-32-
De heer MUSTERS meent, dat men de raad met dit voorstel voor
een fait accomplisteltMen kan het echter ondervangen, door het be-
drag op de begroting te plaatsen, maar nog niet te bepalen dat een
dubbeltje per peroon gegeven wordt.
"Men kan", meent de heer KUIJPERSook iedere subsidie uit de
begroting halen en bij afzonderlijk voorstel behandelen".
De heer MUSTERS zou op het ogenblik geen uitspraak willen uit
lokken. De begroting behoeft er immers niet door te worden gewijzigd,
wanneer men doet zoals hij heeft voorgesteld.
De VOORZITTER ziet helemaal geen bezwaar om 'dit punt thans te
behandelen..
De heer RATSMA acht het ook geen bezwaar het voorstel thans te
behandelen. "Maar", zegt hij,"stel dat de raad het afstamt. Dat zou
wel bezwaren opleveren en die wil de raad juist voorkomen".
De VOORZITTER concludeert hieruit, dat sommige leden dit voor
stel dus liever in de raad behandeld hadden,voordat de begroting aan
de orde kwam.
De heer KUIJPERS meent, dat men de suggestie kan overnemen en
kan zeggenjSubsidie Brabants Orkest c.a." en dit punt zo te behan
delen.
De heer MUSTERS vraagt zich af, waarom het 10 cent per inwoner
moet zijn en geen 7 cent.
De heer HOUTMAN heeft met een subsidie van 5 cent accoord kun—
ne? fa^'. maar hij heeft zich vast voorgenomen, het hierbij te laten,
ornaat hij 5 cent per inwoner voor het Brabants Orkest voldoende ver
woord. vindt, doch een hoger bedrag niet. Spreker is dan ook tegen
het voorstel om 10 cent te geven.
De heer RATSMA merkt op, bij de algemene beschouwingen reeds het
zijne Hierover te hebben gezegd. Hij heeft niet het juiste inzicht
in aeverhouding van de subsidies die men uitgeeft voor culturele
T°en ilei: BraDants Orkest begon, heeft hij het toegejuicht
a orkest m Brabant kwam en begon men, in overeenstemming met
andere gemeenten, 5 cent per inwoner te geven. Als men daar mee be
gint, ziet men wel, dat men niet weet waar men mee moet ophouden. Als
men zo n orkest helemaal heeft, komen er andere dingen en worden de
kosten hoger. De moeilijkheid is nu:Moet men meegaan met de suggestie
van de Vrienden van het Brabants Orkest, om te proberen het orkest
waarmee men bogonnen is, in stand te houden."Men moet het", meent
spreker,"ook niet zo zien, dat men zegt;"Het kost ons 3000,— en
wat krijgen we er voor?"".Hij vindt echter wel, dat het practische
nut van de plaatselijke verenigingen groter is en dat deze vereni
gingen de mensen een zeer gezonde ontspanning geven van culturele be
tekenis. In dit verband ziet' hij toch wel een bepaalde verhouding
tussen deze subsidies. Persoonlijk meent hij, dat de subsidie van het
Brabants Orkest aan de hoge kant is. Hij hoort nu dat het dagelijks
bestuur genegen is de plaatselijke verenigingen tegemoet te komen.
Als de subsidie-voorstellen van de kant van burgemeester en wethouder
wat royaler zijn, is erzijns inziens misschien wat voor te.zeggen,
ook van deze kant wat bij te dragen. Hij wil gaarne trachten aan het
werk dat-menmet het Brabants Orkest begonnen is, wat meer bij te
dragen. ^Het is echter moeilijk, te beoordelen of het een dubbeltje
moet zijn. De suggestie is van den Bosch uitgegaan en zijn vraag is
nu, of het door anderen reeds is overgenomen en of ook elders al be
sloten is het dubbeltje te geven. Het is een grtte uitgave, maar het
belang van het BrabantsOrkest mag men ook niet uit het oog verliezen
De heer BENNER meent gelezen te hebben, dat er minstens twee
uitvoeringen moeten worden gegeven. Als er niet meer en niet minder
gegeven worden, betekent dat 1500,per uitvoering. Dat komt dan
°P 3j50 voor elke bezoeker. Dit vindt hij,-in aanmerking nemend de
subsidie die aan de zangverenigingen gegeven wordt-,overdreven veel.
Hij gelooft dan ook niet, dat hij voor dit voorstel kan stemmen.
De^heer^LEIJS kan niet beoordelen, of het 10 cent of 5 cent
moet zijn. Hij zou willen vragen, of burgemeester en wethouders el
ders inlichtingen hebben ingewonnen en of het bekend is wat andere
gemeenten gedaan hebben.