-13-
Hij gelooft, dat de snelle aanwas van ons volk ons voor zeer grote
problemen zal plaatsen wat de werkgelegenheid en over het algemeen het
welvaartspeil betreft. Hij vindt het bevolkingsvraagstuk beangstigend.
Maar", zegt hij,"het is hier niet aan de orde. We staan hier voor een
feit en als verantwoordelijk gemeentebestuur hebben we tot taak, werk
te zoeken en te scheppen voor ieder, die werken kan en wil." Spreker
verwacht van het college, dat het diligent zal zijn en tijdig met de
nodigeprojecten bij de raad zal komen. Het tot stand komen van een
gemeentelijke werkverschaffing en een werkplaats voor minder valide
arbeidskrachten heeft zijn grote sympathie.
Wat de volkshuisvesting betreft, merkt spreker op, dat het afge
lopen jaar aan de gemeente een behoorlijk aantal nieuwe woningen heeft
gebracht en dat de moeilijkheden voor de instanties die zich met de
verdeling van de woningen en de problemen van de huisvesting bezig hou
den, iets minder groot zijn geweest dan vorige jaren. Voor het lopende
jaar is echter het perspectief somber. Er zijn te weinig woningen in
aanbouw om nog te kunnen verwachten dat er dit jaar een groot aantal
woningen gereed zal komen. Een groot bezwaar is ook, meent hij, de
hoge huren, die van de nieuw te bouwen en laatst gebouwde woningen
moeren worden gevraagd. Het gevolg hiervan is, dat zij, die in de
grootste nood zitten en recht hadden om eerst geholpen te worden, nu
nietgeholpen kruinen worden, omdat zij de huur niet kunnen betalen,
terwijl^minder urgente gevallen voorgaan. Een en ander is kennelijk
m strijd met een rechtvaardige verdeling van de woonruimte. Spreker
zou dan ook met aandrang willen vragen aan het colleges"Maak de huizen
zo goedkoop mogelijk". Nog onlangs las hij in de krant, dat meerdere
Groningse gemeenten door samenwerking een groot complex woningen konden
a en bouwen, waarvan de huur beneden de 5,ligt. "Misschien",
"is hier in dit opzicht ook iets te bereiken". Gaarne vraagt
ij daarvoor de aandacht van het college.
p^vp-i pre^er gaat niet accoord met de stemmen in deze vergadering reeds
e-Bmnn malen gehoordwelke menen, dat het vrij geven van het rente-
lossing van het bouwprobleem zal geven. Integendeel be-
"ke~k ten zeerste, dat minister lieftinck de 3i° waar we lang
mee gevaren zijn, niet heeft kunnen handhaven. De huren worden
veel te hoog alshet rentegamma omhoog gaat. Het gevolg is, dat men dan
m de vicieuze cirkel komt en ook de lonen omhoog gaan, hetgeen voor
onze concurrerende positie op de wereldmarkt ongewenst is. "Overigens",
zegt spreker,"de gemeente heeft nooit zoveel rente betaald. In de be
groting kan men zien, dat men voor de vroeger afgesloten leningen een
rente betaalde van 3 en 3i,soms 4$, maar daarboven is men zelden of
nooit gegaan'J
Tenslotte wil hij nog een paar punten bespreken, die in het rap
port van de commissie van onderzoek naar voren zijn gebracht en waarop
het college zo goed is geweest een antwoord te geven. En dan zou hij
allereerst een enkel v^oord willen zeggen over het nummer van Brabantia
Rostra, dat in April 1951 is verschenen en dat gewijd was aan de gemeen-
e bergen op Zoom, Burgemeester en wethouders delen in hun antwoord
e e, dat zij voor de inhoud hiervan niet verantwoordelijk zijn. Dat
kspreker in zekere zin genoegen gedaan, maar hij meent toch, dat
J nummer zelf met medeweten en instemming van burgemeester en wethou-
ers is verschenen en eveneens met medewerking van het college. Op de
acnterpagma leest hij een advertentie van het gemeentebestuur: Bergen
op Zoom een aantrekkelijke woonplaats. Hij is overtuigd, dat, wanneer
buitenstaanders het epistel van de heer Slootmans, gemeente-archivaris
van Bergen op Zoom,gelezen hebben, zij van deze aantrekkelijkheid niet
v0S)^':)aaj; overtuigd kunnen zijn. Spreker bedoelt het artikel, dat
het culturele aspect behandelt. Hierin wordt een stuk'historie op een
dergelijke subjectieve^ eenzijdige manier ten beste gegeven, dat velen
zich^ daaraan hebben geërgerd. Ook wanneer men voorstander is van con
fessioneel onderwijs en confessionele organisaties, mag men toch van
een vooraanstaande publicist verwachten, dat hij enig begrip heeft
van en waardering voor het openbaar onderwijs en voor de mensen die
daar hun beste krachten aan geven.