-13-
weer nist in overeenstemming zijn met de huren, die#door de overi
ge inwoners van de gemeente worden betaald.
Spreker wenst zijn stem nog even voor te behouden, totdat de
wethouder een nadere toelichting hieromtrent heeft gegeven.
:,Ik geloof dat dit de eerste belasting is van die aard, die
wij hier hebben aldus spreker. Hij vraagt zich af, hoeveel van
dergelijke belastingen er nu nog zullen volgen. "Als wij aan het
onderwerpelijke voorstel onze stem geven, zullen wij het ook straks
moeten doen", aldus spreker. Dit vindt hij wel het grootste be
zwaar dat er aan verbonden is.
Ds heer BUTIJlï zegt, dat het onderwerpelijke voorstel in de
commissie voor de gemeentefinanciën vanalle kanten bekeken is.
"Het standpunt van de wethouder vinden wij wel logisch", aldus
spreker. Het is zijns inziens echter een gevaarlijk standpunt.
Hen gaat natuurlijk uit van het feit, dat de omwonende eigenaren
van gebouwde of ongebouwde eigendommen hun eigendom door de aan
leg van riolering, wegdek en trottoirs in waarde zien stijgen,
of met andere woorden, hierdoor gebaat zijn. Als nu straks in een
andere straat, b.v. de Moerstraatsebaan, dergelijke voorzieningen
worden aangebracht, krijgen de betreffende eigenaren dan ook een
baatbelasting te betalen
"Moeten de kosten van verbetering steeds worden afgewenteld
zo vraagt spreker.
De heer H31DRICKX achtte het aanvankelijk ook een groot bezwaar
dat een dergelijke belasting geheven wordt. Als echter niet tot
het doen heffen van de onderwerpelijke baatbelasting wordt beslo
ten, bestaat zijns inziens misschien de kans, dat in de toekomst
geen verbeteringen in andere straten meer zuilen worden aange
bracht. Hij ziet ds heffing van deze baatbelasting als een stimu
lans tot verdere verbeteringen. Daarom heeft hij dan ook uiteind?-
lijk zijn stem aan het voorstel gegeven.
De heer NUUTEH vraagt hoe men aan het percentage van 70$ komt.
De heer KUUPERS geeft vervolgens een nadere toelichting. Hij
wijst er op, dat het woord "baatbelasting" al meerdere malen in
de raad is gebruikt. Toen in Mei 1947 aan de raad werd voorge
steld een crodiet, groot 11.000,te verlenen voor het leggen
van een riolering en het verharden van een gedeelte van het Smma-
plein, werd reeds over een dergelijke belasting gesproken.
Dr is toen gezegd, dat de raad t.z.t. in de gelegenheid zou worden
gesteld zich uit te spreken over het al dan'niet invoeren van een
oaatbelasting, waardoor de mogelijkheid wordt geschapen, een ge
deelte der gemaakte kosten te doen dragen door de eigenaren der
percelen, welke door het tot stand komen der betreffende werken
zullen blijken te zijn gebaat.
Ook in het voorstel tot riolering en verharding van de Koren
bloemstraat werd gezegd, dat door de betreffende eigenaren gedu
rende een periode van ten hoogste 30 jaren esn jaarlijks bedrag
zal moeten worden voldaan, naar grondslagen, volgens welke een
billijke bijdrage gevorderd wordt in de kosten van door of met
medewerking der gemeente tot stand gebrachte werken, waardoor hunne
aan de Korenbloomstraat gelegen eigendommen zijn gebaat.
Zoals uit de stukken blijkt, achten burgemeester en wethouders
termen aanwezig om tot heffing van deze belasting over te gaan.
De gemeenteraad heeft op h :?t ogenblik minder mogelijkheden dan
vroeger ten aanzien van de belastingpolitiek.
Vroeger was het zo: vranneer de gemeente de uitvoering van bepaalde
werken noodzakelijk achtte, dan had zij de vrije hand om, ter ver
krijging van de nodig© inkomsten, vast te stellen welke belasting
geheven zou worden. Het bepalen van belas ting-aanslagen was een
gewone taak van de raad.
Door het inperken van het plaatselijke belastinggebied bestaat
deze mogelijkheid niet meer. Tegenwoordig is de regeling van de
belastingen practisch in handen van de staat. "Momenteel teren wij