o
r
-7-
zer zake te onderhandelen, Sinds 194-2 wordt geen contrihutie meer
gexnd; inmiddels is ook de termijn,waarvoor de koninklijke goed
keuring was verleend, verstreken.
Volgens de heer van Mechelen bestaat de Geschiedkundige Kring—
derhalve in feite niet meer, of met andere woorden, de Geschiedkun-
ing is geen rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging
mo 01? 9
Spreker wijst in dit verband echter op een noodwetje, dat enige
tijd geleden is verschenen, (Duurverlengingswet van 18 Maart 194-8)
Op grond van deze wet is de minister van justitie bevoegd, om de na
4- Mei 194-5 verstreken duur van een rechtspersoonlijkheid bezittende
vereniging te verlengen. De verlenging werkt terug tot aan het ein
de van de dag van het verstrijken.
Volgens het onderhavige voorstel zullen de leden van de commis
sie van bijstand door burgemeester en wethouders worden benoemd, en
wel 3 raadsleden, 3 uit een aanbeveling door de Geschiedkundige
Kring "Het Markiezaat" en 3 niet-raadsleden, die ook niet uit een
voordracht behoeven gekozen te worden. Men kan zich nu afvragen:
"Waarom moeten burgemeester en wethouders de commissie samenstellen
en waarom niet de raad?" Waar deze commissie echter moet worden sa
mengesteld uit deskundigen en uit personen die liefde hebben voor
dit werk, is spreker van mening, dat de kans groter is dat deze vrij
schaarse burgers zich beschikbaar stéllen indien de benoeming door
burgemeester en wethouders geschiedt, dan dat deze zelfde mensen
zich beschikbaar stellen voor een verkiezing in een openbare raads
vergadering.
Wanneer men in aanmerking neemt, hetgeen de Geschiedkundige
Kring in het verleden voor het museum heeft gedaan, dan behoeft het
volgens spreker ook geen weerstand te ontmoeten, dat drie mensen
uit de Geschiedkundige Kring naar voren komen en in de commissie
zitting nemen. Zulks zal op de eerste plaats een zeer krachtige
steun betekenen en voorts is het een uiting van waardering voor al
hetgeen in het verleden is geschied.
De heer KOOLEN heeft met grote voldoening geluisterd naar do
uiteenzetting van de heer Kuijpers. Hij kan hier echter niet geheel
mee accoord gaan, Wanneer de raad wordt voorgesteld een subsidie
te verlenen aan een bepaalde vereniging, dan zijn de betreffende
stukken steeds vergezeld van voldoende nota's. Zulks is hier echter
niet het geval. Hier wordt zonder nadere uitleg èen bedrag genoemd
van 4-76^55# Spreker zal er zich bij neerleggen, doch hij is het
er niet mee eens,
v-i de SQmenstelling van de commissie van bijstand betreft,
blijft hij bij 2ijn
oorspronkelijk standpunt. Hij stelt voor, om
drie leden te doen benoemen door burgemèester en wethouders uit een
voordracht van de Geschiedkundige Kring, drie door burgemeester en
wethouders zelf en drie door de raad.
De heer VAN MECHELEN stelt voor, alle leden van de commissie
door de raad te doen benoemeni
Meerdere leden steunen, het voorstel van de heer van Mechelen,
zodat dit in stemming wordt gebracht.
De heren Aldèrs, Bakx, Bogaers, Butijn, Hendrickx, Houtman,
de Jaeger, Kooien, van Mechelen, Pennock, Ratsma en van Riesen ver
klaren zich vóór het voorstel van de heer van Mechelen, terwijl de-
heren Benner,'van den Boom, Broos, Havermans, van der Kuijl, Kuij
pers, Musters, en Nuijten tegen stemmen, zodat het voorstel van de
heer van Mechelen met 12 tegen 8 stemmen is aangenomen.
Vervolgens wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten tot-het overnemen van het beheer en de ex
ploitatie van het gemeente-museum van de Geschiedkundige Kring "Het
Markiezaat", met dien verstande echter, dat alle leden van de com
missie van bijstand door de raad zullen worden benoemdi
De heer VAN RIESEN vraagt, of burgemeester en wethouders er
zo spoedig mogelijkvoor willen zorgen, dat het museum zodanig in
orde wordt gebracht, dat het binnen de kortst mogelijke tijd voor
het publiek kan worden open gesteld..
De VOORZITTER antwoordt, dat het nog wel een maand zal duren,
r l
- j?.