deel hun vrijen tijd op zaterdagavond en Zondag hier moeten door brengen. Dat is nu eenmaal harde militaire noodzaak en om nu te voorkomen, dat die militairen den geheelen avond_vol verveling rond loopen, moeten er gelegenheden zijn, waar zij voor weinig geld gezelligheid vinden. Waar de burgemeester zelf oud— troepen- offioier is, zou het spreker niet verwonderen, wanneer hij zich mede door deze gedachte heeft laten leiden bij het nemen van de hier gewraakte beslissing betreffende het dansen, -preker wijst er verder op, dat Bergen op Zoom in deze trou wens niet alleen staat* spreker heeft het voorrecht gehad om ge- ruimen tijd bevelhebber te zijn geweest over he-4- 6e R.I. en hij herinnert zich uit dien tijd nog heel goed, dat hij, ook tijdens de Vasten, meermalen permissiebriefjes heeft geteekend voor mili tairen, die toestemming vroegen om dansavonden bij te wonen. Spre ker meent zeker te weten, dat ook in plaatsen als Tilburg, Den Eosch en Venlo tijdens de Vasten geregeld gedanst wordt. In verband met de tegenwoordige bijzondere tijdsomstandig heden kan spreker zich dan ook goed indenken, dat de burgemeester gemeend heeft van de hier geldende usance te moeten afwijken. Nog iets anders is er, w arop spreker wil wijzen, n.l. het betrekkelijk groot verbod dat dit jaar is afgekomen ten aanzien van de carnavalsviering, waardoor deze, voor zoover spreker is geïnformeerd, vrijwel geheel in het water is gevallen. Spreker heeft gehoord van caféhouders, vim dit ongeveer f.1000,aan ontvangsten scheelt, en dan kan een tweede gedachtengang van den burgemeester bij het toestaan der bals geweest zijn om deze ne ringdoenden, die overigens toch al veel van de slechte tijdsom standigheden hebben te lijden, op die wijze een kleine compensa tie te geven. Wanneer men met een voorstel als nu gedaan is, in normalen tijd was gekomen, dan zou spreker er misschien wel voor te vinden zijn geweest, er zijn stem aan te geven, alhoewel hij persoonlijk zeer vrijmoedig staat ten opzichte van danspartijen en hij zich op hut standpunt stelt, dat ten slotte ieder vqor zichzelf moet we ten, wat hij in kwesties als deze doen wil. In verband echter met de zeer bijzondere tijdsomstandigheden, waarop spreker reeds wees, kan hij zioh thans niet met het voorstel vereenigen, en zal hij daarom tegen stemmen. De VOORZITTER zegt dat het hem eigenlijk spijt, den heer Bruins het woord te hebben gegeven, omdat deze nu reeds veel gras voor zijn voeten heeft weggemaaid door dingen te vertellen, welke spreker zelf naar voren had willen brengen. Met recht hebben velen zich afgevraagd, waarom dit jaar ten aanzien van de bals in den Vastentijd is afgeweken van de hier gebruikelijke gewoonte en dan moet spreker daarvoor allereerst verwijzen naar de tegenwoordige bijzondere tijdsomstandigheden, welke ook bijzondere voorzieningen tischen. Ieder weet, dat hier veel troepen liggen, waarvan de man schappen niet, zooals bij het garnizoen in normale tijden, op Zaterdag en Zondag voor het overgroote deel naar huis gaan, maar ctie sinds de mobilisatie is ingetreden hier voortdurend moeten blijven. Vanzelfsprekend moet er voor deze menschen dus een be hoorlijke gelegenheid tot ontspanning zijn en daarbij is gebleken, dat zij buitengewoon graag den avond doorbrachten in gelegenheden, waar gedanst kon worden, zoodat hot daar dan ook altijd heel druk was. Dit had het voordeel, dat zij 's avonds niet langs de buiten wegen slenterden en daar minder oirbare dingen uitvoerden. Dit alles wetende, heeft spreker, toen de Vasten in zicht ki-am, zich dan ook afgevraagd, hoe moot het nu in die periode gaan 1 en zit met eenige duizenden menschen, waarvan het grootste deel niet Katholiek is en waarvoor de Vasten een klank is zonder eeni ge beteekenis. Moest men die menschen nu maar zonder meer laten -'cncloouon? Naar sprekers overtuiging is het dan toch altijd nog beter hen in het volle licht te hebben in de zalen bij een dansje, dan hen in het donker op de straten en wegen te laten en daarbij "te riskeeren, dat er dingen gebeuren, welke geen van ons wenscht. Daarom leek het spreker het veiligst om ook tijdens de Vasten voor de Zondagen toestemming te geven tot dansen van 7 - 11 uur. Deze tijd is als algemeene regel genomen, omdat de meeste mili tairen om 11 uur binnen moeten zijn.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1940 | | pagina 80