De Burgemeester spreekt ds.n als volgt;
Keeren Wethouders, harren Leden v&n den raad.
Op dit oogenbLik ia mijn hart vol dankbaarheid, en daar is veel reden toe.
L dank den heer Seore'caris~Generaal van het Departement van Binnenlandsche
baken, alsmede den Commissaris der provincie Noord-Brabant, dis mij de benoeming
tot burgemeester dezer gemeente hebben waardig geacht en voorts allen, wier mede
werking op ©enigerlei wijze aan mijn benoeming bevorderlijk is geweest.
U, Heer Wethouder Mserbach, dank ik voor do vriendelijke woorden van welkom
tot mij gericht. Ik hoop, dat uwa wenschen, die ook de mijne zijn, in vervulling
mogen gaan.
Pe nieuwetaak, die mij wacht, is geen gemakkelijke, ik ben het mij ten volle
bewust; de tijdsomstandigheden maken die taak zelfs heel moeilijk, doch moeilijk
heden zijn er om overwonnen te worden, Moeilijkheden zullen bereikte resultaten
grootschsr maken.
Ilc zag in het stadhuis hier een portret van den Gouverneur-Genera al van Hoog
straten en dacht toen aan den grooten Nederlander Jan Pieterszoon Coen, die van
uit Ja cat ra aan He eren XVj.1 den zin schreef:
"Hier kan iets grootsch verricht worden".
_,®®ze worden kan ik hier als burgemeester van Bergen op Boom herhalen.
Hier kan iets grootsch verricht worden"Inderdaad - denken wij daarbij a0n de
haven- en kanaalplannen.
Aangaande mijn nieuwe taak wil ik tot U, heersn leden van den raad, geen uit
voerige beschouwingen houden. Slechts ©en bekend gezegde wil ik naar voren
brengen; "Geen regent is in staat te regeeren, zonder medewerking van allen, met
wien hij bestuurt."
Van dit principe uitgaande, doe ik een beroep op uwe volledigs medewerking.
In dezen moeilijken tijd is het noodzakelijk, dat men onomwonden en eerlijk voor
zijn meening uitkomt. Agn ieder lid van den gemeenteraad zal ik daarom steeds
gaarne de gelegenheid geven om zijn meaning naar voren te brengen. Ieders in
zicht zal worden gerespecteerd om dan in gezamenlijk overleg en gedachtig aan
de spreuk: "du choc des opinions jaillit la vériié" datgene tot stand te brengen
waarmede de belangen der gemeente het meest zijn gebaat»
Ik moge er op vertrouwen, dat mijn verhouding tot U, heeren wethouders, tot
U, heer. secretaris en heeren ambtenaren, vriendschappelijk en in elk opzicht
goed'moge zijn, opdat het college van burgemeester en wethouders zoodoende in
staat zal zijn een voorbereiding tot stand te brengen, welke steeds de goed
keuring v& 11 het hoogere college, den gemeenteraadkan wegdragen.
Hoeren ambtenaren, ik vertrouw er op, dat U uw beste krachten zult schenken
aan het welzijn van onze gemeente» Nog steeds is waar wat geschreven staat in
het boek "Orkest der Overheid", n.l. de ambtenaren hebben voor 90,, aandeel in
het bestuur van rijk, provincie en gemeente.
Hoeren leden van het politiecorps, uw taak is uitermate zwaar door gewijzigde
omstandigheden. Oefent die taak plichtsgetrouw uit als goede politiemannen en
woest vooral tactisch in uw optreden, hoe de omstandigheden zich ook zullen
voordoen. Denkt aan de spreuk, die het wapen van de Utrechtsche Alma Mater
siert: Sol justitia illustra nos.
Wanneer ik mij nu richt tot de Bergen op Zoomsche burgerij, dank ik voor de
vele en spontane uitingen van gelukwensch, die mij bereikten» Ik hoop, dat de
geheel© bevolking in deze moeilijke tijden steeds een waardige en Nederlandsche
houding zal weten aan te nemen. Ik vraag Us beschouw mij niet alleen als uw
burgemeester, maar ook als uw burgervader. Weet mij te vinden wanneer gij moei
lijkheden hebt en schenk mij uw vertrouwen. Mijnerzijds geef ik gaarne de ver
zekering alles te zullen doen om uw moeilijkheden te helpen overwinnen.
Tenslotte spreek ik de hoop uit, dat de geestelijkheid d® verhouding tusschen
geestelijk en burgerlijk gezag zoo zuiver mogelijk zal weten te bewaken. Gaarne
zeg ik too het geestelijk gezag zooveel mogelijk in alles terzijde te zullen
staan.
Moge ik besluiten met den wensch, dat ik in de stad Bergen op Zoom vele. jaren
mag arbeiden onder de beste verhoudingen en moge God's zegen mijn arbeid - neen,
onzen gezamenlijken arbeid zegenen.
Ik dank U„
Door applaus betuigt do raad zijn instemming met deze woorden.
De heer KIEEfi biedt dan als oudste raadslid namens den raad de beste geluk-
w&nschen aan den nieuwen burgemeester aan, welke spreker ook wil uitstrekken tot
ds echtgenoot© van den burgemeester. Spreker wijst er op, dat ook voor deze
als burgemeestersvrouw hier een mooie taak is weggelegd, en spreker is er van
overtuigd, dat beiden bij nadere kennismaking met onz© gemeente, zich hier
weldra geheel thuis zullen gevoelen. Namens den ras-d geeft spreker de verzeke-