-6- In artikel 7 van de verordening staat tenslotte, dat ze in wer king treedt met ingang van de meter-opname voor Mei en Juni. Hij meent daaruit te moeten afleiden, dat vanaf Mei en Juni de tariefverhoging intreedt en dat men niet de meter-opname van Mei en Juni laat gelden voor de tariefverhoging. De heer VAN MECHEEEN merkt op, dat in zijn fractie ook is bekeken, dat er samenwonenden zijn, die met hun twee'én genieten van de 240 kWh, Maar hij vindt het van belang, hier niet veel over te spreken, want dan krijgt men ook, dat het vastrechttarief in gedrang komt. En wanneer men tot splitsing overgaat, zal dat voor de betrokkenen nadelig werken in plaats van voordelig. De heer BUTIJN zegt, dat, wanneer men de tariefverhoging bekijkt, deze voortvloeit uit twee omstandigheden. Ten eerste wordt de afschrij- ving gebaseerd op de vervangingswaarde en op de tweede plaats op de duurdere stroom-inkoop van de P.N.E.M. Afschrijven op basis van de vervangingswaarde was tot nu toe niet gebruikelijk. Spreker vraagt zich echter af: Zijn we al niet zo ver Als men de begroting ziet van het electriciteitsbedrijfdan ziet men deze^belast met een bedrag van 99.250,voor aflossingIs dat af lossing en geen vervangingswaarde vraagt spreker. Jdaar dat doet er zijns inziens niet toe. Er komt een post op voor van 99,250,voor aflossing. "Is dat niet voldoende", vraagt hij, om tot de vervangingswaarde te komen?»Men zegt, dat er nog 56.000,— aan ontbreekt. Men moet 150.000,-- hebben om tot de vervangingswaarde te komen. Dat kan spreker niet beoordelen. Op de tweede plaats wordt deze verhoging gemotiveerd door verho ging van de kosten voer de P.N.E.M. Dat kan wel waar zijn, maar ook daar kan spreker niet over oordelen. Er is geen enkele berekening bij. De P.N«E»M» ■-is ie.sn groot-indmstri'è el en zal' er zijns inziens ue laatste cent wel uithalen. Spreker had liever gezien, dat er een begroting bj.j was geweest, b.v. van 1951, met variabele en vaste kos ten. Berekent men de prijs van de kolen zo hoog, dan moet de stroom zo duur zijn. Dan had men tenminste een idee of het noodzakelijk was. De VOORZITTER spreekt er op de eerste plaats zijn voldoening over uit, dat er in de raad algemene instemming met het voorstel bestaat. Hetis, zoals .de meeste sprekers opmerkten, altijd onaangenaam met oen tariefverhoging te komen. Y/ij zouden het allen plezierig vinden, wan neer er tariefverlaging c.q, belastingverlaging zou kunnen komen. Maar er_komen alleen prijsstijgingen. Men heeft dat gezien bij alle moge lijke artikelen, van schoenen tot tabak,0 van levensmiddelen tot huis inrichting. Maar de prijs van elêctrische energie is ver achter geble ven bij de stijging van de andere kosten van levensonderhoud. Dat men een meer zakelijke politiek gaat voeren, is juist; dat is ook door de beer Ratsma aangetoond» Bij de besprekingen zijn voorts enkele detailpunten naar'voren gekomen, waarover hij gaarne nadere inlichtingen wil verstrekken. Door de heer Leijs is er op gewezen, dat de maximaalmeters be trekkelijk onredelijke dingen zijn, omdat degene die met een maximaal- meter werkt, aanzienlijk hoger belast wordt dan een andere verbruiker. Door- de heer Leijs is in de gauwigheid een berekening gemaakt, waaruit zou moeten blijken, dat de electriciteitsverbruikers die een maximaalmeter hebben, niet zo'n erg zware belasting geven. Hij ging aarbij uit van^6750 aangesloten panden en veronderstelde, dat 750 daarvan een maximaalmeter hebben. De overige 6000 zijn gewone huizen. schat de gemiddelde belasting van de woonhuizen op 200 Watt. Dat geeft een belasting van 1200 KW. tengevolge van normaal huishoudelijk verbruik. De straatverlichting schat hij op 100 kW. Samen derhalve 1300 kW. Verder gaat hij uit van de totale belasting, die 1700 kW. be draagt, zodat er voor de verbruikers over maximaalmeters400 kW over blijven. Hij vraagt nu, of deze belasting van 400 kW zo ongunstig is, dateen apart tarief moet worden gehandhaafd. Spreker zal trachten om, indien hij de cijfers van de heer Leijs juist heeft genoteerd, op diens gegevens voort te bouwen. Door de heer Leijs is aangetoond, dat 750 verbruikers over maximaalmebers samen een belasting geven van 400 kW. Dat is per verbruiker derhalve ruim 500 Watt. De heer Leijs heeft

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1952 | | pagina 191