- 4 -
IIIVOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE GEHEENTEBEGROOT ING VOOR HET DIENSTJAAR 1940»
TSe wijziging TT""
^Voorgesteld wordt de gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1940 te wijzi
gen overeenkomstig het ter inzage gelegde ontwerp-besluit
IV, VOORSTEL TOT WIJZIGING VIN DE GEMEENTE BEGROOT IMG EN DE BEDRIJFSBEGROOTINGEN
VOOR HEI DIENSTJAAR 1940."Ue wijziging,3"
TVoorgesteld wordt de gemeentebegrooting en de bedrijfsbegrootingen te wijzi
gen overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp-besluiten.
V, VOORSTEL TOT WIJZIGING DEft GEkEENTBBEGROCIING VOOR HST DIENSTJAAR 1940,
(Voorgesteld wordt de gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1940 te wijzigen
overeenkomstig het ter inzage gelegd ontv/erp-besluit
Op verzoek van den heer Weijts worden deze punten der agenda gezamenlijk be-
hand old
Do heer WEIJTS merkt op» dat bij deze begrootingswijzigingen heel wat posten
hooger zijn gebleken dan aanvankelijk geraamd was» terwijl er bovendien ver
schillende pesten bij zijn» welke tevoren gemakkelijk in den raad gebracht had
den kunnen worden, inpl&ats van ze zondermeer op deze begroot ingswij zxging te
plaatsen, In dit verband wijst spreker op het aanbrengen v&n een nieuwen bliksem
afleider op den stadstoren, waarvoor toch al heel gevoeglijk tevoren de goed
keuring van den raad gevraagd had kunnen worden. Ook de post onderhoud van
straten en wegen is aanmerkelijk overschreden, terwijl het spreker toch niet
bekend is» dat dit onderhoud zoo buitengewoon is geweest. Spreker is verder het
groote bedrag opgevallen, dat is uitgegeven voor de brandbeveiliging van het
stadhuis en de als gevolg daarvan plaats gehad hebbende verbouwingen der
secretarie-afdeelingen. Verder staat er een groote post voor aankoop van nieuwe
meubelen voor de secretarie. Naar sprekers meening had hieromtrent de raad best
geraadpleegd kunnen worden en zeer zeker had men die zaken in de betrokken com
missie ter sprake kunnen brengen. Spreker wijst verder op de aanzienlijke ver
mindering van de winst bij de gemeentebedrijven, speciaal voor wat het gas- en
electriciteitsbedrijf betreft. Dat is naar sprekers inzicht toch wel een reden
te meer om erg voorzichtig te zijn bij het normaal gemeentelijk beheer.
°ok de zooveel hoogere opbrengst der straatbelasting heeft sprekers aandacht
getrokken, maar hij kan zich niet indenken, dat de daarbij gegeven toelichting
juist is, omdat hij niet kan aannemen, dat de onder deze belasting vallend©
eigendommen zulk een groote uitbreiding zouden hebben ondergaan. Tenslotte wil^
spreker nog wijzen op de groote uitgaven voor de luchtbescherming, ofschoon hij
weet dat daaraan niets te doen is, omdat zulks van bovenaf is opgelegd.
De heer KIEFE is het met den heer Weijts eens, dat bij de behandeling der
begrooting vaak lang gedebatteerd wordt ovsr allerlei kleine bedragen en men
dan erg pietlutierig doet, terwijl bij begrootingswijzigingen als deze tal van
groote bedragen zonder meer onder den hamer doorgaan.
Wethouder DE MOOR licht een en ander» voor zoover het den dienst van openbare
werken betreft, toe, en wijst er op dat de gedane uitgaven alle werken betreffen
welker uitvoering noodzakelijk was en waarmede niet gewacht kon worden, Zooals
de heer Weijts reeds heeft opgemerkt, zijn er overigens verschillende posten
bij, zooals die van de brandbeveiliging en de luchtbescherming, welke op last
van hoogerhand moesten worden uitgevoerd.
De heer KIEPE kan zich niet indenken, dat er thans weer een nieuwe bliksem
afleider op den stadstoren noodig was, daar hij zeker meent te weten, dat dsar
nog slechts enkele jaren geleden ook een nieuwe bliksemafleider is aangebracht.
Wethouder DE MOOR zegt zich daar niets van te kunnen herinneren,
De VOORZITTER acht het heel verklaarbaar, dat de winst v&n de bedrijven over
1940 aanzienlijk lager is» speciaal ten aanzien van het gasbedrijf, omdat da
uitgaven voor dit bedrijf aanmerkelijk hooger zijn geworden tengevolge van de
groote prijsstijging van kolen en materialen, terwijl ook de toename van hei/
gasdebiet over 1940 niet noemenswaard is geweest. Voor 1941 is dis toename heel
wat beter en kan zelfs van een scherpe stijging in het debiet gesproken worden.
De kleine teruggang bij het electriciteitsbedrijf is naar sprekers meening heal
normaal, als men ook daar de moeilijke kolenposiiie in aanmerking neemt, waarbij
dan nog komt dat het niet ontsteken van de straatverlichting in belangrijke mate
invloed uitoefent op de mindere inkomsten.
Wethouder VAN HASSELT zegt dat de mindere inkomsten van het slachthuis een
gevolc is van de tijdsomstandigheden. Wat de hoogere opbrengst der straatbelas
ting aangaat, wijst spreker er op, dat het in de begrooting opgenomen cijfer
gebaseerd was op een raming dier inkomsten, terwijl men nu de juisce cijfers
heeft, waarbij het bedrag aanmerkelijk hooger bleek dan de raming.
De heer WEIJTS begrijpt niet waar de verhooging van den post voor onderhoud,
van straten en wegen met f,74D0,— in kan zitten.
Wethouder DE MOOR zegt daar niet direct een antwoord op te kunnen geven,
%gelijk houdt die verhooging velband met den aankoop van meerdere materialen.