- 31 -
Wethouder VüüI HaSSELT wil ten aanzien van hetgeen hier naar voren
g for echt is "betreffende de wethoudersverkiezingen zioh aansluiten
"bij hetgeen de heer Meerbach daaromtrent reeds mededeelde. Overigens
is spreker van meening, dat, zoolang beide nartijen in dat oozicht
bij hun eigen inzicht blijven, men te dier zake in een vicieuzen
cirkel zal blijven ronddraaien.
De heer SOHUYL gelooft toch, dat de heer van Hasselt in die ge
schiedenis nu juist niet de mooiste rol gespeeld heeft.
Wethouder VM HASSELT zegt daar geen antwoord op te zullen geven.
De heer SCHUYL kan zich dat indenken. Daar is de heer van Hasselt
o ok f dv ocaat v oor
De VOORZITTER komt nog even terug; op de kwestie van de onteige
ning der gronden van de Wouwsche Plantage ten behoeve van de mili
tairen. spreker wil gaarne toezeggen, dat t.z.t. getracht zal worden
voor het afstaan van die gronden iets anders, als b.v. Plein 13, in
de plaats te krijgen, al zal dat z.i. niet zoo gemakkelijk gaan.
Den en ander kan nog nader worden bezien, als deze zaak opnieuw in
deh raad komt.
Spreker sluit hierna de tweede instantie der algemeene beschou
wingen en schorst de vergadering tot des avonds acht uur.
s Avonds 8 uur wordt de vergadering door den VOORZITTER heropend.
afwezig zijn de heeren Bekker, Bruins, van Hal en Kiepe.
De VOORZITTER stelt aan de orde de artikelsgewijze behandeling
van de begrooting, zulks aan de hand van het algemeen verslag van het
v o." hendel de bij het onderzoek der begrooting in de afdeel ingen uit
don read en het daarop door B W gegeven antwoord.
zil&emeene opmerkingen
De heer JUTEN is over het algemeen niet tevreden over het ant
woord van B W op het verhandelde in de commissies. Z.i. heeft het
college er zich met een Franschen slag van afgemaakt, spreker blijft
v ei meeni.ng, dat het voor een goeden gang van zaken noodzakelijk is,
dat de-gemeenterekening behandeld wordt vóór de begrooting, en dat
de wet zulks ook voorschrijft. De cijfers, welke in de rekening over
het laatste dienstjaar voorkomen, kunnen voor de leden van den raad
wel degelijk van groot belang zijn bij de behandeling der begrooting,
ai het gemis van die cijfers wordt niet goed gemaakt door de reke
ning scijf er s, welke voorkomen in de eerste geldkolom van de begroe
ting, zooals B J het willen doen voorkomen.
Spreker wijst er verder op, dat hot gemeenteverslag van groot
nut is voor de leden van den raad en belangrijke gegevens be vat,
welke uit statistisch oogpunt bij de bestudeering van de begrooting
vaak goed van pas kunnen komen. Vooral ook ten opzichte van de be
drijven heeft spreker al veel gemak ondervonden van de gegevens in
li t jaarverslag en hij acht het dan ook niet mogelijk de begrooting
behoorlijk te bestudeeren, wanneer de raad die gegevens niet tot
zijn beschikking heeft.
De heer v.d.VLUGT zegt, dat het hem ook gespeten heeft, dat het
gemeenteverslag zoo laat verschonen is. spreker zou het betreuren,
als besloten zou worden het gemeenteverslag voortaan achterwege te
laten, daar ook hij van meening is, dat er uit bedoeld verslag voor
de leden van den raad heel wat nuttige gegevens te halen zijn.
De heer SGKUYL is het met den heer Juten eens, dat het gemeen
teverslag voor de leden van den raad van veel waarde is. Spreker
zou het een gemis vinden, als bedoeld verslag niet meer zou verschij
nen
De heer WEIJTS kan zich volkomen vereenigen met hetgeen door
den heer Juten ten aanzien van de gemeenterekening naa.r voren ge-
bracht is, terwijl spreker het ook geheel eens is met de opmerkin
gen van de vorige sprekers betreffende het gemeenteverslag.
Wat de in de commissies gemaakte opmerkingen omtrent de over
schrijding van begrootingsoosten betreft, is spreker van oordeel,
dat er verschillende posten bij zijn, waarvoor het heel goed moge
lijk zou zijn vooraf de goedkeuring va,n den raad te vragen, zooals
bijvoorbeeld bij het verleenen van subsidies, waarvoor geen post
op de begrooting is uitgetrokken, spreker weet wel, dat ook de raad
;r in dergelijke gevallen schuld aan heeft, maar dat neemt niet weg,
dat over hot algemeen zulk een gang van zaken toch onjuist is. Om
doze reden zal spreker in het vervolg dan ook op geen enkele tus-
schentijdsche subsidieaanvrage meer ingaan.