I in overweging willen geven, waarbij hij nog wil opmerken, dat het zoowel in het belang van het schoonhouden der gebouwen als in dat van de betrokken werknemers is om ook op dit gebied vast personeel te hebben. De VOORZITTER zegt toe, dat het college dit in overweging zal nemen. De post wordt hierna goedgekeurd. Hoofdstuk IV. Volksgezondheid Algemeen De heer SGHUYL zegt dat het hem genoegen doet, dat B ff in verband met de uitgesproken wen schel ijkheid om tot oprichting van vnn een volksbadhuis te komen, ter zake een onderzoek hebben doen instellen. Uit een oogpunt van hygiëne en opvoeding acht spreker zulk een badhuis dringend noodig, opdat speciaal in den winter de arbeiders der fabrieken de gelegenheid zouden hebben tenminste eenmaal per week zich door een bad geheel te verfrisschen. Spreker zal met belangstelling het resultaat van het door 3 V ingestelde onderzoek tegemoet zien. Zonder hoofdelijke stemming wordt de post vervolgens goedge keurd. Volgnr.131. Trosten van maatregelen, genomen krachtens de be smettelijke ziektenwet (stbld.1928, nr.2^5). De heer JUTEN zegt, dat de commissie van oordeel was; dat deze post best met f.500,verlaagd kan worden. Wat de opmerking ven 3 li* ten aanzien van de verhooging van dezen post met f.385» voor rattenverdelging betreft, merkt spreker op, dat in de memorie van toelichting daarvoor een bedrag van f.258,50 staat vermeld. Spreker stelt voor, den post met f.500,te verlagen. Mocht het later noodig blijken, dat de post overschreden wordt, dan is dat naar sprekers meening ten aanzien van deze materie altijd wel te verdedigen De VOORZITTER acht verlaging van dezen post niet verstandig. Als er enkele patiënten komen, zou men bij verlaging van den post reeds in last zitten. De heer WEIJTS zou liever alleen de vaste posten aanhouden en de overige voor memorie uittrekken, spreker kan zich daarom met het voorstel van den heer Juten vereenigen in dier voege, dat de post ve/n f.500,voor maatregelen ter voorkoming der verspreiding van Ibesmdttelijke ziekten wordt afgevoerd en die post alsdan roor me morie, wordt uitgetrokken. De heer WILDER is ook van meening, dat deze post niet verlaagd kan worden. In dit verband wijst spreker er op, dat de barak niet meer voldoet en er een nieuwe barak zal moeten komen. De VOORZITTER zegt van dit laatste toch niets te weten. De heer JUTEN kan zich niet indenken, dat er een nieuwe barak zou moeten komen, daar de bestaande barak nog slechts enkele jaren geleden door inspecteur Bant jes is goedgekeurd. De heer BROEKMaNS meent, dat de bestaande barak slechts tijde lijk is goedgekeurd. De VOORZITTER zegt, dat deze kwestie alsnog onderzocht zal worden Daar het voorstel van den heer Juten om den post met f.500, te verlagen, niet voldoende gesteund wordt, kan het niet in omvraag worden gebracht. De post wordt verder zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. volgnr .154-. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering. enz, van ambtenaren en beambten De heer FRaNKEN stelt voor, hst salaris voor den -opzichter- zwemm.eester nu reeds te bepalen op f.1000,- f.1500, De VOORZITTER is van meening, dat men beter de voorstellen van B W te dezer zake kan afwachten. De raad gaat hiermede accoord, Volgnr.l4Z. Jaarwedden van en hulpmiddelen voor schoolartsen. De VOORZITTER wil in verband met deze aangelegenheid er op wijzen, dat het er naar uitziet, als komt te dezer zake reeds wat neer toeschietelijkheid bij gedeputeerde staten. Wethouder Van HaSSELT zegt, dat deze materie thans bij gede puteerde staten in onderzoek is. De heer FRANKEN vraagt, of deze post verband houdt met de plannen welke bestaan tot het benoemen van een gemeente-geneesheer, t ;vens schoolarts?

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1940 | | pagina 36