-31-
Mijnheer de Voorzitter, Ik wil'niet zeggen, dat er aan mijn be
toog niet iets zou kunnen haperen. Als er voldoende tijd geweest'was
en ik had 9,11e stukken kunnen inzien die er betrekking op hebben,
zouden misschien mijn cijfers wel anders, maar zeker niet lager ge
weest zijn".
De heer VAD RIESEH heeft niet zo'n buitengewoon groot betoog op
papier staan als de heer van der Velden. Hij zal zich ook niet ver-,
diepen in financiële aangelegenheden, maar hij zou wel even in willen
gaan op het antwoord van Burgemeester en Wethouders, waarin wordt ge
zegd dat, indien de leden van de Raad van Beheer door de Raad zouden
worden benoemd, de statuten moeten worden gewijzigd. Spreker is mede
met de heer van der Velden van mening dat de samenstelling van de
Raad van Beheer buiten de Raadsleden niet van dien aard is dat zij
volledig voldoet aan de zienswijze zoals men die zou moeten hebben
voor het Sportpark. Hij is van mening dat hier meer deskundige perso
nen in zouden moeten zitten, die meer gevoel hebben voort sportaan-
gelegenheden. Hij is ook met de heer van der Velden, van mening dat
het inderdaad is voorgekomen dat er bepaalde candidaten waren die'door
de Raad van Beheer niet werden geslikt en terzijde werden gesteld,
terwijl een ander advies aan Burgemeester en Wethouders werd uitge
bracht, of zodanig werd beïnvloed dat deze personen niet werden ge
plaatst en alleen diegenen werden benoemd die de Raad van Beheer
zelf wilde hebben.
Ook is spreker het met de heer van der Velden eens dat de Voor
zitter van de Raad van Beheer een Raadslid zou moeten zijn, omdat hij'
het zo ziet dat het Raadslid dat Voorzitter is van de Raad van Beheer,
nauw contact moet onderhouden met Burgemeester en Wethouders en met
de Raad. Toen de heer Benner Raadslid was, heeft de Raad zeer zeker
bij monde van de heer Benner verschillende dingen kunnen horen, wan
neer het Sportpark ter tafel kwam en hij meent dan ook met de heer
van der Velden dat het efficiënter zou werken als een van de Raads
leden die op het ogenblik zitting hebben in het Sportpark het Voor
zitterschap op zich nam. Ook kan hij ondersteunen, wanneer daartoe
het voorstel wordt gedaan, dat in den vervolge de Leden van de Raad
van Beheer door de Raad en niet door Burgemeester en Wethouders wor—
den benoemd.
De heerVAN MECHELEN heeft twee opmerkingen van practische aard
en betrekkelijk gering. Er staat zijns inziens een onjuistheid in
het antwoord van Burgemeester en Wethouders. Hij leest:"De toestand
der stoelen is zodanig dat geen enkele stoel buiten gebruik is ge
steld behoeven te worden en geen koster, buiten het verfwerk, sullen
gemaakt behoeven te worden. wannee r in het voorjaar deze stoelen weer
in gebruik komen".
Wanneer speelwerktuigen_en stoelen opgeborgen worden, dan worden
ze niet meer bijgehouden. Wijn ze dan roestig maar niet ingeroest,
dan zullen ze, wanneer men ze in het voorjaar voor den dag haalt, wel
ingeroest zijn. Het verven moet daarom in het najaar en niet in het
voorjaar gebeuren.
Verder leest hij:"De leden die de muziekkiosk enige malen willen
verplaatsen wijzen wij op de daaraan verbonden'kosten De Leden van
de Raad is voorgespiegeld dat de verplaatsing met minimale kosten kon
gebeuren. Het zou geen bezwaar zijn de kiosk regelmatig te verplaat
sen en ook andere stadsdelen van muziek te laten genieten.
De heer HESÏ zegt, dat, .als hij de heer van der Velden goed be
luisterd heeft, er van de Raad van Beheer niets overschiet. Spreker
zou echter vanuit de Raad een ere-saluut willen brengen aan de Raad
van Beheer voor wat men van "Rozenoord" gemaakt heeft. Spreker is
overtuigd dat^de Raad van Beheer zeker fouten heeft gemaakt, maar hij
is ook overtuigd dat er veel goede- dingen zijn gedaan in het belang
van "Rozenoord". Wanneer men in zou gaan op het betoog van de heer
van der Velden, dan kan men sdjns inziens niet.s anders doen dan de-
Raad van Beheer naar huis sturen.
Ook na de opmerking gemaakt door de heer van Riesen naar aanlei
ding van het geval Benner is spreker toch overtuigd dat de heer Ben
ner ook een ere-saluut toekomt voor wat hij voor "Rozenoord" heeft
gedaan. Het is gemakkelijk wat de heer van der Velden doet om op iede
re slak zout te leggen. Spreker is er van overtuigd dat wat de heer