-14-
De gemeenteraad heeft volgens spreker zeer zeker een'belangrij
ke opvoedende politieke taak. 3e gemeenteraad is het kleinste
overheidslichaam, dat de volle belangstelling geniet van de burge
rij. Indien de raad hiervan geen gebruik maakt, schiet hij volgens
spreker volle omen tekort in zijn taak.
Als ieder maar wil komen met een eigen lijst, krijgt men vol
gens spreker een soort dorpspolitiek.
Hij spreekt de wens uit, dat er in Bergen op Zoom een politie
ke zuivering op dit terrein moge komen.
De heer BROOS merkt op, dat er een misverstand schijnt te be
staan ten aanzien van het vorderen van woonruimte. Het aantal
vorderingen voor delen van panden bedroeg in 1949 7, terwijl in
hetzelfde jaar 36 gehele panden werden gevorderd. Sr is inder
daad nog een ontstellend woningtekort.
Het standpunt van de commissie voor woningbemiddelen, - welk
standpunt door burgemeester en wethouders wordt overgenomen - is,
dat de jonggehuwden zelf een woning moeten zoeken. Er bestaat nu
aanmaal geen andere mogelijkheid.
Ds heer KUUPERS zegt, dat het aantal vorderingen voor delen
van panden in 1949 inderdaad niet bijster groot was; het bedroeg
slechts 7. "Vanneer men de verschillende panden in deze gemeente"
bekijkt, kan men hst getal van 7 theoretisch erg gemakkelijk ver
groten. Men kan er dan waarschijnlijk wel een nul achter zetten.
Het is echter de vraag, of het - gezien de ervaringen die burge
meester en wethouders met de vordering van gedeelten van woningen
hebben opgedaan - gewenst is, van de mogelijkheid die de Woonruim-
tewet_biedt om woonruimte te vorderen, een ruimer gebruik te ma
ken. Do ervaring heeft nl. geleerd, dat, wanneer men een gedeelte
van een pand vordert en dus bij een bestaand gezin een ander ge
zin inbrengt - hetgeen derhalve niet con amore geschiedt - zulks
meestal zeer ernstigs moeilijkheden tot gevolg heeft, die voor
ourgemeestsr en wethouders herhaaldelijk aanleiding zijn om in te
grijpen enaan de invordering weer een einde te maken. "In enkele
.uitzonderlijks gevallen gaat het wel eens goed met een gedwongen
samenwoning", aldus spreker. Het is zijns inziens dan ook niet
verantwoord, om in de toekomst in sterkere mate op het vorderen
van gedeelten van woningen in te gaan.
In deze gemeente bestaan verschillende samenwoningen op vrij
willige basis iwa-ion deze bestendigd kunnen worden, is het ge
wenst, niet meer woonruimte te vorderen dan strikt noodzakelijk
x s
,ir °0^ panden,die, hotzij door de indeling van het pand
nrio+in uoor het hoge huurbedrag, dat bij invordering zou
«anmo-rirTn 8"fcaal(2» in Het geheel niet voor invordering in
aanmerking komen.
J'LQrt Y?Pê3rL3 sP-3ker van een zeer scherpe invorde
ring te onthouaen. Zijns inziens verschaft alleen da woningbouw
een a_ do en de oplossing voor het bestaande woningtekort.
,?f Pfe.r P merkt op, dat men bij invordering voor de moei
lijkheid komt ts staan, dat bepaalde voorzieningen ten behoeve van
hst m te vorderen gezin moeten worden getroffen; b.v. het maken
van een noodkeuken, enz. De kosten, die"aan hst treffan van d-z°
voorzieningen zijn verbonden, -orden voor 50vergoed"door h«t
rijk en voor 50door de gemeente. Laatstgenoemde50% worden~door
de gemesnte dan weer afgewimpeld op de eigenaar van het betref
fende pand. Dit is volgens spreker onjuist; de eigenaar is zijn=
inziens met deze voorzieningen toch geenszins gebaat.
De VOORZITTER antwoordt, dat steeds wordt nagegaan, in hoever
re de betrokken eigenaar met het aanbrengen van de nodige voorzie
ningen gebaat is. Dit gedeelte van de kosten komt dan voor reke-'
nmg van de eigenaar. Het resterende gedeelte blijft ten laste
van de gemeente; het rijk verleent hierin een bijdrage van 50%.