ff
worden, belast. Spreker vraagt of het niet mogelijk is de onderne
mingsbelasting te laten vervallen.
De heer DOHKER is eveneens van meening, dat een belasting,inge
voerd tijdens de Duitsche bezetting, niet gehandhaafd moet blijven.
De VOORZITTER acht het niet tot de competentie van öea^raad te
behooren beslissingen te nemen ten aenzien van de ondernemingsbelas—
ting, aangezien dit een door het rijk vastgestelde belasting is,
Waarover ih beginsel de regeering en de kamers moeten beslissen.
Het vermenigvuldigingscijfer zal voor een noodlijdende gemeente als
de onze niet lager dan op 2,4 mogen worden bepaalo.
De heer KUUPERS kan zich indenken dat de heeren, die deze belas
ting treft, dit minder prettig zullen vinden. Allen zullen wel be
zwaren laten hooren. niemand betaalt graag belasting. Alhoewel deze
belasting in 1942 is ingevoerd, is zij niet direct een Duitsche
maatregel. Reeds veer den oorlog hieven verschillende gemeenten een
zakelijke bedrijfsbelasting. Er bestond een tendenz dezebelasting
te uniformeeren. Dit plan is in 1942 inderdaad verwezenlijktHet
vermenigvuldigingscijfer is hier toen vastgesteld op 2,4, in 1945
en 1946 zijn geen besluiten dienaangaande genomen, zoodat het^verme
nigvuldigingscijfer automatisch gehandhaafd bleef op 2,4. xlu^de raad
in zijn oude rechten is hersteld, kan hij weer een oordeel hierom
trent uitspreken. Ook zal echter de bestaande toestand gehandhaafd
moeten blijven, omdat de gemeente noodlijdend is.
Zonder ïxooidelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders besloten.
VIII. VOORRTEL TOT AAHKOOP VA1I ESH PERCEEL GROUP LIGGENDE AAIT DE GLA-
C1 SETRAAT.
(Verzameling 194-6, nr. 45).
De heer BEIDER merkt op, dat hij geconstateerd heeft, dat er d.d.
6 Mei 1946 een schrijven is gericht aan de Inspectie van de Domeinen
te Goes, waaruit blijkt, dat er een mondelinge bespreking heeftplaats
gehad tusschen den Voorzitter en den Inspecteur derDomeinen. Hierbij
Werd een prijs genoemd van 1,per m2, terwijl uit het taxatierap
port van de drie deskundigen blijkt, dat de waarde van het oetreixende
Perceel is vastgesteld op ƒ2200,hetgeen neerkomt op ongeveer
1,70 par m2, .r
De heer HAVSRMAUS zegt, dat in genoemd schrijven van b Mei 194b
wordt voorgesteld, dat de prijs van den grond in onderling overleg
zal worden geregeld en dat daarbij zal worden uitgegaan van 1,—
per m2„ Dit is slechts een gedachtengang die aansloot op een bespre
king tusschen den Voorzitter en den Inspecteur, Uit een nader schrij-
ven lezen wij, dat de Inspecteur van de Domeinen met deze regeling
niet accoord kan gaan, omdat door de Domeinen geen grondonderhands
mag worden verkocht, dan nadat de waarde daarvan door drie deskundi
gen is geschat.
De heer BEHEER acht het met het oog op zijn iunctie van-wethouder
dezer gemeente, niet juist, dat de heer Havermans behoorde tot de
drie deskundigen die de 'taxatie hebben verricht.
De heer HA VEELLUS antwoordt hierop, dat de schatters worden aange
wezen door den Inspecteur der Domeinen en niet dooijde gemeente en
dat hij altijd taxatiss voor de Registratie en Domeinen verricht.
De VOORZITTER merkt hierbij nog op, dat het college, van Burgemees
ter en Wethouders den Inspecteur der Domeinen heeft voorgesteld niet
de heer Havermans als schatter aan te wijzen, doch in diens plaats
den heer van Kaam te benoemen. De Inspecteur der Domeinen persisteer
de echter bij zijn verlangen, om den heer Havermans, die de schat
tingen altijd voor hem verricht, ook in dit geval als schatter aan
te wijzen. t
De heer BEHEER acht het toch wel raadzaam, dat dit in het vervolg
biet meer gebeurt. Het betreft hier immers een kwestie tusschen de
gemeente en de inspectie der Domeinen en in een dergelijk geval moet
de heer Havermans als wethouder meer aan de kant van de gemeente staan
dan aan die van de Domeinen. Hij is van' menning dat dit maal de schat
ting niet in het belang van de gemeente is geschied, aangezien hem de
Prijs van 1,70 per m2 wel wat te hoog voorkomt.
De VOORZITTER ZEGT, dat de gemeente zich omtrent de prijzen meest
al laat voorlichten daoor den Dienst van Gemeente Werken en dat de
H
i