m - 2 - Wethouder DE MOOR meent, dat er toch reeds een nader schrijven gekomen is. Wethouder MUSTERS zegt daar niets van te weten. Wethouder DE MOOR: Als ik me niet vergis, is dat schrijven momenteel in circulatie "bij de leden van het college. Wethouder MUSTERS zegt het nog niet gezien te hehhenZoover soreker achter weet, staat de zaak thans nog precies als hij het begin, omdat beide partijen op hun standpunt blijven staan en ook de organisaties in deze blijkbaar niets hebben kunnen bereiken. De heele kwestie draait tenslotte om de grondloonen, welke door de Heide Maatschappij, als uitvoerster van het werk, voor dit object zijn vastgesteld. Wanneer die grondloonen eenmaal zijn bepaald en hot blijkt later, dat ze te laag zijn en de arbeiders er niet mee o„an het normale loon kunnen komen, dan komen er natuurlijk klachten zooals we hier thans hebben, maar het gebeurt slechts zelden, dat men van hoogerhand wil toegeven, dat men zich ten aanzien van de bepalingen der grondloonen heeft vergist. Men heeft het dan ook doen voorkomen, alsof onze tewerkgestelden het werk min of meer saboteerden en er bij hen van onwil sprake zou zijn. Daar wij er van overtuigd waren, dat zulks niet het geval was hebben wij daar natuurlijk stelling tegen genomen. Hoe het thans echter verder gaan zal als de vorstperiode voorbij is en de menschen weer aan het werk zullen gaa.n, zullen we nog moeten afwachten. De heer WaLDER: U moet er de menschen niet meer naar toe stu ren. bethouder MUSTERS zegt dat de heer Walder ook wel weet, dat zulks niet kan. bethouder MEBRBaCH zegt niet tevreden te zijn met het door zijn collega, den heer Musters, in deze gegeven antwoord, al ap precieert spreker het, dat deze op een en ander reeds wat uitvoeri ger is ingegaan. Ofschoon de overgroote meerderheid van het colle ge het met den wethouder van sociale zaken eens is, dat te dezer zake verder een afwachtende houding moet worden aangenomen, is spreker persoonlijk van oordeel, dat deze zaak nog geenszins af is en ook verder door het college nog de noodige stappen behooren te worden gedaan om de oplossing te krijgen, welke in het "belang van onze tewerkgestelden noodig is. Spreker zet dan uitvoerig den toestand uiteen, zooals hem die na persoonlijk onderzoek gebleken is, bij ?;elk onderzoek van de zijde van den opzichter van het werk of den inspecteur geenszins de medewerking werd verkregen, welke noodig was om tot een juiste oplossing te kunnen komen. Zooals hier reeds is opgemerkt, gaat de kwestie voornamelijk om de grond loonen, welke voor het werk te Dinteloord zijn vastgesteld, en nu is het wel eigenaardig dat bij het onderzoek noch de opzichter noch de in>sp®cteur eenige inlichting wenschte te verstrekken om- trent dei maatstaf, welke hij het vaststellen dier grondloonen wordt ;enomen. Daar spreker hieromtrent toch meer wilde weten, is hij iet zijn onderzoek toch verder gegaan en uit enkele boekwerkjes, /elke hij te dezer zake heeft geraadpleegd en uit de cijfers, wel ke de opzichter bij een der besprekingen zich liet ontvalibn^ is welke hij spreker tenslotte tot de overtuiging gekomen, dat de grondloonen voor het werk in Dinteloord absoluut te laag waren en e. uitzicht in die werkgestelden op die manier nooit mogelijk zou zijn om net m tzicht gestelde weekloon ook werkelijk te behalen. Spreker n die overtuiging nog gesterkt door de wij ze waarop het onde - zoek is bemoeilijkt en door het feit, dat nooit een behoor lij antwoord is gegeven op de ingediende klachten. Ook de van on zijde aangevoerde cijfers zijn nooit met aanvoering van Andere cijfers bestreden, men heeft slechts volstaan met er om heen t draeien Men heeft het steeds doen voorkomen, alsof de wil oi het prestatievermogen bij onze arbeiders ontbreekt en met spreker- zal ook de raad er wel van overtuigd zijn, dat een dergelijke bekering zonder meer geen steek houdt. Om deze reden heef sp t- e gemeend een en ander hier in het openbaar naar voren teJ^ten bressen en hij hoopt, dat dit zal doorklinken tot de bevoegde in stanties, opdat het onrecht, dat aan onze arbeiders - is rangedaan, hersteld worde en zij ook het hun rechtmatig toeko mende loon over de afgeloopen weken zullen ontvangen. De heer BROOS is dankbaar v.oor de uiteenzetting van den houder, waardoor de raad nu tenminste iets meer omtren J tie weet. i'OllUaiCII UCLOuJ. wx. v JZiUUOCX '-'X-J "D- L» v '(J_L lie U VVVjl XV J-il WAiiUW j- W w. t 4 -1

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1940 | | pagina 45