De heer BOGAERS vraagt, naar aanleiding van de overgelegde exploi- tatj e--rokeningof wel voldoende rekening is gehouden met alle kosten die "aan den bouw van deze woningen verbonden zijn en of alle kosten voor het bouwrijp maken van den grond in deze rekening zijn opgeno men. De heer HAVERHAITS verklaart dat de grondprijs, zooals deze xn de exploitatie-rekening is opgenomen, misschien ook anders zou kunnen worden berekend» Door den wederopbouw zijn richtlijnen gegeven om trent het: bedrag aan grondkosten, dat in de exploitatie opzet mag wor den opgenomen. Iformaal wordt 6Ó0,— per woning toegestaan, doch ge zien de waarde van de gebouwen zal waarschijnlijk voor deze woningen het maximum tot 800,-— a 1000,— worden verhoogd. Bij de bereke ning van de grondkosten, zooals deze aan den raad is voorgelegd, wel ke berekening op zich zelf juist kan worden geacht, komt de prijs varj. een bouwperceel inderdaad op 1000,— uit. Het volgen van een andere berekeningswijze zou in het gegeven geval dus geen practischen zin hebben, Mon kan echter ook een berekening opzetten, die gevolgd zou worden, indien de grond in het grondbedrijf zou zijn ingebracht. In den grondprijs zouden dan onder meer zijn gecalculeerd de kosten die niet strikt tot de exploitatie van dit buurtje behooren, doch die het gevolg zijn van een accomodatie die in den vorm van beplantingen, speelvelden en dergelijke aan een geheelen sector ten goede komt. Ook zou in een dergelijken opzet een ander bedrag voor rentezijn opgeno men. Het zou mogelijk zijn, dat op deze wijze de berekening van den grond aan binnenstraten op 4,en die aan meer belangrijke straten op 6,— per m2 zou komen. Het lijkt spreker wel gewenscht dat de omliggende grond zoo spoedig mogelijk in het grondbedrijf wordt opge nomen en hij hoopt een van de volgende vergaderingen een desbetref fend plan aan den raad te kunnen voorleggen. De heer BOSCHHAïT merkt op, dat er in de stad nog veel hulzen die met geringe kosten hersteld kunnen worden en vraagt of dit niet met rijkssteun kan gebeuren, indien de eigenaars zelf hiertoe niet in staat zijn. Als voorbeeld noemt hij de Arn.Asselbergsstraat. De heer HAVEEHAHS' zegt, dat deze kwestie reeds geruimen tijd de aandacht heeft van het college van Burgemeester en Wethouders. Op grond van de huidige,wetgeving kan een eigenaar thansniet verplicht worden dergelijke panden te herstellen, In tegenstelling met de op merking van den heer Boschman verklaart hij, dat de herstelkosten biet gering zullen zijn. Aan den Directeur van Gemeente Werken is verzocht advies uit te brengen omtrent de vraag of de door den heer Boschman bedoelde panden moeten worden afgebroken, of dat het nog vèrantwoord is deze te herstellen. Zou het eerste het geval zijn, dan zullen stappen ondernomen worden om de panden in de puinonteigening te betrekken, opdat terrein kan worden gewonnen voor den nieuwbouw. De heer BOSGHMA1T vraagt of bij onteigening alleen de opstal ont eigend wordt ofook de grond. In het eerste geval is de gemeente ge noodzaakt de kosten van het sloopen te betalen, terwijl de eigenaar toch in het bezit blijft van den grond» De heer HAVSRIÏA1JS deelt mede, dat in het college nog niet bespro ken is wat met dezen grond moet gebeuren. Dit komt pas aan de orde indien de Wederopbouw de resten van de woningen onteigend heeft, Do VOORZITTER merkt nog op, dat particulieren over het algemeen te zwaar aankijken tegen de financieringsmoeilijkheden die het her bouwen van hun gearnovoerdc of beschadigde panden met zich zou bren gen. Er bestaat voor de huizen, die getroffen zijn een regeling die wel niet bevredigend kan, worden geacht, maar waarmede men toch ver der kan werken. De vergoeding van de schade boneden de 3000.is eenvoudig en voor minvermogenden 100%. Voor grootere schade wordt een vergoeding gegeven op basis van do Mei 1940-prijzen. Bovendien verleent het rijk een rentedragende hypotheek voor zoover het betref fende object rendabel is, en een rentelooze hypotheek voor zoover het herstel of de wederopbouw niet rendabel is. Deze regeling schijnt nog biet voldoende bij de belanghebbenden te zijn doorgedrongen en hij verzoekt de leden van den raad in hun eigen kring zooveel mogelijk bekendheid aan deze financieringsregeling te willen geven. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1946 | | pagina 67