Spreker gelooft niet, dat het voor degenen die een studiebeurs krijgen een al te zware last is of een mogelijkheid om zich van aan vrage er van te onthouden, wanneer zij weten, dat ze een studiebeurs krijgen met de verplichting van terugbetaling, terwijl ze tevens ook weïe?£. er een mogelijkheid is van gehele of gedeeltelijke kwijt schelding en van een soepele oplossing, d ligt in de bedoeling van het college,-en spreker veronder stelt dat volgende colleges wel'dezelfde gedachte zullen hebben-, 0 werk te gaan, niet alleen Wat het tijdstip van terugbetaling, d+°Erl°°T^ het bedrag van terugbetaling aangaat, iemand die door om-- sranaigneaen nieteen zodanig inkomen verworven heeft, dat terugbetaling mogenjk is, of die na korte tijd voor zodanige financiële lasten zit, §ezinslasten> dat terugbetaling onmogelijk is, zal niet met een mes de keel worden afgesneden. Men zal van zo iemand niet het volle °f zo®ls Sfrylick wilde, een pondje vlees uit zijn ribben zou hij de voorwaarde tot terugbetaling niet willen zien, meent hij, heeft de gemeenteraad, als hoogste gezagscollege nano-m- v gelegenheid hier in te grijpen. In de commissie voor de fi- voS ?e!rste over de kwestie van terugbetaling tegenstrijdigheid. leden was er voor om reeds bij het toekennen van de beurs de mogelijkheid te openen de beurs geheel of ten dele zonder verplichting erugbetalmg te verlenen. In. de commissie voor onderwijs lav de zaak juist andersom. is ook gevraagd naar de onderwijs-instellingen waarvoor een oeurs beschikbaar gesteld kan worden en of de conservatoria, de aca- aemie voor beeldende kunsten en kweekscholen zijn uitgesloten. Dit is natuurlijk niet het geval. Uitgezonderd zijn Hogere Burgerscholen, nycea en Gymnasia. Dit zijn de enige uitzonderingen; voor alle andere studies kan.een beurs gegeven worden. Het is zijns - inziens ook logisch, aar n.L.b., Lycea en Gymnasia zijn uitgesloten, waar deze scholen"in emej gelegen zijn, de schoolgelden naar draagkracht geheven v°^de? ™r minder draagkrachtigen weinig of niets bedragen. lim verstrekken van boeken bestaat hier eveneensde ge legenheid, zodat de kosten laag kunnen zijn en geen beletsel behoeven te vormen om deze studie te volgen. Een 0Pmerking is voortsgemaakt op artikel 11. Door enige leden is gevraagd, cf m deze commissie ook niet een aantal raadsleden moet worden opgenomen Ten deze heeft de raad volledige vrijheid om deze commissie samen te stellen en te kiezen wie men. wil; raadsleden err 11 iet raadsleden. Jij gelooft dat het in verband met de bezetting van de com missie niet gewenst is, voor te schrijven dat -twee raadsleden in de commissie zitting moeten nemen. Het kan voorkomen, dat men meent dat bepaalde personen zeker zitting in de commissie moeten hebben, waar door er minder raadsleden kunnen worden ben»emd dan eventueel in de vei ordening zou worden bepaald. Het zal daarom beter zijn, het aan de practijk over te laten en aan -de raad volledige vrijheid te laten. bpreke-r meent hiermede alle opmerkingen beantwoord te hebben, en hxj eindigt evenals de Romeinse Senator met de wens uit te spreken, dat de woningbouwlening zal slagen. HOUTMAH zou na de uitvoerige financiële uiteenzetting van ae wethouder betreffende het voorgaan van de gemeente in de burgerzin lening, nog het volgende willen vragen!»Is het dan hetzelfde of men het studiefonds daar stelt met het beschikbaar stellen van 100.000,— of dat men een subsidie' verleent van 4.000,— voor hetzelfde doel?" Wanneer dat laatste het geval zou zijn, gelooft hij, dat men met het ver lenen van een subsidie jan 4»000,-- een gunstiger vorm had gevonden, in verpand met de publieke opinie, bij het uitschrijven van de burger zinlening. j 100.000,-- of 4.000,maakt een groot verschil. De heer RAToMA heeft met belangstelling het betoog van de wet houder beluisterd. In hoofdzaak komt het hierop neer, dat de wethouder er de voorkeur aan geeft, het fonds en dus- ook het bedrag dat aan beurzen kan worden uitgekeerd, zo snel mogelijk te vergroten. Wanneer men per jaar j 4.000, uitkeert, die voor 100j£ terugkomen, dan zou na 10 jaar het fonds aanmerkelijk gegroeid zijn. Dat men er de voor keur aan geeft om het fonds zo snel mogelijk te laten groeien, daar kan spreker in komen, maar hij zou gaarne zien, dat men het voor dege nen die jr van profiteren, dragelijk maakt. "Het komt er maar op aan", zegt hij, "hoe men dit-thema bekijkt; de een kijkt er zwaar tegen aan en de ander minder zwaar". Het zijn niet alle mensen, maar bepaalde

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1952 | | pagina 22