-2- tot burgemeester en wethouders en deze zijn verplicht daarop te ant woorden. Iets anders is het met de daden van zelfbestuur, omdat burge- meeS;fr.^n wethouders deze' daden stellen niet uit hoofde van een be voegdheid die hen door de raad gegeven is, noch ter uitvoering van re- gelen door te raad gesteld. Zo zegt de Hinderwet wat burgemeester en wethou erszullen moeten doen ten aanzien van de hinderwetsvergunnin gen. Hier is geen sprake van opdracht van de raad, noch van delegatie van een regeling van de raad. Het is de uitvoering van een wet. En nu rijst de vraag,^of burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester ook verantwoordingsplichtig aan de raad zijn over deze daden van zelf bestuur. Op het ogenblik is het zo, dat wordt aangenomen, dat burge- me-ff^er+en weIhouders wettelijk niet verplicht zijn omtrent daden van zelxbestuur de raad de antwoorden te geven dié hij verlangt. Aan de andere kantis het echter zo, dat burgemeester en wethouders het soms plezierig vinden, over daden van zelfbestuur een en ander in de raad te kunnen vertellen, als deze zaken van voldoende openbaar belang zijn om deze m de raad te behandelen. Burgemeesteren wethouders zullen de heer Scheppink, als de raad +a^i06 in het onderhavige geval gaarne in de gelegenheid stei^en zijn interpellatie te houden. De hinderwetskwestie van Meche- len is^een typisch geval, dat door openbare behandeling tot beter be grip,niet alleen van de raad maar ook van de andere betrokkenen, kan leiden. Spreker^zegt hierover uitvoerig te zijn geweest, omdat het naar- zijn^mening juist is dat wederzijds de grens van wat recht is en an derzijds van wat wenselijk is even gesteld wordt en afgebakend. Spreker stelt voor, de heer Scheppink, na afhandeling van het laatste agendapunt in de gelegenheid te stellen zijn vragen,die schrif telijk gesteld zijn,nader toe te lichten. He raad gaat hiermede zonder hoofdelijke stemming accoord. II. INGEKOMEN a. T STUKEEN: e d e pu "teerde ~~s~ e-Hertogenbns ch, van "27 Februari Noord-Brabant te G. nr 1952, s-Hertogenbosch, 28C54-, IIïe afde ling, Mededeling van het Koninklijk besluit van 13 Februari 1952, iPr* houdende goedkeuring van het raadsbesluit dd. 26 Octo ber 1951, nr. 152 tot het vaststellen van een verordening, re gelende de heffing en de invordering van slachthuisrechten de gemeente Bergen op Zoom. m op h« ^É£PjlIe.eHde staten van Noord-Brabant te s-Hertogenbosch, s-Hertogenbösch, 12 Maart 1952. G nr. 2291" jaar 1951, e wijziging gemeente-begroting voor het dienst- 0 ent raai Bureau voor Verificatie en Financi'ële Adviezen der van Nederlandse Gemeenten 'te s-Gravenhages-Gra van venhage boeken gemeente-ontvanger over het 1e kwartaal Controle kas en Algemeen Burger Gasthuis te 7 Maart 1952. Toezending rapport van kasopname bij de secretaris-penning- meester van het Algemeen Burger Gasthuis per 1 Maart. 1952 door L.J, Aarnoudse. e* Burgemeester^en wethouders van Bergen op Zoom, Bergen op Zoom, Besluit tot het aangaan van een kasgeldlening, groot 700.000,— met de n.v. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te 1s-Gravenhage voor hettijdvak 15 Februari 1952 tot 15 Mei 1952, ten behoeve van de financiering van de bouw van 172 woningen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1952 | | pagina 162