Ill
-15-
maand aan 'te houden, Dan hebben de adressanten hun zin en
hnnT,+0S-en.aSd1er^s°?d voorhereiden. Als dit plan mocht doorgaan,
i i iVpy. -1^ niet te kostbaar wordt gemaakt, om het gemakke*
FPt wLWamefr er fen andere gelegenheid is, te kunnen opruimen.
"SnoJ^onwagenkamp staat daar volgens spreker niet op zijn plaats,
Ti ZnS et staat nengens op zijn plaats".
heer BEOTER voelt ook veel voor de mening van de heer Mus-
.p. 1 111 wil graag de zaak een maand uitstellen, dan kunnen burge-
Tw^Jei> wethouders zich in verbinding stellen met de door hem ge
komen sub~comm:issie en zien in welk stadium de nieuwe regeling
is
^De heer DEUS kan inkomen in de suggestie welke de wethouder ten
anzien van het woonwagenkampwerk heeft gedaan. Deze motivering luidt
ecx er anders dan het rapport. Het een is van openbare werken, het
andere van de wethouder. Hij is van mening dat de gemeente toch wel
een gebouwtje kan wegzetten wanneer ook financiële steun van andere
zijde gegeven wordt. Men kan zijns inziens niet van de conferentie
verwachten dat ze zelf een gebouw weg gaat zetten. Indien de gemeente
et nu^niet direct kan doen, zou hij t«ch gaarne zien dat in de toe—
momst iets voor deze mensen gedaan werd.
De heer RATSMA zegt met grote belangstelling te hebben geluisterd
naar het antwoerd van de wethouder en eveneens naar wat de heer Ben-
ner gezegd heeft, die meer gedocumenteerd was dan hij en mededeelde
hoe men van hogerhandhieraan aan het dokteren is. Hu zegt de wet
houder wel:"De ambtelijke molen maalt langzaam en het zal nog wel
eJen duren'! maar men kan toch wel eens eerst informeren hoe het
staat. Dan behoeft men misschien geen 42.000,-- meer ter tafel te
eggen. Wanneer men het kamp wel gaat maken en het goed maakt, dan
an het rijk er zijn oog op laten vallen en wordt dit een permanent
-amp. Daarom stelt spreker voor dit punt een maand aan te houden en
e college te verzoeken na te gaan hoe het met het plan van de rijks
overheid staat.
Ze 'keer VAN DER KUIJI vraagt of burgemeester en wethouders defi-
itief^weten dat het zo is, dat,als het kamp daar wordt gevestigd, de
wegen in orde gemaakt kunnen worden.
"In verband met de wegen kan deze zaak zeker door gaan", zegt de
VOORZITTER. "Het kan zijn .dat de onderhoudslast van de wegen voor de
eigenaren te zwaar wordt en dat gezegd wordt:"Gemeente, willen jullie
dat niet overnemen?". Het is in elk geval een openbare weg; deze weg is
voor iedereen toegankelijk,voor U en voor mij", zegt hij, "en ook
voor de woonwagenbewoners. Als het drukker wordt, zal dezo weg zeker
meer te lijden hebben. De eigenaren zijn echter verplicht de weg te
onderhouden. Dat zal voor de eigenaren een last meebrengen, waarvoor
ze^wel naar de gemeente zullen komen. Als de gemeente al geen bevoegd
heid heeft,-maar de heer Kuijpers meent dat dit wel het geval is-,
aan komt men wel naar de gemeente met de vraag of zij de weg wil on
derhouden, Elke weg die op de wegenlegger staat, is een publieke weg'.'
keer VAN DER KUIJI neemt aan, dat de eigenaren zullen zeggen:
De weg heeft te lijden door het rijden en rossen, laat daarom de
gemeente de weg ook maar onderhouden".
De VOORZITTER merkt op dat daarom ook is gezegd dat het onder-
o Z,00F rekening van de gemeente genomen moet worden.
keer VAN DER KUIJI ziet op de tekening dat het gehele terrein
nij "esdag genomen wordt door het kamp, maar slechts een klein
gedeelte, zodat de huidige huurder voor het grootste deel in Septem
eer weer kan inhuren. Spreker meent dat dit althans geen bezwaar kan
zijn. Want in de notulen welke in deze vergadering zijn aangenomen
kan men lezen, dat de tuinders beweren dat zij van,diefstal en der
gelijke van de zijde van de woonwagenbewoners geen last hebben. De
aangewezen plaats lijkt hem wel en als er goed toezicht wordt gehou
den en men het behoorlijk in orde kan maken, dan vindt hij de plaats
zeer geschikt.
De heer MUSTERS zegt dat, als hij het goed bekeken heeft, het
kamp komt te staan waar de asperge-bedden liggen. "Is deze grond riet
verhuurd?", vraagt hij.