-20-
De heer HOUTMAN ziet dat in het antwoord gezegd wordt dat een
raming van de ontvangsten, verband houdende met het beschikbaar
syenen van materiaal door de brandweer inderdaad ontbreekt en dat
wqo '1'1^n °orzaaB vindt in het feit dat de o'ntwerp-begroting gereed
V00r aV de in.de vergadering van 31 Augustus vastgestelde ver-
oraening op de heffing en invordering van rechten, wegens het ver
strekken van diensten en het verrichten van werkzaamheden met tiide-
lijke beschikbaarstelling van materiaal, deKoninklijke goedkeuring
had verkregen, hetgeen is geschied op 14 December.
Dit antwoord bevreemdt hem, daar hij in de vergadering van
Augustus, toen de verordening ter sprake kwam, de vraag hjeeft ge-
steld, waar de gelden verantwoord waren, die in het verleden voor de
zelfde werkzaamheden en diensten waren ontvangen. Geantwoord werd toen
dat dit wel verantwoord zou zijn onder hoofdstuk III en daarbij werd
toegevoegd dat hij nadere inlichtingen ter secretarie kon verkrijgen
en men dit niet in een vergadering moest vragen. Hij heeft getracht
te bevoegder plaatse de inlichtingen te verkrijgen. Men heeft daar
toegezegd z'n best te zullen doen om het te onderzoeken, maar het
is spreker niet gelukt iets naders te weten te komen. Ook in de ver
gadering van de commissie van onderzoek van de begroting heeft men
em niet kunnen inlichten. En daarom zou spreker weer willen komen
met de vraag welke hij in Augustus gesteld heeft n.l.swaar zijn deze
inkomsten verantwoord en waar bleven de gelden die in het verleden
voor werkzaamheden door de brandweer verricht, ontvangen zijn?
de Deskundigen de inlichtingen niet kunt krijgen, zegt
de VOORZITTER dan kan ik het zeker niet zeggen. Maar ik zal het gaarne
nagaan, dan krijgt u er nog nader bericht over.
Hoofdstuk IV, Volkegezondheid.
sten"inzake bad- en zweminrichtingen.
7wp-m?! 5®!roL?ïJS+zeft dat hfn ter ore is gekomen, in verband met het
zwemmen dat collectief gebeurt door de scholen, dat de ene school
betaalt en de. andere niet. Dat lijkt hem onjuist.
De VOORZITTER merkt op dat de heer Leijs de gegevens hierover
het best kan doorgeven aan deheer Iluijpers.
De heer LEIJS zegtverder dat een van de leden in de commissie
van onderzoek de wenselijkheid naar voren heeft gebracht, om de ver
koop van chocoladedranken en ijs in de badinrichting te staken.
zou hij niet juist vinden» Spreker zou het heter vinden wanneer
het personeel er op attent werd gemaakt dat er voor moet worden zorg—
gedragen, dat geen papieren in het water terecht komen.
De heer BUTIJN wil thans terugkomen op de vraag welke hij vorige
eer heeft gesteld^over^het T.B.C. onderzoek. Toen was hij buiten
ae orde en daarom is hij er niet verder op ingegaan. De Voorzitter
veelt toen gezegd dat hij verwachtte een toestel te zullen krijgen
dat uit Amerika moest komen.
De VOORZITTER kan thans mededelen dat dit toestel vorige week
is gearriveerd. Voorlopig is het ondergebracht in het consultatie
ureau van het Wit Gele Kruis. Alles wordt in het werk gesteld om
er een nieuw gebouw voor beschikbaar te stellen, om regelmatig massa
doorlichting te kunnen verrichten.
Gewacht wordt ook op de toekenning van een Rijkssubsidie,
Hfhd2et de.Heer BUTIJN plezier dat het toestel er is. Hij had
gehoord dat men in Amsterdam reeds met het toestel bezig'is en een
van de jongens die daar is behandeld deelde mede dat het zeer goed
was. Hij zou er hier dan ook alle mogelijke haast mee willen betrach
ten.
De VOORZITTER meent dat de drang naar haast heeft geresulteerd
in het verzoek dat reeds aan Dr.Bijntema is gedaan. In elk geval
zegt hij, het toestel is er reeds»
Ja.