-10- woningen bedroeg per 31 Mei 1947 volgens de opgave van het Centraal Bu reau voor de Statistiek 5466. 50^ van de deelwoningen was op 31 Mei- 19I4.7 volgens het C.B.S. 49» Het aantal afgegeven ministeriële beschik kingen bedroeg 1757het aantal per 1 Januari 1954 n°S te verwezenlij ken herbouw/plichten 27, terwijl het aan de woningvoorraad onttrokken aantal woningen, onbewoonbare woningen dus, op 12 was gesteld» Totaal 7287 woningen. Van gemeentew/ege was opgegeven dat het aantal gezinnen 7102 bedroeg en Gedeputeerde Staten kwamen dus tot de conclusie dat de gemeente Bergen op Zoom een overschot had van 185 woningen en het rela tief woningtekort op 1 Januari dus nihil was. Berekent men de toewijzing uit hoofde van de groei van de bevol king, dan komt men tot de volgende cijfers. Het aantal inwoners per 1 Januari 1953 was volgens de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek 31299» He groei door geboorte-overschot in de jaren 1950 1951 en 1952 was eveneens volgens gegevens van het C.B.S. 1317» Het to taal aantal inwoners per 1 Januari 1956 kon daarom worden gesteld op 32616. Daar gaat af de gestichtsbevolking aanwezig op 1 October 1953 van 2171, dan bedraagt het aantal bewoners van woningen op 1 Januari 1956 totaal 30l4.i+5. De gemiddelde gezinsgrootte per 1_Januari 1956 is geschat op 4>l4? zodat de woningbehoefte op 1 Januari 1956 zou bedragen 7354. Hierbij komt dan nog een gecorrigeerde woningbehoefte van 23 wonin gen, zodat op 1 Januari 1956 Het aantal woningen moet bedragen 7377He woningbehoefte op 1 Januari 1953 was. 7039, zodat de toename der woning behoefte gedurende 1954 1955 ea 1956 zou bedragen 338 woningen, waar voor uit het beschikbare contingent van de Provincie deze gemeente een toewijzing heeft ontvangen van 283 woningen. Aldus is de berekening van Gedeputeerde Staten geweest. Deze cijfers zijn door het college bestre den. De besprekingen werden door de Burgemeester en spreker gevoerd me.t een lid van Gedeputeerde Staten en enkele ambtenaren die met de toewij zing zijn belast en uit de aard der zaak over de nodige cijfers beschik ken. Het aantal afgegeven ministeriële verklaringen bedraagt volgens de cijfers waarover burgemeester en wethouders beschikken 1578 en geen 1757» Hit maakt een verschil van 179 woningen. De gestichtsbevolking was per 1 October 1953 2112 personen en niet 2171 zoals door Gedeputeer de Staten werd opgegeven. Voorts zijn in de woningvoorraad reeds opgeno men de 27 herbo.uwplichten die voor het contingent 1954 1956 zijn opge geven. Deze 27 woningen moeten nog worden gerealiseerd. Burgemeester en wethouders hebben ook bezwaar gemaakt tegen de aftrek van de ll8 mili taire woningen, waarmee de plaatselijke behoefte niet wordt opgelost. Dit zijn immers alle gezinnen die van elders worden aangetrokken en waarmee de woningbehoefte van de eigen gezinnen niet tot oplossing wordt gebracht Bij de besprekingen met Gedeputeerde Staten is er eveneens op ge wezen dat weliswaar per 1 Januari 1954 nog 455 woningen in aanbouw wa ren van het contingent 1951 1952 - 1953? namelijk door de gemeente 375 en door particulieren 80, maar in wezen is deze achterstand voor 3 jaren bevroren en kan de daardoor ontstane achterstand zeker niet wor den ingelopen. Er is toen gewezen op de cijfers uit de practijk, ter wijl burgemeester en wethouders zich niet konden onttrekken aan de in druk dat de door Gedeputeerde Staten gebruikte formule irreëel was. Het werkelijke "woningbezit van Bergen op Zoom was per 1 Januari.1954 6653 woningen. Op 31 December 1950 waren er 5831 woningen. Op 31 Hecember 1950 moesten er zijn 6750 woningen, zodat er een tekort was van 919 woningen, zijnde 15 procent. "De hadden voorts in ons bezit*1, zegt spreker, "een tweetal rappor ten, een van de Provinciale Planologische Dienst dd. Augustus 1952 en een van de gemeente-archivaris, de heer Slootmans, dd. 16 Januari 1951» beide handelend over de toekomstige woningbehoefte van. Bergen op Zoom. In deze beide rapporten nu komt men tot geheel andere cijfers dan in de formule door Gedeputeerde Staten gebezigd, cijfers die meer met de rea liteit overeenkomen en daarom ook voor het gemeentebestuur meer aanvaard baar zijn. Deze beide prognoses zijn zeer deskundig samengesteld en het merkwaardige is, dat beide analyses tot eon ongeveer gelijke becijfering komen. Uit deze rapporten blijkt naar aanleiding van het verloop der be volking van deze stad sinds 1830, dat het aantal inwoners per i960 is

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1954 | | pagina 10