-10- De heer KüIJPERS antwoordt hierop "bevestigend. De heer BENNER zegt dat deze materie een punt van uitvoerige discussie heeft uitgemaakt in de commissie voor onderwijs, kunsten en wetenschappen. Hij zou zijn collega aan zijn linker zijde graag wil len steunen in zijn suggestie om deze 100.000,te plaatsen in de Burgerzinlening. "Maar", zegt hij,"dat is, zoals we dat in de commis sie bekeken hebben, niet mogelijk. Want naar het inzicht van de wet houder namelijk heeft men dit bedrag weten 'over te sparen. Boor de zuinigheid van het bestuur is er een overschot van 600.000,En hiervan zou men 100.000,afnemen om het studiefonds te vormen. Bat wil echter niet zeggen, dat we dat geld voor het fonds zo maar hebben liggen. Bat is vastgezet elders". Spreker is het met het voor stel van burgemeester en wethouders voor 100^ eens. Ook kan spreker zich verenigen met de vraag door de heer landa aangehaald, dat even tueel minder draagkrachtige personen zullen weerhouden worden, omdat ze na afloop van de studie het bedrag moeten terug betalen. Be be oordeling of terugbetaling al dan niet nodig is, wordt aan burge- meester^ en wethouders overgelaten. Burgemeester en wethouders hebben soms^wel wat veel vrijheid, maar hij meent dat het hierbij toch wel op zijn plaats is. Men kan zijns inziens echter pas beoordelen of minder terugbetaald moet worden, wanneer de feiten zich voordoen.Men kan dat niet bepalen 5 jaar op voorhand. Het voorstel van burgemeester en wethouders acht hij dan ook voor de volle 100^ acceptabel. ^Be heer RATSMA acht het met de vorige sprekers een gelukkig ver schijnsel, dat er de laatste jaren een overschot gekweekt is op de gewone dienst en dat men daardoor in staat is kapitaal af te zonderen, uit de rente waarvan studiebeurzen kunnen worden verstrekt. "Wanneer we weten hoe het er tegenwoordig met de studie bij staat en dat, met name ook bij vele mensen die vroeger wel in de ge legenheid waren hun kinderen te laten studeren, nu door de gestegen levenskosten en de niet in overeenstemming daarmee gestegen salaris sen, ^de mogelijkheid in veel mindere mate aanwezig is, is het begrij pelijk, dat niet alleen in Bergen op Zoom, maar ook bij provincie en rijk de drang naar voren komt, om studiebeurzen te verstrekken. Be meest begaafden kunnen hiervan profiteren en door hun studie later de gemeenschap weer van dienst zijn". Spreker heeft dit voorstel met grote vreugde begroet, maar hij heeft daarbij toch een belangrijke aanmerking, wat voor hem een groot bezwaar is. In de financiële commissie heeft hij deze kwestie ook doorgepraat. Het betreft de reeds door twee sprekers genoemde te rugbetaling van voorschotten. Hij is van mening dat, wanneer inder daad minder draagkrachtige jongelui of jongelui van minder draagkrach tige ouders van beurzen gebruik maken en hun studie aan de hoge school moeten volbrengen, wat een jaar of 5 - 6 zal duren, en daardoor gemeente niet zoals de heer landa zegt 1000,opnemen, maar j 6000, het wel erg bezwaarlijk zal zijn dit terug te betalen. Burgemeester en wethouders hebben dit waarschijnlijk ook al gevoeld. ^oelichting staat, dat het eigenlijk wel prettig moet zijn,dat men dit niet cadeau krijgt. Be idee dat men het geld later kan terug betalen, moeteen prettig idee zijn. Maar spreker gelooft, als het waar is dat dit^een prettig gevoel geeft, dat deze steeds oplopende schuld, na een jaar of 6 toch een dusdanig bezwaar zal geven en een obsessie zal worden, dat dan het prettige gevoel al lang verdwenen is en plaats maakt voor een- zeer somber gevoel en een nog somberder perspectief. Het is zo, dat afgestudeerden op een leeftijd van 24 h. 25 jaar en c ook al op een bijna huwbare leeftijd gekomen, moeten gaan sparen om een gezin te kunnen formeren.' Beze vrijgezellen moeten een zeer zware belasting betalen. En dan gaat men deze taak nog verzwaren door hen te verplichten om voorde terugbetaling te sparen. Be last welke men van deze mensen vraagt is dusdanig rigoreus, dat het ondoenlijk zal blij ken die 6000,— aan de gemeente terug te betalen. Nu kan men wel zeggen; Burgemeester en wethouders kunnen soepelheid betrachten" en dat is ook zo, maar wanneer men het voorschot geeft aan gewetensvolle jongelui, dan zullen zij deze schuld als een zware last op hun leven voelen. Spreker ziet niet in dat het verantwoord is, om deze jonge lui, die uit andere maatschappelijk kringen stammen-dan waar gewoon lijk studenten uit voortkomen en daardoor toch al moeilijker studie en studieleven heb-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1952 | | pagina 19