- 32 -
Kot door B W gegeven antwoord inzkke de opvatting van het
woordt "netto-lastenacht spreker wel rat ver gezocht en klein.
De VOORZITTER wil naar aanleiding van de hiervoren gemaakte
opmerkingen er op wijzen, dat de heer Juten ten aanzien van de be
handeling der gemeente rekening formeel gelijk heeft, maar dat een
behoorlijke bestudeering der begrooting niet mogelijk zou zijn, als
de behandeling van de rekening daaraan niet is voorafgegaan, en het
gemeenteverslag daarbij niet ter beschikking van de raadsleden is,
acht spreker toch onjuist. Immers de cijfers uit de gemeenterekening
vindt men ook weer terug in de begrooting, terwijl daarnaast nog
verschillende staten als die betreffende de salarissen, leeningen,
enz. bij de stukken der begrooting ter inzage gelegd worden. In het
gemeenteverslag vindt men diezelfde cijfers in een anderen vorm dan
weer terug, en daar dit dus eigenlijk oude kost is, waarvan de raad
reeds op een andere manier kennis heeft kunnen nemen, is spreker
het over het algemeen er mee eens, dat het nut van het verslag niet
opweegt tegen de daaraan verbonden arbeid en kosten.
Wethouder MEERBaCH zegt oorspronkelijk ook van oordeel geweest
te zijn, dat het gemeenteverslag betrekkelijk waardeloos was, omdat
het voornamelijk bestond uit gegevens, welke in een anderen vorm
aan spreker reeds bekend waren geworden. Bij nadere overweging is
spreker echter op zijn aanvankelijke meening in deze teruggekomen
en kan hij zich indenken, dat het verslag voor vele leden van den
rasd, die uit den aard der zaak niet altijd over de gegevens be
schikken, welke het college ten dienste staan, inderdaad van veel
nut kan zijn. Daar echter het verslag ook meerdere gegevens bevat,
welke jaarlijks vrijwel ongewijzigd daarin terugkomen, vraagt spre
ker zich af, of het niet wenschelijk zou zijn het verslag om de twee
jaren te doen verschijnen.
Wethouder VAN HASSELT is van oordeel, dat het doen verschijnen
van het verslag om de twee jaren zou neerkomen op het paard achter
den wagen spannen. Immers men zal de gegevens dan toch elk jaar
moeten verzamelen en de werkzaamheden zullen er dus niet door ver
minderen. Bovendien wijst spreker er op, dat de raad zich reeds
eerder heeft uitgesproken om het gemeenteverslag in zijn huidigen
vorm in stand te houden,
Dat het verslag dit jaar wat laat is verschenen, is een gevolg
van de mobilisatie, waardoor verschillendë gegevens niet op tijd
konden worden ingediend. Voor de volgende jaren zal in elk geval
getracht worden het verslag vroeger te doen uitkomen.
Gewone dienst
Hoofdstuk II. Algemeen beheer.
Volgnr.7. secretarie-leges en rechten van den burger!ijken
stand,
De heer JUTEN is naar aanleiding van het antwoord van B W
van oordeel, dat deze post veel te hoog op de begrooting is geraamd.
De heer ffiSIJTS zegt, dat het hem toch gefrappeerd heeft, dat
verschillende inkomsten, als die betreffende de muziekschool, de
gemeente bad- en zweminrichting, de haven enz, waarop de gemeente
jaarlijks verlies lijdt, wel f.1000,hooger geraamd zijn op de
begrooting, terwijl dege post voor leges, waarvan normaal toch een
meerdere opbrengst verwacht mag worden, niet hooger geraamd is.
De VOORZITTER merkt op, dat geen hoogere opbrengst aan_leges
voor bouwvergunningen is geraamd, omdat met het oog op de tijds
omstandigheden niet verwacht wordt, dat er in 19^0 veel gebouwd
zal yorden.
De heer WEIJTS vraagt, of de Voorzitter dan. wel een hoogere
opbrengst aan havengelden verwacht?
De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de post hierna goedgekeurd.
volgn.r. IQ .Jaarwedden van de ambtenaren en bedienden_der_gemeen-
tesecretarie den concierge en de boden envan_het_k^tppr_van_den
gomëente-ontvaneer
De heer JUTEN vindt het bedrag van f.2600,voor meerdere
belooning van het secretarie-personeel een geweldige verhooging.
Uit het antwoord van B W blijkt, dat het hier niet alleen peri
dieke verhoogingen betreft, maar ook toegekende promoties. Het is
naar sprekers meening nu toch geen tijd om orom®ties toe te jennen
in den vorm van verhoogingen in rang. Bovendien krijgt m^n op
manier op den duur meer officieren dan soldaten.