als het Sportpark en de Speeltuin, die van de gemeente zijn, te beheren. Men legt daar mee vanzelfsprekend een belangrijke verantwoordelijkheid op dat deel van de burgerij dat met het werk van een dergelijk belangrijke stich ting wordt belast. De mensen doen dat uit burgerzin» Zij wijden zich er aan met ambitie en toewijding en dragen eigen verantwoordelijkheid. Uiteraard heeft de Raad het recht critiek uit te oefenen op de begro ting en de rekening, waar alles gaat onder verantwoordelijkheid van - het gemeentebestuur, maar het is voor de Raadsleden niet te doen 'en zelfs voor het college- niet om de portee van een. dergelijke critiek zo in eens samen te vatten» Spreker overweegt ook even bij het voorstel of de motie die wordt gedaan, of men wei voldoende rekening houdt met het belang van een ze kere continuïteit in het beheer van een dergelijke stichting» Wanneer men zegt"De Raad moet benoemen en uit de Raadsleden moet de Voorzitter worden benoemd", dan houdt dat de mogelijkheid van wij ziging in, terwijl vooral ook mutaties in het Voorzitterschap kunnen optreden. Spreker kan dit niet zo direct beoordelen, maar het zou kun nen zijn dat het èr toe kan leiden dat een bekwaam Voorzitter, die men zou willen houden, aan de kant moet worden gezet, omdat de statuten zo luiden. Het is zijns inziens moeilijk daar op het ogenblik over te beslissen. In verband daarmede kan hij met de heer Musters meevoelen en zegt hij ook: "Laat men het' een maand aanhouden, opdat de leden de- gelegenheid krijgen zich meer te oriënteren en'met enkele mensen van de Beheerscommissie kunnen spreken om zich te overtuigen of alles wat- naar voren gebracht is -steekhoudend is. Men kan dit thans moeilijk be oordelen, omdat een grote hoop cijfers voor ogen is gesteld» Spreker heeft het cijfer genoteerd van 11.000,— tekort. Hij vindt het fan tastische cijfers en hij kan niet direct aannemen dat ze juist zouden zijn.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1954 | | pagina 145