i /W ris I '-ncfei.-- ir. TIJDELIJKE GEMEENTERAAD VAN BERGEN OP ZOOM Derde vergadering. Vrijdag, 26 April 1946, des namiddags 8 uur. Voorzitter: de heer H.B.J.Witte, wnd» "burgemeester, Aanwezig de heeren: J.F.van der Kuijl,P.J.Havermans,J.J.huijgens H.P.Kilsdonk,B.Kruize J.Hage,A.F. J.A. van den Bruele ,J.L.Kom mer s,J. C.A. F. Kuijpers, M. P.Franken,C.van den Boom,J.H,Gilissen, J.P.Bekker,G.J.J.van Opdorp,P„M.J.C.Asselbergs,J.P.van den Boom,H.Leusink,C.J.G.Becht,J.Butijn,J.H.A.van der Velden en mejuffrouw Wa.H.M.Proost Secretaris: de heer J.A.van de Wouw. Alvorens de vergadering door den voorzitter wordt geopend, neemt de heer Becht het woord,om den heer Ir.H.B.J.Witte na mens den raad geluk te wenschen met het feit, dat hij "bij Ko ninklijk Besluit van 20 April 1946, No. 26 met ingang van 1 Mei 1946 benoemd is tot burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom, "Wij moeten uiting geven aan onze vreugdealdus den heer Becht,"want wij zijn allen zeer verheugd,dat juist op dezen dag Uw officieele benoeming tot burgemeester van deze gemeente is afgekomen.Ik spreek nu namens de geheele burgerij van Ber gen op Zoom, want ik geloof niet,dat een van ons zou kunnen bevroeden,wie er bezwaren tegen Uwe benoeming heeft, of welke deze zouden kunnen zijn, U hebt de harten van alle Bergenaren gewonnen. Alhoewel U een Friesch van geboorte bent en in aard en aanleg een heel eind van de Brabantsche geest afstaat,hebt U toch getoond,meer dan wie ook, de geest van het Zuiden in het algemeen, en van Bergen op Zoom in het bijzonder, te begri pen. Dit is hier bij zonderdiep ingegaan en heeft diep inge slagen. Ofschoon de woorden,die ik tot U richt, slechts kort en onvoorbereid zijn, zijn de gevoelens recht uit het hart ge grepen". De heer Becht biedt den heer. Witte nu namens den tij— delijken raad van Bergen op Zoom,bloemen aan. Hij spreekt den wensch uit,dat voor den burgemeester een lange ambtsperiode moge zijn weggelegddie voor de gemeente heilvol moge zijn. De heer BECHT beëindigt dan dit korte en onofficieele welkomst woord door de hartelijke gelukwenschen van den raad en van hem persoonlijk aan te bieden. De heer WITTE deelt mede,dat hij,hoewel even onvoorbe reid als de heer Becht,een wederwoord wil richten op de vrien delijke woorden,die tot hem gesproken zijn. "Mijn .eerste gevoelens zijn niet van vreugde,maar van zorg, "want de manierwaarop ik hier ben toegesproken en waarop ik "hier ben ontvangen,geeft mij een gevoel van tekortschieten "vankrachten,en ik vraag mij dan ook af:"Hoe zal ik het bol— "werken?".Deze gedachte houdt mij in hoofdzaak bezig. Dat deze benoeming juist afgekomen is op denzelfden dag,waarop eenmaal in de maand een raadsvergadering wordt gehouden,moet als een "symbool worden beschouwdvan de samenwerking,die moet bestaan "tusschen U en mij.Ik zie in U,leden van den raad,de vertegen woordigers van de burgerij van Bergen op Zoom. De zorgen,die "op het oogenblik een overheidspersoon drukken,zijn vele.Het "beklemt mij een beetje als ik denk aan de vriendelijkheid en "het vertrouwen, dat ik in de laatste 1-g- jaar van vele menschen "heb mogen ontvangen,en ik voel,dat ik aan dit vertrouwen moet "beantwoorden,Ik vrees echter,dat mijn krachten hierin te kort "zullen schieten. Hoe gering ook onze werkzaamhedenzijn,toch "kunnen ze diep ingrijpen in het gemoed en het levensgeluk "van vele menschen.Ik voel mij vooral tegenover de omstandig- "heden van het oogenblik machteloos,doch zal trachten het in

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1946 | | pagina 10