-1 2- De heer VAN DER KUIJL merkt op, dat het betreffende voorstel niet in de vergadering van de commissie voor de strafverordeningen - is besproken, doch dat dit aan de leden van deze commissie is rond gezonden. Zij hebben hierop hun aanmerkingen gesteld, doch deze aanmerkingen liggen niet bij de ter inzage gelegde raadsstukken. - De VOORZITTER deelt mede, dat hij van mening was, dat de op merkingen van de leden van de commissie voor de strafverordeningen wel bij de raadsstukken hadden gelegen. Indien dit niet het geval* is geweest, berust dit op een misverstand, dat hij ten zeerste be treurt; De heer BECHT vraagt, om de mening van de commissieleden voor te lezen. De VOORZITTER leest deze adviezen voor. Hieruit blijkt, dat niet alle commissieleden onverdeeld hun instemming met het voorstel hebben betuigd, doch sprekèr wijst er op, dat de meerderheid van de adviezen gunstig luiden, zodat hij het, in verband met de naderen de datvim van 1 Juni verantwoord had gevonden, om deze aangelegenheid in de raad te beraden; De heer VAN RIESEN deelt mede, dat deze adviezen zijn bezwaren niet hebben weggenomen. Het verwondert hem, dat sommigeleden van de commissie niet bij de werknemers geinformeerd hebben, hoe hu in— zienswijze ten aanzien van deze aangelegenheid was. Desniettegen staande hebben de betrokken leden van de commissie met het voor stel ingestemd; De heer DE JAEGER merkt op, dat de heer van Riesen over de be langen van de werknemers gesproken heeft, doch dat deze niet via de onderhavige verordening gewaarborgd behoeven te worden. De werk nemers zijn aan een bepaalde werktijd gebonden en deze wordt door verlenging van het sluitingsuur niet uitgebreid. De hèer MUSTERS heeft ook geinformeerd bij de kellners en ca féhouders, waaruit hem gebleken is, dat de grootste meerderheid met het voorstel van de heer Houtman instemt. De heer BENNER zou het op prijs stellen, dat het sluitingsuur voor de Zaterdagen en Zondagen voor het gehele jaar op 1 uur wordt bepaald. Hierdoor zou iedere caféhouder gebaat zijn en dit komt ook overeen met het oorspronkelijk verzoek van de L.A.B'. De VOORZITTER merkt op, dat de vergadering zich naar zijn-me ning niet primair moet laten leiden door de wensen van de café houders. Spreker meent, dat deze aangelegenheid moet worden gezien m het licht van het stadsbelang. De laatste jaren wordt zeer veel propaganda gemaakt voor Bergen op Zoom als toeristenplaats en V.V.V. vertoont hiertoe een verheugende activiteit. "Indien wij onze gas ten zoveel mogelijk service willen bieden, lijkt het wenselijk, om hen gedurende de zomermaanden niet aan oen vroeg sluitingsuur tc binden", aldus spreker. Hij is het er mee eens, dat de verlenging van het sluitings- uur in hoofdzaak van belang zal zijn voor de zaken in het centrum van de stad. De zaken buiten het centrum worden echter geenszins gedwongen, om hun inrichtingen open te houden. De heer BENNER vraagt,om behalve de faciliteit voor de zomer maanden, ook het sluitingsuur op de Zaterdagen en Zondagen gedurende het gehele jaar op 1 uur te stellen. Do heer VAN DER KUIJL deelt mode', dat hij het argument van de service voor de toeristen zeer wel kan onderschrijven en dat hij derhalve voor het voorstel van de commissie zal stemmen. De- VOORZITTER stelt voor, het ontwerp van de commissie in stemming te brengen; het verder strekkende voorstel van de heer Benner zou dan t.z.t. nog behandeld kunnen worden, nadat enige er varing is opgedaan met de resultaten van de verlenging van hot sluitingsuur gedurende de zomermaanden; Het voorstel van do commissie voor de strafverordeningen wordt aangenomen met 14- stemmen voor en'7 stemmen togen. Véér stómmen dé heren Aiders, Bakx, Becht, Be-nner, Bogac-rs, van den Boom, Broos, Havermans, Hc-ndrickx, de Jaeger, van der Kuijl, Kuijpers, van Mcchclen, Pennock, terwijl ode heren Butijn, Houtman, Kooien, Musters, Nuijten, Ratsma en van RAcsen tegen stemmen. Het voorstel van do heer Bennor zal in do commissie voor de strafverordeningen nogmaals besproken wpr«den. .i.JJSJ

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1950 | | pagina 148