—6— qierkt spreker op, dat hij gaarne zou zien, dat drie leden uit de raad worden benoemd, drie op voordracht van burgemeester en wet houders en drie uit de Geschiedkundige Kring, te benoemen door de raad. Tenslotte acht spreker het wenselijk, dat de raad te beslis sen krijgt over het feit, welke voorwerpen voor, plaatsing in het gemeente-museum in aanmerking komen. "Zulks met het oog op de ons toegedachte giften in de vorm van antiek", aldue spreker. - Wanneer het beheer en de exploitatie van het gemeente-museum aan de gemeente zullen zijn overgedragen, zal er volgens de heer MUSTERS ongetwijfeld meer hezoek komen. In verband hiermede vraagt hij, of er nog een concept-begroting komt, want zijns inziens zal een en ander toch geld gaan kosten; De VOORZITTER antwoordt, dat de begroting eerst kan worden sa mengesteld, wanneer de commissie van bijstand is gevormd. Burgemees ter en wethouders moeten hieromtrent nog nader worden geinformeerd. Vervolgens geeft de heer KUIJPERS een nadere toelichting. Toen in 1931 door de raad het besluit genomen werd, om het be= heer van het gemeente-museum aan de Geschiedkundige Kring "Het Mcrr- kiezaat" op te dragen, is daarmede een tijdstip van cultureel le ven in Bergen op Zoom aangebroken. Genoemde vereniging heeft tot aan het begin van de bezettingsjaren met betrekking tot het beheer en de exploitatie van het museum veel goed xverk verricht. Men heeft van het museum een heel aardig stukje werk gemaakt. Het werd be zocht door vele inwoners van Bergen op Zoom, alsmede door diverse vreemdelingen. Door de personen, die hiervoor hun krachten en hun tijd besch ikbaar hebben gesteld, is heel wat werk verzet. De oorlog, heeft—echter een spaak in het wiel gestoken; de deu ren van het gemeente-museum gingen toen practisch op slot. Na de bevrijding zijn er allerlei moeilijkheden geweest; enke le personen, die zich voor deze zaak hadden geinteresseerd, waren- niet meer in Bergen op Zoom woonachtig. Sindsdien is het gemeente museum dan ook altijd maar een dood element geweest; Burgemeester en wethouders,-gesteund door de raad-, hebben gemeend, deze zaak opnieuw te moeten aanpakken en te trachten om in overleg met de Geschiedkundige Kring tot een oplossing te komen; een oplossing, die zij zagen in een overdracht van het beheer van het museum aan de gemeente; Zulks heeft echtèr bij degenen die zich de geestelijke vaders van het museum voélden, een zekere weerslag gewekt, aangezien men iets moet afstaan, wat men destijds met veel moeite heeft opgebouwd. Tenslotte is men toch tot een vergelijk gekomen, hetwelk is neergelegd in het onderwerpelijke voorstel. Het is nu volgens spreker gemakkelijk om na te kaarten en tc zeggen:"Waarom is deze bepaling van de akte niet nageleefd en waar om die niet?" Men moet hier echter met de omstandigheden r^ening houden. Zijns inziens zou het voor de gemeente zeker niet dienstig zijn geweest, om over al deze dingen te vallen; vooral niet, nu de gelegenheid geboden wordt, om op een zeer behoorlijke wijze tot een alleszins bevredigende oplossing te geraken. Er is gesproken over de kosten, die bestreden moeten worden uit een bedrag van 1000,Spreker is van mening, dat het ei genlijk ook weer niet fijn gevoeld is, om hier ook weer alles naar voren te laten brengen met bewijsstukken en te zeggen:"Leg eens precies uit, waaraan dit allemaal besteed is"; Zijns inziens doet men veel beter door aan te nemen, dat degenen, aan wie hèt beheer en de exploitatie van het gemeen te-mus exam was opgedragen, de gel den goed hebben besteed. 'De jaarlijkse vergoeding van 200,is over de jaren 194-7, 1948, 1949 en 1950 niet aan de Geschiedkundige Kring uitbetaald, zodat het bedrag van 1000,feitelijk de opgespaarde subsidie over de afgelopen jaren betreft. Men heeft voorts bezwaar gemaakt tegen de samenstelling van de commissie van bijstand. De heer van Mechelen is van mening, dat de Geschiedkundige Kring niet meer het recht heeft, om te dc- VHHHpVImSS

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1950 | | pagina 127