T
0
-10-
nood komen klagen,omdat ze zijn uitgerangeerd voor het maandelijks
middagbioscoop jedan is het begrijpelijk meent hij, dat dit allemaal
erg droevig is en er heel wat mensen zijn die met een wrok in het hart
rondlopen. En dan kan hij begrijpen dat men zegt:"Leer om leer", en
dat ze op deze plaats een meer agressiever figuur als hun vertegen
woordiger zouden wensen, dan ondergetekende is. Spreker kan niet on
der woorden brengen hoe ernstig hij het vindt, dat deze mensen buiten
de gemeenschap worden gedrongen. Het leidt onherroepelijk zo al niet
tot het communisme, dan toch tot een communistische geest. Wie buiten
de gemeenschap staat, heeft een van de belangrijkste dingen die het
leven waarde geven, verloren. En dan grijpt men gemakkelijk naar
"Uitersten. Als de eerbied voor de menselijke persoonlijkheid in een
democratische staat verloren gaat, dan is naar zijn stellige overtui
ging de democratie zelf verloren en dan zal het extremisme in een of
andere vorm overwinnen. Daarom meent hij uiting te moeten geven van
zijn grote bezorgdheid daarover. Voor spreker zelf is dit het be
langrijkste wat door hem bij de begrotingsbehandeling kan worden op
gemerkt, want het gaat hier om de mens, om zijn geestelijke vrijheid,
om zijn vrijheid tot arbeid, om zijn vrijheid tot organisatie. God
heeft de mensen niet gelijk geschapen. Zoals Hij de natuur in al zijn
rijke schakeringen doet bloeien, zo wil Hij dat de mens in zijn ver
scheidenheid opbloeit, doortrokken door een Heilige Geest, die ons
allen samenbindt Spreker wenste, dat aan ieder die leiding heeft te
geven aan het geestelijk en maatschappelijk leven in onze stad, de
leiding werd geschonken om in deze geest werkzaam te zijn.
_Spreker komt dan tot enkele meer zakelijke aangelegenheden. Vo
rig jaar heeft de behandeling van de begroting in het teken gestaan
van het Moerdijkkanaal. Uit hetgeen vorige sprekers hebben gezegd, is
wel gebleken"^dat dit punt nog steeds de grote belangstelling heeft
van Bergen op Zoom en hij zou er dan ook nog gaarne enkele opmerkin
gen over maken. Mocht men vorig jaar menen, dat de beslissing niet al
te lang^meer zou worden uitgesteld, men kan nu constateren, dat zé
nog altijd^niet gekomen is. En luistert men naar geluiden elders, dan
gelooft hij, dat men moet constateren, dat ieder vecht voor het be
lang van zijn eigen stad of zijn eigen streek, zoals men die belangen
ziet. Dat is gebleken uit wat de heer Houtman gezegd heeft; het is ook
gebleken uit wat in andere gemeenteraden in deze buurt gezegd is.
Bij spreker is een boekje binnengerold, bevattende het v/oorde-
lijk verslag van de besprekingen in de Rotterdamse gemeenteraad over
deze materie en het wonderlijke is, dat in deze grote gemeenteraad een
eenstemmigheid heerste zoals vrijwel nooit voorkomt. Niemand was er
tegen; allemaal was men het er over eens, dat het kanaal zeker niet
moet komen. Spreker kan er inkomen, dat Rotterdam zo spreekt, omdat
het inderdaad de taak is van het gemeentebestuur om eigen belangen
naar voren te brengen. Maar men mag er zijns inziens wel bezwaar te
gen maken dat men het voorstelt alsof het belang van Rotterdam nu uit
gesproken alleen het nationale belang zou zijn® Een tweede boekje
rolde bij hem binnen van de Nederlands-Belgische Waterwegen Commissie
en de conclusie van deze economische studie is, dat er geen kanaal moet
komen. Men is zo vriendelijk een speciale beschouwing te wijden aan de
Brabantse belangen en wanneer men de wenselijkheid bekijkt, ziet men
dat punt nummer 1 van de Brabantse belangen is de aanleg van een ha
ven^ in Bergen op Zoom. Vervolgens zou spreker willen noemen het voor
stel van de Belgische delegatie, om het tracé van het kanaal ten Oos
ten van Bergen op Zoom te leggen en men heeft vorig jaar hier gehoord
en in het rapport wat de heer Slootmans in het Bergse nummer van
"Brabantia Nostra" heeft uitgebracht, staat het nog eensduidelijk,
dat een Oostelijk tracé voor Bergen op Zoom uiterst nadelig zou zijn.
In de 4-e plaats wil hij noemen het uittreden van de commissie Assel-
bergs uit het zogenaamde nationale comité. Het is hem gebleken uit
de beraadslagingen in de Provinciale Staten, dat deze commissie een
rapport heeft uitgebracht aan Gedeputeerde Staten, dat niet, althans
tot nu toe niet, gepubliceerd is.
V/anneer men al deze dingen beschouwt, dan gelooft spreker, dat
men over de gang van zaken niet erg gerust kan zijn. Toen hij in de