~-'S
sia moet uitmaken, of men al dan niet met een culturele en sociaal
paedagogische film te maken heeft. Hij zou liever zien, dat reeds
"van bovenaf" een klasse-indeling werd gemaakt.
De heer KUUPERS antwoordt, dat de Bioscoopwet een filmkeuring
kent. Deze houdt echter geen verband met de te heffen vermakelijk
heidsbelasting, doch beperkt zich uitsluitend tot de beoordeling,
of een bepaalde film al dan niet toelaatbaar is.
De culturele waarde en de toelaatbaarheid van een film zijn
twee grootheden, die naast elkaar staan. De bioscoopwet laat zich
niet in met de culturele waarde van een film.
Het onderwerpelijks voorstel beoogt uitsluitend, het gevoel en
de smaak van h-t Bergen op Zoomse publiek op een hoger peil te
brengen. Men zal moeten afwachten, of dit experiment slaagt.
De heer HOUTMAN zegt, dat de gehele materie hem steeds onduide
lijker wordt. "Is het dan voor een bioscoopexploitant een gok wat
voor film hij huurt zo vraagt spreker. "Wat hij in het verle
den gehuurd heeft, gaat hij nu weer doen". Hij zal dan misschien
toevalligerwijze eens een keer in de gelukkige omstandigheid ko
men te verkeren, dat hij ten aanzien van een bepaalde film voor
de onderwerpelijke verlaging van vermakelijkheidsbelasting in aan
merking komt.
"De bioscoopexploitant kijkt nu ook wat voor films hij huurt",
zo luidt het antwoord van de heer KUIJPERS. Hij weet welke films
het meeste publiek trekken. Momenteel wordt een exploitant afge
schrikt om een goede film - een culturele film - te brengen, om
dat deze over het algemeen niet druk bezocht wordt. Een cowboy
film of een show-film trekken meer publiek.
Door de onderwerpelijke verlaging van vermakelijkheidsbelasting
krijgt de exploitant echter een zekere vergoeding voor het vermin
derd. bezoek dat een culturele film met zich mede brengt. Hij zal
in het vervolg dan ook zeker zijn medewerking verlenen, om d6
smaak van de gemiddelde bioscoopbezoeker op een hoger peil te
brengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
IV- VOORSTEL TOT HET WIJZIGEN DER VERORDENING- OP DE HEFFING EH IN-
VORDERING- Va.' LEGES TER SECRETARIE BIJ VAN RECHTZIT 'WIGENS VER
RICHTINGEN V.-.1T DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND IN DE GE
MEENTE BERGEN OP ZOOM
Ve rzame ling 1950nr40
De heer VAN MECHELEN voelt in het onderwerpelijke voorstel zo
iets van: "Het mag f J>,kosten, dus wij gaan er 2,50 voor vra
gen". Hij vindt een bedrag van 2,50 voor een bewijs van Neder
landerschap echter te hoog, speciaal voor de minder draa&krachti-
gen. "Wij wonen dicht bij de grens, dus ieder moet een dergelijk
bewijs kunnen hebben", aldus spreker. Zijns inziens is een bedrag
van 1,meer dan voldoende.
De heer KUIJPERS is van mening, dat de prijs van 2,50 niet ex-
horbitant hoog is. Men dient zich af te vragen: "Wat is de waarde
van een dergelijk bewijs Wanneer men op het ogenblik een pas
poort moet hebben, dan betaalt men daarvoor 12,50. Dit is slecht'
2 jaar geldig. Een bewijs van Nederlanderschap is daarentegen 5
jaar geldig. Dit komt dus neer op 0,50 per jaar. Een paspoort is
dus aanmerkelijk duurder.
In de toekomst zullen aan het verstrekken van bewijzen van Ne
derlanderschap voor reisdoeleinden meerdere administratieve werk
zaamheden verbonden zijn.
Burgemeester en wethouders achten een bedrag van 2,50 dan ook
alleszins billijk.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
V. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN EEN EXTRA-SUBSIDIE. GROOT f 700.-
AAN HST CENTRAAL O.lANJS-COMITÉ VOOR HET JAAR 19507
(Verzameling 1950, nr.429
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.