MB
lijk het geval is, dan vindt spreker het toch eigenaardig, dat juist
de carnavalsdagen voor dergelijke ingrijpende maatregelen worden
uitgezocht. Het is toch algemeen bekend, dat do bevolking van Bergen-
op-Zoom gehecht is aan haar volksfeesten, waartoe ook de carnaval
behoort. Men moet het daarom laten bestaan en er zoo min mogelijk aan
tornen, en laat men zooveel mogelijk degenen steunen, die alles in
het werk stellen om die feesten steeds meer te veredelen.
Waar spreker echter wel op wil wijzen is, dat er den laatsten tijd
vrijwel geen Zondag hier voorbijgaat zonder dat er bals gegeven wor
den. Het gewone vermaak viert hier dan ook hoogtij. Nog slechts kort
geleden hebben we kunnen constateerendat aan een dansschool ter
gelegenheid van een jubileuni werd toegestaan in e'én week vier feest
avonden met bal plus een the dansant te geven. Spreker meent, dat
dergelijke dingen toch wel overdreven genoemd mogen worden, In dit
verband wil spreker er op wijzen, dat de overheid toch ook een opvoe
dende taak heeft, en hij is van oordeel, dat er dan ook heel wat meer
voor te zeggen zou zijn om tegen zulke overdrijving op te treden dan
tegen de viering van de carnaval, zooals die hier gebruikelijk is.
De heer KIEPE wil in verband met het verbod om in het op°nbaar
geco&umeerd te zijn, vragen wat onder geoostumeerd zijn wordt ver
staan? Wanneer iemand in pyama over straat gaat, dan is dat naar
sprekers meening niet gecostumeerd. Mocht de Voorzitter het daar niet
mee eens zijn, dan wil spreker er op wijzen, dat men dan 's zomers
maar eens langs het strand moet gaan. Men zou daar dan niets dan ge-
co stumeerden zien en dan zouden die dus allemaal moeten worden op
gebracht naar het politiebureau of naar Vrederust. Spreker is echter
van meening, dat, wanneer iemand in het openbaar verschijnt in een
pyama of een blauwe kiel, dat niet gecostumeerd is en men daar dus
niets aan doen kan.
De VOORZITTER merkt op, dat de vraag van den heer Kiepe zonder
meer moeilijk te beantwoorden is. Voor costumes als b.v. van Julius
Caesar e.d. bestaat geen twijfel, dat die vallen onder het begrip
geoostumeerd, maar aan den anderen kant zijn er natuurlijk gevallen
denkbaar, waarbij niet direct van gecostumeerd zijn kan worden ge
sproken. Dergelijke gevallen zijn ten slotte afhankelijk van de be
oordeeling van de autoriteiten, die met de naleving der verordening
belast zijn.
De heer'BRUINS wil, alvorens op deze zaak nader in te gaan, vragen
of Bergen op Zoom behoort tot het gebied, dat in staat van beleg
verklaard i6?
De VOORZITTER antwoordt ontkennend.
De heer BRUINS zegt dat in dit geval de zeggenschap van den com
mandant van het Ille legerkorps ofwel den territoriaal bevelhebber
eenigszins beperkt is en hij niet eigenmachtig in aangelegenheden
als deze orders kan geven, maar daaromtrent eerst overleg moet
plegen met het gemeentebestuur. Spreker is zelf militair commandant
in een vrij groot gebied en daarom kan hij wel zeggen, dat men met
het nemen van maatregelen als de onderhavige zeer scrupuleus 3s.
Spreker is dat zelf ook. Als er vergaderingen gehouden moeten wor
den, voorstellingen of uitvoeringen moeten worden gegeven of bij
eenkomsten noodig zijn, onverschillig van welke partij of richting,
dan wordt alles te voren gewikt en gewogen en secuur nagegaan of
het militair belang met het een of ander niet geschaad kan worden.
Dat betreft echter alleen gebieden, waarvoor de staat van beleg is
afgekondigd en daar is de militaire commandant dus alleen baas.
In gemeenten echter zooals hier, waarvoor alleen nog maar de staat
van oorlog geldt, moet overleg gepleegd worden met het burgerlijk
gezag. In hoeverre dit overleg nu als een formaliteit is te beschou
wen en de verordening onder invloeden van buitenaf toch zal worden
opgedrongen, weet spreker natuurlijk niet. In elk geval zou spreker
B W in overweging willen geven zich niet tegen den voorgenomen
maatregel te verzetten, maar van de geboden gelegenheid gebruik te
maken om het standpunt van het college en de meerderheid van den
raad ten aanzien van de carnaval breedvoerig aan den legercommandant
uiteen te zetten. Daarbij kan er dus van de zijde van het gemeente
bestuur op gewezen worden, dat de carnavalviering hier een traditio
neel volksfeest is geworden, waarbij er tevens de aandacht op geves
tigd kan worden, dat in verband met de openbare veiligheid en de
militaire belangen door B W bereids de noodige maatregelen ten
opzichte van de openbare carnavalviering genomen zijn. Spreker zou
iet jammer vinden, wanneer ook de carnavalviering in de zalen ver
boden zou worden. Spreker houdt zelf ook wel van een pretje en staat
tegenover deze kwestie dan ook zeer liberaal. Spreker acht het wel