-9- Op de tweede plaats wil hij 'het hebben over de toegangswegen. In het rapport wordt over de toegangswegen gesproken en daar staat ge noemd de toegangsweg vanaf Meilust. Opgemerkt wordt dat deze weg ligt op gemeentegrond. Dat zegt hem echter niets. Er zijn verschillende Halsterse belanghebbenden bij hem geweest die beweren dat de grond, niet van de gemeente is. Zelfs in de brief welke de leden ontvangen hebben staat dat het woonwagenkamp slechts bereikt kan worden over wegen die het eigendom zijn van de eigenaars der belendende percelen. Spreker weet het niet; hij heeft er geen uitsluitsel op kunnen krijgen» Een paar dagen is hij maar weinig in Bergen op Zoom geweest en hij heeft dit niet meer kunnen nagaan. Maar hij veronderstelt dat de wet houder hem hierover wel zal kunnen inlichten. Als het echter is zoals men hem beweerd heeft, dan zal deze kwestie volgens hem nog wel moei lijkheden geven. Hij leest verder in het rapport dat water en electriciteit wel in de nabijheid aanwezig zijn, doch niet van Bergen op Zoom kunnen worden betrokken, "Van wie dan wel?", vraagt hij. Als het van Halsteren is, hoopt hij, dat men beide-- dan zal kunnen krijgen. Wat het bezwaar betreft van de N.V. Plastica zegt spreker, dat het kamp hier midden in de tuinbouw- en landbouwgronden van Bergen op Zoom komt te liggen. Een ideale plaats is het in ieder geval niet. Ook de waterkwestie vindt hij zo maar eigenaardig. Algemeen bekeken, is het volgens hem geen ideale oplossing. Deheer LBÏJS zou de kwestie van de plaats als zodanig slechts zijdelings aan willen roeren. Hij gelooft dat men voor een fait accom pli geplaatst wordt. De plaats waar het woonwagenkamp op het ogenblik is, is onhoudbaar. Niet zo zeor voor de omwonenden, maar omdat het mid den in een woningcomplex zal komen te liggen. Wat Halsteren aanvoert, omdat het aan de grens van Halsteren komt te liggen, zal men straks, wanneer het aan een andere kant wordt gebracht, ook kunnen horen, want een dergelijk kamp zal altijd aan de grens van de stad moeten komen. Spreker heeft gezien, dat op de vraag van de instelling welke het woonwagenwerk verzorgt en de mensen opzoekt om ze maatschappelijk op een hoger niveau te brengen, om een gebouwtje voor dit werk weg te zetten, afwijzend wordt geadviseerd. De motivering is, dat het ge bouwtje voor andere doeleinden zou worden gebruikt dan waarvoor het be stemd zou zijn. "Stel voor", zegt spreker, "wanneer er een stal ge bouwd wordt en er worden andere dingen weggezet, dan zullen deze ook wel eens voor andere doeleinden gebruikt worden. Als deze instelling 1 een klein vertrekje, een klein gebouwtje zou krijgen, dan wordt daarmee de mogelijkheid geschapen voor een persoonlijk contact met de woonwa genmensen" Wanneer deze mensen met vader of moeder komen praten, zal het gemakkelijker zijn wanneer dat in een apart vertrekje kan gebeuren, dan in de v^oonwagen, waarin maar weinig ruimte en comfort is en men al tijd kinderen om zich heen heeft staan'J Spreker zou dan ook gaarne zien, dat aan dit verzoek tegemoet gekomen werd. De heer RATSMA is niet een van de leden geweest die herhaaldelijk hebben aangedrongen op verplaatsing van het woonwagenkamp,- Hij had zich voorgesteld dat bij elke verplaatsing van het kamp van allerlei kanten bezwaren zouden komen. De leden die zo voor verplaatsing gepleit heb ben, zullen de laatste dagen wel hebben ondervonden, dat er van andere kant hiertegen veel bezwaren gemaakt zijn. Niemand is er op gebrand een dergelijk kamp in zijn naaste omgeving te bezitten en daarom kan hij de protesten wel begrijpen. Spreker gelooft dat de raad deze avond voor een tamelijk moeilijke beslissing staat. Dat wat de plaats be treft. Maar spreker gelooft ook dat voor de gemeente zelf het bezit van een dergelijke woonwagenbevolking niet direct behoort tot. een aantrek kelijk bezit. De gemeenten schuiven deze mensen graag op elkaar af, omdat er weinig nuttige productiviteit van uitgaat en er voor de ge meente kosten aan verbonden zijn. Niet alleen aan de inrichting van het kamp, maar de dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon weet daar ook wel van mee te praten. Niettemin is spreker van mening, dat uit sociale overwegingen iedere gemeente een taak heeft en iets moet doen. Hij ge looft dat deze materie alleen bevredigend is op te lossen, als er van hoger hand, in provinciaal of in rijksverband, enige orde wordtge schapen. Spreker meent gehoord te hebben dat dit op de helling is en

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1952 | | pagina 219