w -26 spreker kan gezegd worden, dat het sportpark voor zeer weinig geld tot stand is gekomen. Andere gemeenten richten sportparken op, die- veel meer koeten; b.v. 6 ton. "Nu kan men wel zeggen: "Elk bedrag dat men er aan besteedt is te veel", doch de gemeente heeft hier een bepaalde taak te vervullen. Het is wenselijker dat zij de men sen opvoedt tot gezonde sportmensen, dan dat zij gelden moet uit geven voor allerlei ziekten e.d.", aldus spreker. Ëen sportpark is geen object waarop men winst maakt en -men moet volgens spreker het stichtingsbestuur prijzen, dat al het mogelijke wordt gedaan, om het varlies zo klein mogelijk te houden. De plannen tot oprichting van een behoorlijke sportgelegenhsid in Bergen op Zoom werden in de bezettingstijd gemaakt. Begin 1947 werd door de toenmalige raad het eerste crediet verleend voor het inrichten van een sportpark op het voormalig landgoed "Rozenoord". "Dit is een goed besluit geweest", aldus spreker. Wanneer de gemeenterekening 1949 in de raad behandeld wordt, dan kan omtrent de exploitatie van het sportpark eventueel critiek worden uitgeoefend. De heer VAN RIESEN sluit zich aan bij de woorden van de heer Kuijpers. "Het mag de gemeente toch wel enig geld kosten", aldus spreker. Hij is er van overtuigd, dat de Stichting Sportpark haar uiterste best doet om de exploitatie van het sportpark zo renda bel mogelijk ts doen zijn. De heer BENEER stelt 'de heer Houtman gerust. "Deze begroting zal zeer zeker ook de definitieve uitslag zijn", aldus spreker. Hij zal hier t. z.t. nog eens op terug komen. Spreker wijst er nog op, dat op het sportpark "Rozenoord" reeds verschillende wedstrijden zijn gespeeld. Binnenkort komt er weer een grote wedstrijd van een Engels elftal tegen het Zuidelijk Districts-elftalDit Engelse elftal speelt alleen in Amsterdam, Den Haag en Bergen op Zoom. Ook de heer MUSTERS is het eens met de heer Kuijpers. Het sport park kan inderdaad geen winstobject zijn voor de gemeente. De heer Kuijpers heeft gezegd, dat het sportpark "Rozenoord", zoals het nu is, momenteel voldoende is voor de standing van de gemeente Bergen op Zoom. Spreker vraagt, of het in de bedoeling ligt van de Raad van Beheer der Stichting Sportpark om t.z.t. nog voorstellen te doen tot uitbreiding van het sportpark. Het komt hem gewenst voor, hiermede nog even te wachten. "Er mag natuurlijk nog wel bijge- kocht worden, maar toch niet te veel meer", aldus spreker. "Wij kunnen niet zeggen: Hier ligt het sportpark en er komt niets meer bij", aldus de heer KUUPERS. Indien het door een dusda nige vraag naar terreinen nodig zou blijken, tot uitbreiding van het sportpark over te gaan, zullen burgemeester en wethouders ze ker niet schromen, om desbetreffende plannen aan de raad voor te leggen. Hoofdstuk XII. ;oar. 1 Belastineen. Volgnummer 191. Belasting op toneelver toningen en andere vermake lijkheden. Het antwoord van burgemeester en wethouders op de te dezer za ke gestelde vragen bevredigt de heer DE JAEGER niet. "Verlaging van de vermakelijkheidsbelasting is, mede volgens het oordeel van de minister van binnenlandse zaken, een aangelegenheid welke niet alleen van plaatselijke, doch tevens van lande li ik.e importantie is", aldus de memorie van antwoord. Het komt burgemeester en wethouders daarom niet raadzaam voor, om, hangende de besprekingen welke ter zake met de minister worden gevoerd, reeds thans tot verlaging van de vermakelijkheidsbelasting over te gaan. "Het oppervlakte-tarief is destijds, ingevolge de circulaire van de minister van binnenlandse zaken van 19 November 1947, naar evenredigheid verhoogd en daardoor in overeenstemming gebracht s. -*■■■

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1950 | | pagina 96