-15- De heer KUIJPERS deelt mede, dat het inderdaad technisch moge lijk zou zijn om zo te 'handelen zoals de heer Houtman heeft gezegd, door elk jaar een bedrag voor studiebeurzen op de begrot'ing te bren gen. Maar van een kant is dat wel een bezw.aar voor degenen die in het bez^t van een studiebeurs zijn en nog niet zijn afgestudeerd. Mant dan zou de raad op een gegeven ogenblik ook kunnen zeggen;"We trekken geen geld meer voor studiebeurzen uit". Spreker gelooft wel niet^dat het zal gebeuren, maar een zelfde argument geldt ook voor de financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten. Op grond van- die verhouding en van de onzekerheid wat ons dienaangaande in de toekomst ooven het hoofd hangt, acht spreker het beter de vorm te kiezen welke burgemeester en wethouders voorstellen. Wat het voorstel van de heer Ratsma betreft; spreker kan er in komen, dat er mensen zijn, die er vooraf onder gebukt gaan, maar hij meent dat deze zeer gering in aantal zullen zijn. Welen die de-ze beurs kunnen krijgen om hun hogere studies daarmee te volgen, zullen öfwel mede in het bezit kunnen komen van een gratis studiebeurs van het Rijk, ofwel zal hun eigen financiële positie dusdanig zijn, dat het geen ontbreekt, bijgespijkerd kan worden.Hun financi'ëel niveau is echter zodanig, dat latere terugbetaling geen moeilijkheden zal ople veren, tenzij bijzondere omstandigheden optreden. Wil men de volle maat geven en de zin van de heer Ratsma doen met een zekere beperking, dan zou de formulering kunnen zijn van artikel 6 sub 3;"De studie beurzen worden verstrekt bij wijze van renteloos voorschot". Daar kan dan^op volgen;"tenzij door burgemeester en wethouders, gehoord de commissie, vooraf ontheffing wordt verleend van terugbetaling tot een bedrag van 50^", Dan wordt niet van alle beurzen automatisch 50/o niet t£.-rugbetaaldmaar laat men het van de omstandigheden afhan gen, of vooraf aanleiding bestaat 50^ vermindering te verlenen. HOUTHAF vraagt of daarmee uitgesloten is, dat volledige ontheffing wordt verleend. ,^e -^e©r KUIJPERS merkt op, dat volledige ontheffing, achteraf nog altijl verleend kan worden. Het gaat er hier om vooraf een studie beurs beschikbaar te stellen, zonder algehele terugbetaling. De moge lijkheid van kwijtschelding staat reeds in de verordening. Het gaat er nu om aan de mensen een bepaalde garantie te geven, dat zij, war neer ze een beurs krijgen van 1.000, zeker nooit meer dan 500,— terug moeten betalen. Of dit bedrag later veranderd zal worden is vers 2? niEEr cl En scxiGpf men de mogG li e"jkh.oid vooraf 50 rfo korfing "b g geven. Men zou dan dus aan deze formulering toe kunnen voegentenzij door burgemeester en wethouders, gehoord de commissie, votraf onthef fing wordt verleend van terugbetaling tot een bedrag van 50#'.' De VOORZITTER vraagt zich af, in hoeverre het mogelijk is, vooraf te bepalen of iemand zal kunnen terugbetalen of niet. Meestal blijkt hetachterafHet aantal lieden dat een beurs aanvraagt en daarna een kapitaal erft, is zeer miniem. Het kapitaal bestaat bij de meesten uit hun handen en hun hersens. Men kan vooraf niet bepalen, of ze een dikke of een dunne kost zullen verdienen5 dat zal meestal ook van het beroep afhangen. Als men musicus wordt, heeft men de kans meestal niet op een dikke boterham, maar als men dokter wordt, is er meer kans dat men een dikke boterham gaat verdienen. Maar men kan het vol gens spreker toch moeilijk daarvan laten afhangen. Hem lijkt het dat kwijtschelding vooraf, vooral als individueel geval, tot grote onbil lijkheden leidt. Spreker ziet er zeer grote moeilijkheden in. "Maar", zegt hij, "de heer Ratsma komt met het voorstel",en daarom zou hij de oplossing ook van diens kant willen la-ten komen. De heer RATSMA merkt op,-dat wat de wethouder voorstelt, ook in het voorstel van-de commissie stond. Bij het nazien van de stukken heeft hij dit echter niet goed begrepen. Hij ziet niet in dat te voren door burgemeester en wethouders al wordt bepaald, of al of niet 50U zal worden terugbetaald. Men moet dan vooruitzien wat de betrokkene later zalverdienen» Dit zou tot willekeur leiden. Zo wil spreker het danook niet gesteld hebben, maar hij zou algemeen willen bepalen dat maximaal 5-0$ wordt terugbetaald onder alle omstandigheden. Spreker kan zich niet veel studies'voorstellen die het mogelijk maken,reeds kort nadat men zijn beroep begonnnn is, het geld terug te betalen. Ook niet als men dokter wordt, want als men als arme jongen dokter

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1952 | | pagina 24