-5-
111 VOORSTEL TOT HET BENOEMEN VAN EEN DIRECTEUR VAN DE GEMEENTE-MU
ZIEKSCHOOL.
(Verzameling 1952, nr. 120).
Oe VOORZITTER meent, alvorensaan de raad te vragen wie over dit
punt het woord wenst te voeren, dat het verstandig is, een scheiding
te maken tussen het meer algemene probleem,dat in openbare raadsverga
dering behandeld dient te worden, en een eventuele bespreking van de
personen, wat niet geëigend is behandeld te worden in openbare raads-
IItting. Zo men behoefte gevoelt over persoonlijke kwesties te spreken,
f011Bij gaarne zien, dat men dit te voren aankondigde, waarna hij tot
sloten fitting zal overgaan.
De heer LEIJS zou voor willen stellen dit punt eerst in besloten
vergadering te bespreken.
De VOORZITTER vraagt nog of een van de leden eerst het algemene
probleem ter sprake wil brengen»
De heer BENNER vraagt of het toegestaan is in besloten vergade
ring te gaan. Als er nieuwe aspecten zijn, is dit wel noodzakelijk,
maar over deze drie mensen die op de voordracht staan behoeft men
zijns inziens niet in besloten vergadering over te gaan.
"Zo gauw personen besproken worden", zegt de VOORZITTER, "is het
beter dit in besloten vergadering te doen". Hij heeft de idee dat de
heer Leijs dit wil doen. Dus schorst hij de vergadering om over te gaan
ln besloten zitting.
Na heropening der vergadering wordt direct tot stemming overge
gaan.
Op verzoek van de VOORZITTER wordt het stembureau gevormd door
mevrouw Kreijns1 en de heren Hendrickx en van der Kuijl.
Er worden uitgebracht 20 stemmen en wel op de heer
h. Zomerdijk 10 stemmen
f. de Groot 8
Goudappel 2
Bij de 2e vrije stemming worden wederom uitgebracht 20 stemmen,
waarvan op de heer
B. Zomerdijk 10 stemmen
de Groot 10
Bij de herstemming tussen beide candidaten worden uitgebracht
20 stemmen, waarvan wederom op de heer
H. Zomerdijk 10 stemmen
Y. de Groot 10
Bij loting wordt daarna benoemd verklaard de heer Zomerdijk, die
van deze benoeming in kennis zal worden gesteld.
M VOORSTEL tot het goedkeuren van de jaarrekening van de burger-
LIJKE INSTELLING VOOR MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON OVER HET DIENST-
J AAB"T950.
rzaïnêlTng 1952, nr. 115).
Be heer MUSTERS heeft gezien dat burgemeester en wethouders enke
le aanmerkingen hebben gemaakt. Maar bij de stukken die hij enkele
malen heeft nagezien,heeft hij hiervan niets gevonden. Hiervan heeft
iets bij de stukken gelegen, terwijl dit toch gewoonlijk wel het ge
val is.
Be^heer^VAN DER KUIJL had een zelfde bemerking willen maken en
siuit zich hier dan ook geheel bij aan.
De heer BROOS zal, ter voorkoming dat men weer in besloten zit
ting moet overgaan, proberen in het algemeen iets te zeggen. Anders
zou hij moeten verzoeken de vergadering te schorsen. Hij heeft daar
echter op het moment geen behoefte aan, doch als de heren met het ant
woord dat hij zal geven, geen genoegen willen nemen, dan kan hij
slechts in besloten zitting nadere mededelingen doen.
De heer MUSTERS méént dat dit dan toch wel na de vergadering kan.
De heer BROOS deelt dan mede, dat er inderdaad enkele bemerkin
gen zijn gemaakt door het college van burgemeester en wethouders, naar
aanleiding van de jaarrekening 1950 van Maatschappelijk Hulpbetoon. En
kele bemerkingen zijn niet de moeite daarvan mededeling te doen in de
ze vergadering. Een kwestie wil hij echter wel onder de aandacht van