I -.4» De VOORZITTER stelt den heer Ratsma de vraag, of deze na de ge geven toelichting zijn voorstel,nog wil handhaven. Se heer RATSMA. antwoordt, dat hem de naar voren gebrachte feiten niet bekend waren, aangezien uit de stukken niet bleek, wat de plan nen waren van het C.O.C. Eu hem deze duidelijk zijn geworden, kan hij zich met het voorstel vereenigen. Raar de meening van den heer RUSPERS is het niet noodig voor dit jaar het subsidie nog te verhoogen boven 250, De VOORZITTER oordeelt een verhooging van het subsidie wel wen- schelijk, aangezien het C.O.C, nog met een schuld zit van 800, De heer BOGAERS zegt, dat het toch wel zin_heeft het voorstel te handhaven en dat het juist is, deze zaalc bij de hoogere instan ties te verdedigen. Het C.O.C», dat wel actief is, zal een subsidie van 750,— goed kunnen gebruiken, doch zal tevens moeten probee- ren particuliere bijdragen te verkrijgen. De heer BECHT wil er de heeren aan herinneren, dat het vorige college vlak voor het Oranjefeest alle mogelijke moeite heeft gedaan te trachten het standpunt van Gedeputeerde Staten gewijzigd te krij gen. Dit is niet gelukt. Er werd alleen bereikt, dat de gemeente een tegemoetkoming mocht geven voor sommige reeds gemaakte kosten. Spre ker is tijdens de raadsvergadering van 26 Augustus 194b, toen tege lijkertijd een vergadering van het C.O.C. ten stadhuize werd gehouden, als zegsman van den raad naar genoemd comité gegaan om mededeeling te doen van het verlangen van den raad, toch nog iets voor Koninginne dag te doen. De heeren hebben het echter niet gedaan» "spreker is het met den heer Ratsma eens, dat door het C.O.C» ge tracht moet worden ook van particuliere zijde geldelijke bijdragen te verkrijgen. Aan het verleenen van een gemeentelijk subsidie zou de voorwaarde moeten worden verbonden, dat het C.O.C. moet trechten een evengroot bedrag van particuliere zijde te verkrijgen» Spreker is van meening, dat een bedrag van 750,voor subsidie zeer rede lijk genoemd kan worden. De VOORZITTER stelt voor het voorstel van den heer Bogaers, gecombi» neerd met dat van den heer Bechtin stemming te brengen. Alle leden stemmen voor dit voorstel, met uitzondering van den heer Donker, V. VOORSTEL TOT AANKOOP VALT EEN PERSONENAUTO TEW BEHOEVE VAN HET ImTEENTEBES TUUR Werzameling 1946, nr.54), De heer BENFER heeft tegen het voorstel van Burgemeesteren Wet houders ernstige bezwaren, temeer, waar hij uit eigen ervaring de moeilijkheden en kosten van het transportprobleem van nabij kent. Hij veronderstelt, dat een auto niet een efficient vervoermiddel is voor iemand, die wel eens naar Den Haag of Den Bosch moet reizen voor een ambtelijke bespreking, die toch steeds volgens afspraak op een bepaald tijdstip plaats vindt. Haar zijne meening kan een derge lijke reis evengoed per trein worden gemaakt, hetgeen ook veel goed- kooper is, Een tweede bezwaar acht de heer BENHER het feit, dat da auto voor meerdere diensten en personen zal moeten worden gebruikt, zoodat niet een bepaalde dienst of persoon de verantwoordelijkheid draagt voor deze wagen, hetgeen tot gevolg zal hebben, dat de kostenrekening zeer hoog zal worden. Daarenboven zal de auto onder die omstandigheden een eindelooze bron van ambtelijke ruzies en meeningsverschillen zijn, welke weinig bevorderlijk moeten worden geacht voor een goede samen werking, F Als derde en hoofdbezwaar brengt spreker naar voren, dat de be schikbare auto's momenteel nog zeer schaarsch zijn en dat het be drijfsleven alleen met de allergrootste moeite de beschikking over een behoorlijken wagen kan krijgen. Hij vindt het dan ook niet rede lijk, dat de overheidsdiensten voorrang genieten bij een dergelijke aanschaffing, terwijl het bedrijfsleven gebruik moet maken van dure 2e of 3e handswagens. Hij veronderstelt, dat de behoefte aan dit ver voermiddel voor de gemeente Bergen op zoom toch niet zoo dringend is, als bijvoorbeeld die van een levensmiddelenbedrijftransportindustrie een dokter, e.d., welker bestaansmogelijkheden van snel en intensief transport afhankelijk zijn. Naar aanleiding van de geuite bezwaren stelt de heer BENHER voor dit voorstel te verwerpen uit financieel en psychologisch oogpunt.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1946 | | pagina 73