i
GEMEENTERAAD VAN BERGEN OP ZOOM.
Tiende vergadering.
Vrijdag 30 Juni 1950, des namiddags om 8 uur.
Voorzitter: de heer H.B.J.Witte.
Aanwezig de heren: A.Alders, M.Nuijten, J.van der Kuijl, Th.A.Pen-
nock, J.C.A.F.Kuijpers, M.P.Bakx, J.de Jaeger, C.van den Boom,
P.Kooien, G.A.Hendrickx, M.F.Broos, P.Ratsma, P.J,B.Houtman,
P.A.M.van Mechelen, J.Butijn, W. J.M.Bogaers, S.A.Musters, W.K.Ben-
ner, A.van Riesen, C.J.G.Becht, P.J.Havermans
Secretaris: de heer J.A.van de Wouw.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en stelt aan de
orde punt I van de agenda:
VASTSTELLING VAR DE NOTULEN VaN DS VERGADERING VAK DE RAAD VAD
17 ï.IAaRT 1950. VI" MAART 1950 en 26 MEI 1950.
De heer HOUTMAN zegt dat hij de notulen van de begrotingsver
gadering heeft doorgelezen, Spreker heeft alleen een opmerking
over hetgeen vermeld is op bladzijde 3 onder volgnummer 19, be
treffende de eieren in het Volkspark. Daar staat, dat de voorzit
ter antwoordde, dat deze eieren via de veiling worden verkocht.
Dit heeft de voorzitter echter niet gezegd, want als dat zo was
geweest, zou spreker zeker gevraagd hebben, waar blijft dan de
post van inkomsten.
Spreker is van mening dat het college van burgemeester en wethou
ders in onwetendheid verkeerde omtrent hetgeen er met de eieren
precies gebeurde.
Ondertussen is hem echter gebleken, dat de eieren wel degelijk
via de veiling worden verkocht. Daarom zou hij thans willen ver
zoeken volgend jaar op de begroting een post op te nemen: "Ont
vangsten van eieren".
De VOORZITTER antwoordt dat het hem, uit een andere functie
inderdaad wel bekend was dat de eieren naar de veiling gingen. Hij
kon echter niet zeggen of nadien sto9ds op dezelfde wijze is door
gegaan.
De heer HOUTMAN zou voorts nog een vraag willen stellen, naar
aanleiding van de begrotingsvergadering. In die vergadering is na
melijk de kwestie "Sportpark" ter sprake gekomen en toen is de me
dedeling gedaan, dat eind Mei het finantieel verslag over 1949
zou worden overhandigd. Hij wil vragen of er een speciale reden
voor is, dat dit nog niet is geschied Of kan de voorzitter mede
delen wanneer dit verslag alsnog kan worden verwacht
De heer KUYPERS antwoordt, dat deze vertraging te wijten is
aan de ziekte van de secretaris, de heer van Rijen, wiens toestand
zodanig is, dat hij zich op advies van zijn geneesheer zelfs ge
noodzaakt heeft gezien zijn ontslag te vragen als secretaris van
de raad van beheer van de stichting "Sportpark". Spreker hoopt
echter dat zeer binnenkort do nodige stukken aan de raad zullen
kunnen worden overgelegd.
Zonder hoofdelijke stemming worden hierna de notulen van
17 Maart 1950 ongewijzigd vastgesteld.
De heor MUSTERS zou oen opmerking willen maken over de notulen
van 31 Maart en wel over hetgeen vermeld staat op bladzijde 6,
v/aar over de kwestie van de vergoedingen voor verkoop van grond
aan de Wouwseweg wordt gehandeld.
In de notulen staat dat het hem niet bekend zou zijn geweest
wat da reden was dat deze grond, groot plus minus 470 m2 470,
opbracht, hetgeen neerkomt op ongeveer 1,per m2.