-36- derhoud zullen worden verhoogd. Spreker gelooft echter wel dat het de exploitatie van het gemeentelijk woningbezit ten goede zal komen. Tweede instantie. De heer ASSELBERGS vindt het jammer dat het uur al zo ver gevor derd is, daar er in tweede instantie nog bijzonder veel gezegd zou kunnen worden. Hij zal thans proberen zich te bepalen tot enkele hoofdzaken. Hij moet dan zeggen dat het antwoord dat van de bestuurstafel is gekomen hem op veel punten zeer heeft bevredigd. Spreker gelooft niet dat het ter zake dienende is om op alle punten die behandeld zijn terug te komen. Dat zou de verdere behandeling van de begroting over bodig maken. Een enkel ding zou hij echter toch naar voren willen brengen. Dat is het begrotingstekort zelf. Daar zou hij iets over willen zeggen omdat hier vanavond wederom is gesproken in vergelij king van de begroting van de gemeente met die van andere instellingen. Een dergelijke vergelijking is zijns inziens wel iets ongelijks, de begroting van een gemeente met die van een zaak uit het bedrijfsleven. Daar bestaat wel enig verschil tussen. Het bedrijfsleven heeftslechts een beperkte doelstelling, welke luidt;"Het behalen van winst". Nu is^van de stedelijke onderneming het behalen van winst ook wel het leidend motief, maar daarvoor bestaat de vrijheid om het begrip" "winst" veel ruimer te interpreteren dan het bedrijfsleven doet. De winst van het bedrijfsleven wordt beperkter gezien, wordt enger ge zien en voor het behalen van winst in de gemeenschap die de gemeente uitmaakt, gaat het begrip"winst" veel verder. Daarbij zou men zeker ook kunnenrangschikken de winst op sociaal gebied. Dat is, spreker heeft het in zijn algemene beschouwingen trouwens naar voren gebracht, de uiteindelijke winst in economisch opzicht. Dan heeft hij met genoegen gehoord dat het gemeentebestuur zich op het standpunt plaatst dat het particulier initiatief eigenlijk zou moeten komen tot de inrichting van een gebouw waarin het gemeenschaps leven zou kunnen worden verricht. Spreker gelooft dat dit een juist standpunt is en hij verheugt er zich over dat de hëer Haversians heeft gezegd dat op dit'gebied een en,ander groeiende is. een typische opmerking gemaakt door de heer Haversians, die^hij niet kwalijk neemt, in verband met het vraagstuk van grotere woningen. Hij heeft namelijk gesteld dat een van de problemen die daarbij spelen is dat de grote woning hoge" huur vereist, "Zeker", zegt spreker, "dat is duidelijk, maar duidelijk is ook dat grote' gezinnen in staat gesteld moeten worden grotere huren te betalen.Het behoefte-element speelt wel degelijk een rol en niet alleen het ele ment van de prestatie" Door de heer Broos is er op gewezen, dat, wanneer men inderdaad het gezwel van het maatschappelijk a-sociale wil bestrijden - hij heeft gehoord wat ook de heer Ratsma daarover gezegd heeft - dat'men dan eigenlijk veel moet overlaten aan het particulier initiatief. Het verheugt spreker zeer dat dit naar voren gebracht kan worden. Nu vraagt^hij zich af of Maatschappelijk Hulpbetoon in deze haar beleid mogelijk nog meer in deze richting kan sturen. Het is een algemeen gevaar en hij gelooft niet dat het op dit moment nodig is er dieper op in"te gaan. Toch zou hij er te zijner tijd graag op terug willen komen. Misschien dat het late uur het hem doet, maar spreker heeft wel vreemd opgekeken over de opmerking welke 'de heer Broos gemaakt heeft over de regeringspolitiek die de arbeidersreserve in stand zou wil len houden voor eventualiteiten. Spreker gelooft dat een goed Neder lands spreekwoord zegt:"Men moet het paard niet achter dë wagen spannen", en hij meent 'dat dit hierbij van toepassing is. Wanneer hij dan even de gelegenheid krijgt in te gaan op de po litieke beschouwingen, de beschouwingen over de levensbeschouwing, dan zou hij graag in de eerste plaats blijk willen geven van grote waardering voor de wijze waarop de heer Ratsma zijn beschouwingen daarover heeft gehouden. Dat is voor hem eerlijk gezegd,en hij zegt" dat graag tegen een tegenstander, prettig en hij waardeert dat zeer.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1954 | | pagina 106