naar soreker vraagt zich' toch af, of B W daarbij wel aan de ge volgen van die wijziging gedacht hebben? Wanneer spreker b.v. een gebouw neemt als de villa van den heer Agselbergs, waar een trot toir is van ongeveer 200 m lengte en 3 m breedte, dan zullen de betrokken bewoners, bij aanneming van dit voorstel, verplicht kun nen worden om, als er een laag van 10 cm sneeuw op het trottoir ligt, 6o m3 sneeuw te ruimen. Tnethouder VaN HASSELT merkt op, dat hij bij aanneming van dit voorstel, nog een grootere opp rvlakte van sneeuw zal moeten ont doen De heer KIEPE meent dat bij het verdichten van inwoners voor een dergelijken arbeid ten behoeve van de gemeente, het toch wel geoorloofd is om te vragen, waar die menschen het salaris als ver goeding voor dien verdichten a.rbeid kunnen gaan halen. Men kan nu wel zeggen, dat de voorgestelde verordening soepel zal worden toe gepast, maar soreker is er van overtuigd dat, als de verordening er eenmaal is, er ook wel degelijk de hand aan zal worden gehouden. De heer VAN KaAK vindt de beoaling, dat men eiken dag verdicht kan worden om het trottoir schoon te maken bij sneeuwval, toch nogal erg. De heer SCHUYL is het er mee eens, dat door deze verordening aanmerkelijk ingegrepen wordt in de persoonlijke vrijheid der hier wonenden. Speciaal voelt soreker dat in verband met het bepaalde sub b, waar ook het ruimen van sneeuw van daken en goten wordt voorgeschreven, spreker is van meening, dat zulks te ver gaat en wanneer dit voorstel wordt aangenomen en er zouden in verband hier mede ten aanzien van het sneeuwruimen op de daken processen-ver baal moeten ?/orden ongemaakt, dan vreest spreker, dat men dan wel bij hem kan beginnen, omdat hij met het oog op de daaraan verbonden gevaren aan dit voorschrift niet voldoen zal. De heer rf'EIJTS wil naar aanleiding van de redactie der verorde ning wijzen op de Hoogstraat, waar geen trottoir ligt en de gehee- le bestrating uit klinkers bestaat, Volgens het thans in de veror dening bepaalde zouden de daar wonenden dus verplicht zijn de ge- heele straat - ieder aan weerskanten tot op de helft - van sneeuw te ontdoen. In de verordening is verder bepaald, dat ook vastzittend ijs ven de trottoirs moet worden verwijderd, spreker vreest, dat dit er toe leiden zal, dat de trottoirtegels zullen worden stuk gesla gen of gestompt, waardoor de gemeente later weer verplicht zal zijn nieuwe trottoirtegels te doen leggen. Overigens heeft spreker tegen de verordening op zichzelf niet veel bezwaar, mits de gemeente dan zelf het goede voorbeeld geef en er voor zorgt, dat ook de trottoirs bij de gebouwen van de ge meente behoorlijk worden schoongemaakt, evenals de trottoirs,waar aan nog geen huizen staan. Tot nu toe is daar eensdeels nog mets abn gedaan, terwijl het anderdeels veel te langzaam gebeurde. Spre ker weet niet, wie voor het sneeuwruimen in dit college zorgen moet, hij meent echter te mogen aannemen, dat die aangelegenheid onder den wethouder van openbare werken ressorteert, en dan wil spreker in herinnering brengen een strooibiljet je van een eeenden Pater in deze gemeente, die eens geschreven heeft, dat hij de Moor zou stemmen, omdat hij wist, dat dat een goed ^stuurder was, want dat had hij in Indië geleerd. Dit in aanmerking nemende, kan spre ker best begrijpen, waarom in ónze stad het sneeuwruimen zoo slechr -ast Immers de wethouder kan dat dan met, want hij heeft het be sturen in Indië geleerd, en daar valt geen sneeuw vethouder DE KOOR merkt op, dat de heer Weijts blijkbaar met op de hoo-te is met de thans bestaande verordening. Immers, volgens deze behoefde er niets te gebeuren ten aanzien van de trottoirs, daar men tot het schoonmaken daarvan slechts kon verplicht worden bij het invallen van dooi. De VOORZITTER wil in de eerste plaats naar aanleiding van het geen door den heer Kieoe naar voren gebracht werd, opmerken, dat het wegruimen van pas gevallen sneeuw heel gemakkelijk gaat, omdat men deze zelfs met een bezem kan wegvegen. Wat het door den heer viepe aangehaalde voorbeeld betreft, verwijst spreker naar het be kende gezegde; wie het breed heeft, laat het breed hangen, en bij treleffenheden als deze zal men daarvan dan ook de consequentie moe ten aanvaarden. Dat de trottois, waarvoor van gemeentewege gezorgd

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1940 | | pagina 67