-14-
typen? die het erg bezwaarlijk zullen vinden te worden belast met
een lening die hen het leven verzuurt? omdat er geen tijdslimiet van
terugbetaling is gesteld. Men kan daar nog lang over discussiëren?
maar het is een kwestie van opvatting. Men heeft kennis kunnen nemen
van een serie artikelen welke in de dagbladen verschenen is over de
ellende van de werkstudenten? de minder goed gesitueerden? die wer
ken moeten om hun studie mogelijk te maken. Dat tekent toch wel de
grote moeilijkheden van de kinderen van minder gesitueerden? die stu
deren willen en daartoe de begaafdheid bezitten.
Terugbetaling helemaal afschaffen zal wel niet kunnen? maar spre
ker meent? dat men de terugbetaling toch moet beperken. Hij meent
niet een amendement op dit voorstel te kunnen indienen? daar hierbij
we1 een of meer artikelen zullen moeten worden veranderd? maar hij
zou een voorstel willen doen in deze geest:"Aan een te verstrekken
beurs kan door burgemeester en wethouders de voorwaarde tot terugbe
taling van maximum 50fo worden verbonden". Hij bedoelt daarmede, dat
50io terugbetaling kan worden gevraagd? waarvan dan later eventueel
nog kwijtschelding kan worden gegeven? maar dat de terugbetaling het
totaal van 50^ niet kan overschrijden.
De heer 1ANDA kan zich? na de uiteenzetting van de wethouder? met
het voorstel verenigen? maar hij zou het college willen verzoeken,
bij de terugbetaling de uiterste soepelheid te betrachten.
De heer MUSTERS is blij dat 'de vraag gesteld is welke de heer
Houtman gesteld heeft en door hem is onderstreept. Want met het ant
woord van de wethouder is naar zijn mening veel klaarheid te dien op
zichte gekomen.
Terugkomend op artikel 11 begrijpt hij eigenlijk niet goed? waar
om niet voorgeschreven kan worden hoeveel raadsleden in deze commissie
zullen zittinghebben. Spreker heeft de verordening van andere ge
meenten bekeken en hij vindt het typisch, dat de uitzonderingsbevoegd
heden allemaal gegeven zijn aan burgemeester en wethouders. Zijn ver
trouwen in burgemeester en wethouders is zeer goed. Dat begrijpt men
mogelijk wel, veronderstelt hij? maar hij vindt de motivering van
burgemeester en wethoudersdat er wel eens geheimen zijn? hetgeen
slaat op de omstandigheden van de aanvrager? niet steekhoudend. Ver
schillende leden van de raad zijn lid van Maatschappelijk Hulpbe
toon en van instellingen die credieten verlenen? zoals het Borgstel
lingsfonds. Dat zijn toch precies dezelfde omstandigheden. "We hebben
de eed afgelegd"? zegt sprekeren hebben beloofd? wat dat betreft
onze mond te zullen houden? althans het merendeel van ons". Spreker
sou daarom gaarne willen? dat er een bepaling kwam? als dat tenminste
kan? dat er beslist enkele raadsleden in de commissie moeten zitten.
Het kan zijns inziens niet gebeuren? dat allemaal raadsleden worden
gekozen? maar het zou kunnen gebeuren? dat men er niet een kiest en
dat vindt hij niet gewenst. Misschien kan de wethouder daarmede reke
ning houden.
De VOORZITTER begrijpt de obstructie van de heer Musters niet
goed? waar de raad toch zelf kiest en desnoods elf raadsleden kan be
noemen,
"Maar men kan ook geen enkel „raadslid kiezen"? aldus de heer
MUSTERS.
"Dat moet de raad dan toch zelf weten"? antwoord de VOORZITTER.
Hij ziet werkelijk de moeilijkheden niet in die de heer Musters maakt.
Als de benoeming niet aan de raad zelf was, kon hij zijn obstructie
begrijpen? maar waar de benoeming aan de raad is? heeft men- het in de
hand er zoveel raadsleden in te benoemen als men zelf wil.
De heer MUSTERS dacht? dat burgemee-ster en wethouders met een
voordracht zouden komen.
De VOORZITTER meent? dat het toch wel meer voorkomt? dat iemand
zonder voordracht van burgemeester en wethouders gekozen wordt.
De heer KUIJPERS zegt? dat burgemeester en wethouders wel met
een aanbeveling zullen komen? maar ze wensen de raad toch niet te bin
den.
"Dan zullen we maar op hoop van zegen afwachten"? zo zegt de heer
MUSTERS
De heer VAbT DER KUIJ1 deelt mede? dat het hem? na het. antwoord
dat aan de heer Musters in tweede instantie gegeven is? voldoende
duidelijk is.