-11- ben dan anderen, nog weer te belasten met een dergelijke schuld aan de gemeente, die op morele gronden niet verdedigbaar is,Het voorstel van burgemeester en wethouders is zo gesteld, dat het duidelijk is dat men^dit moet zien als een voorschot en dat alleen in bijzondere omstandigheden uitstel kan worden verleend. Dit zou practisch hierop neer kunnen komen, dat men nog jaren, ja een heel leven lang, zit voor deze schuld en de terugbetaling er van, Men weet niet wanneer men kwijtschelding krijgt. Dit terugbetalen gaat op het leven van de betrokkenen drukken. Spreker zou daarom het besluit zodanig willen formuleren, dat er in staat dat aan het verstrekken van een beurs de voorwaarde tot terugbetalen kan worden verbonden. Dat klinkt heel wat soepeler. Daaruit blijkt duidelijk, dat men het geld niet behseft terug te betalen. Maar wanneer de omstandigheden buitengewoon gunstig zijn en ook_de perspectieven zo zijn, dat deze de allerbeste ver wachtingen inhouden, dan kan men bepalen, dat onder deze uitzonder lijke voorwaarden wel terugbetaald wordt. In een voorstel van anderen heeft spreker gelezen, dat men zich verbindt 5 jaar terug te betalen. Ook dat vindt hij soepeler. Dan heeft men tenminste het perspectief dat de schuld niet het gehele leven lang blijft drukken, als men er de eerste 5 jaren niet toe in staat is geweest om ze af te ltssen, In de financi'éle commissie is men volgens spreker tot de conclu sie gekomen, dat het mogelijk zou zijn, zo het niet wel mogelijk zal zijn een geheel vrije beurs te geven, de terugbetaling te beperken tot een maximum, van 50%. In de stukken heeft hij de formulering van dit voorstel niet erg goed begrepen. Zijn bedoeling was, dat hoog stens 50% zou moeten worden terugbetaald, in deze geest, dat aan het verstrekken van een beurs door burgemeester en wethouders de voor waarde kan worden verbonden van terugbetaling van maximum 50%, Mei, de opmerking van de heer Benner is spreker het niet eens. Hij is van mening dat men op morele gronden niet verantwoord is, wan neer men deze jongelui onder zulke moeilijke omstandigheden laat stu deren, Hij zou zijn voorstel dan ook graag aan de raad in overweging willen geven. De heer VAN DER KÜIJI zegt, met zijn wensen betrekkelijk kort te kunnen zijn. Deze betreffen uitsluitend artikel 11 van het reglement waarop ook de heer Musters reeds gewezen heeft. In dit artikel staat' dat een commissie van 5 tot hoogstens 11 personen zal worden benoemd' maar daarbij wordt niet uitdrukkelijk bepaald, dat in deze commissie 1 cf meer raadsleden zitting kunnen «f zullen nemen. Hij acht het toch' wel gewenst, dat deze bepaling wordt opgenomen en hij verzoekt burge meester en wethouders met deze wens, welke thans door twee. leden is geuit, wel rekening te willen houden.Hij zou graag zien dat iemand van de raad. in deze commissie zitting heeft. Spreker weet wel, dat de raad zlGtL -^ari laten^voorlichten, maar waar de raadsleden toch de ge kozenen des volks zijn, acht hij het gewenst, dat een of meer leden in deze commissie zitting hebben. De heer- KUIJPERS is blij, dat de heer Houtman bij de behandeling van dit voorstel het woord "woningbouwlening" ter tafel heeft gebracht. iïeZ6^ moet men dat bi^ ieder voorstel doen. Het kan er niet voldoende ingehamerd worden, Men moet doen als de senator in de senaat van net oude Romeinse Rijk, die bij elk punt dat behandeld werd zei: En üartnagc moet toch verwoest worden". Met een variant hierop zou hij hier, zowel in de vergadering als buiten de vergadering willen zeggen: "En toch moet de lening slagen", "Maar"zegt spreker, we kunnen deze lening niet'doen slagen door er gemeentegeld in te pompen. Men k,an gemakkelijk zeggen:"Stop er eenmillioen in en men heeft,een millioen", maar men kan niet uit niets iets maken. Als de gemeente een ton in de lening steektschiet men er niets mee op. Dan krijgt men geen 100.000,— «p tafel. De fout ligt in deze rangorde. Er is een batig-saldo gekweekt in de af gelopen jaren van sgh hall millioen gulden, welk geld echter niet zo maar in de safe bij de gemeente-ontvanger ligt. Men kan niet naar het^kantoor van de gemeente—ontvanger gaan en zich verlustigen in het gezicht van een half millioen. Dat ligt daar niet. Dat half millioen is opgenomen in de gewone middelen voor .de -financiering van kapitaals— werken welke uitgevoerd zijn» Hadden we", zegt spreker,"dat batig sal— 4o niet gekweekt, dan zouden we in de afgelopen jaren genoodzaakt zijn

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1952 | | pagina 20